Met de Ziel(s)-genoten



Landschap met vader
 
Languit ben je de heuvels
 geworden hier, de bruine
 hellingen met stoppels van struiken,
 de gladgewaaide breuken
 in je voorhoofd van grijze steen.
 Een okeren dorp in je wang.
 De olijfgaard in je handpalm
 groeit over je vingers heen.
 
 Nu is het een warm seizoen
 boven je voeten. Pluizige
 wolken dragen koelte
 aan voor de avond. Koerend
 verbergen slaperige duiven
 zich in de rand van je haar.
 
 Als de regen komt deze winter
 gaat je oog langzaam open:
 een klare vijver in de droge
 kom van de zomer. Kinderen
 spelend voorovergebogen
 kijken in je binnen.
 
 Wat een verbaasd landschap. Vast
 had je zelf ook niet gedacht
 dat je zo stil was.

Willem van Toorn
Twee Toscaanse gedichten
Afgelopen vrijdag, 31 mei 2024,  is schrijver, dichter en vertaler Willem van Toorn overleden. Hij werd 88 jaar. Dat meldt zijn uitgeverij Querido. Van Toorn, in 1935 geboren in Amsterdam, schreef in totaal ruim veertig romans, verhalenbundels, dichtbundels en essays.

Van Toorn vertaalde ook poëzie van Franco Loi en Cesare Pavese, en proza van Klaus Mann, Franz Kafka, Stefan Zweig, Christopher Isherwood, John Updike en E.L. Doctorow. Zijn eigen werk werd onder meer in het Italiaans, Duits, Engels en Afrikaans vertaald. (De Standaard)
Foto door Vlado Paunovic op Pexels.com

Ook wat niet ademt of wortelt, de zgn. ‘levenloze’ dingen een ziel toekennen, een eigenschap die (sommige) kinderen nog hebben, het bezielen van je knuffel, een gesprek met een stoel, een voor ons onzichtbaar speelkameraadje. Keer even terug naar je kleine kindertijd, probeer je te herinneren.

Van het Latijn 'animus', dat 'geest', of 'ziel', of 'leven' kan betekenen. De term werd verzonnen door Edward Burnett Tylor in 'Primitive Culture', uitgegeven in 1871. Animisme is het idee of de overtuiging dat alles ziel heeft. Een animist gelooft zowel in het bestaan van goede als in die van kwade geesten; geesten, die onder meer in bomen, dieren en gebruiksvoorwerpen kunnen huizen.


Animisme is geen religie op zich, maar maakt deel uit van bijna alle religies ter wereld. Elke religie gebruikt zijn eigen ritueel om de zielen, of geesten, gunstig te stemmen zoals het brengen van offers, een rituele dans of strikte (gemeenschaps)regels. Vooral in het sjamanisme komt animisme sterk aan bod.

Een groot aantal mythologische figuren zijn gebaseerd op animisme, zijnde: het geloof in zielen. In de moderne wereld komt een milde vorm van animisme voor in de filmindustrie, of in sprookjes, waar voorwerpen of dieren tot leven komen.

Kleuters hebben vaak een animistische houding ten opzichte van de wereld om hen heen, vooral in het geïndustrialiseerde deel van de wereld. Voor een kleuter kunnen bomen praten, wonen kabouters in paddenstoelen en kunnen dingen menselijke eigenschappen bezitten. Vanaf ongeveer 6 jaar krijgen kinderen een meer algemeen aanvaard beeld van hun leefwereld. (Spiritualia.be)
Foto door Karolina Grabowska op Pexels.com

Animisme is, binnen de kunstgeschiedenis, een stroming in de Vlaamse schilderkunst van de 20e eeuw

De animisten in de Vlaamse schilderkunst vormden geen echte school. De min of meer willekeurige benaming werd gebruikt door Paul Haesaerts, waarmee deze de houding en de esthetiek van enkele los van elkaar staande kunstenaars omschreef, die werkten tussen de twee wereldoorlogen.

Het ging daarbij onder meer om Henri-Victor WolvensAlbert Van DyckJozef Vinck. Deze kunstschilders reageerden op wat zij als een buitensporige ontwikkeling van het expressionisme aanvoelden, waarbij zij in opvatting en vorm het ‘menselijk-gevoelige’ voorop stelden. Deze kunstenaars richtten zich meer op het introspectieve dan het expressionisme. Poëtische gevoeligheid speelde daarbij een rol. (Wikipedia)

Twee kinderen in een landschap Albert Van Dyck ca 1944 Museum voor Schone Kunsten Gent

Kijk ook:

https://vlaamsekunstcollectie.be/makers/albert-van-dyck

TEAPOT WITH PERSIMMON FRUIT

Those afternoons when the phases of silence
grow longer than the shadows in winter,
that’s when we turn to the idea of still-life.   
 
The room becomes image, and everything in it,
through the open doors the onlooker fades away.
Light moves over the furniture, floors, and rests
on the teapot, the persimmon fruit on the plate,
fixes their contours flawlessly like glue.
It is writing a book about superfluous things.
 
In times when there was nothing going on, the old
Japanese masters would paint only the inanimate:
teacups and folding screens. That was enough.

Durs Grünbein
Paul Gaugain La Théière et les Fruits 1896


THEEPOT MET KAKIKLEURIG FRUIT

Die middagen waarop de fasen van stilte
langer worden dan de schaduwen in de winter,
dan grijpen we naar het idee van het stilleven.

De kamer wordt beeld, en alles wat zich erin bevindt,
door de open deuren vervaagt de toeschouwer.
Licht beweegt over de meubels, vloeren en rust
op de theepot, het kaki fruit op het bord,
en fixeert hun contouren feilloos als lijm.
Het is het schrijven van een boek over overbodige dingen.

In tijden dat er niets aan de hand was, schilderden de oude
Japanse meesters alleen het levenloze:
theekopjes en kamerschermen. Dat was genoeg.

Dürs Grunbein
One of Gauguin’s most treasured possessions was a painting by Cézanne, Still Life with Fruit Dish (1879–80, now Museum of Modern Art, New York ), which he emulates in this picture. Within a similarly compressed space, Gauguin substituted mangoes for Cézanne’s apples and a Tahitian-style printed cloth for a French floral wallpaper design. One significant departure is the human figure at the upper right, glimpsed through a door or window. The year after he completed this work, Gauguin’s finances were so dire that he arranged for the sale of his prized Cézanne.

Een van Gauguins dierbaarste bezittingen was een schilderij van Cézanne, Stilleven met fruitschaal (1879-80, nu Museum of Modern Art, New York), dat hij in dit schilderij heeft nagebootst. Binnen een vergelijkbaar gecomprimeerde ruimte verving Gauguin de appels van Cézanne door mango's en een bedrukte doek in Tahitiaanse stijl door een Frans bloemetjesbehang. Een belangrijke afwijking is de menselijke figuur rechtsboven, gezien door een deur of raam. Het jaar na voltooiing van dit werk waren Gauguin's financiën zo slecht dat hij zijn kostbare Cézanne liet verkopen.
Paul Cézanne Nature Morte au Compotier (MOMA)

Zielsgenoten’ zie je hier samenvloeien, geheel toevallig: het gedicht van Willem van Toorn over zijn overleden vader waarin de verstilling een resultaat is van een versmelting: vader en landschap vormen een ‘verbaasd’ landschap waarin de stilte duidelijk een teken is van die versmelting.
Een andere stilte ontstond door een groepje schilders, voornamelijk uit de Kempen die zich van het expressionisme afkeerden en met een eenvoud van portretteren hun stilte, hun innigheid wilden realiseren, een eenvoud die uitloopt in het schilderij van Gaugain, op zijn beurt een verwijzing naar Cézannes werk met gelijkaardige inhoud.

Een stilleven hoeft zich dus niet te beperken tot een compositie van voorwerpen maar kan ook een landschap voorstellen waarin de concentratie van een nieuwe aanwezigheid duidelijk wordt. Het zichtbaar maken van een ‘animus’, (vrouwelijk; anima) een ziel, de meest directe ervaring van een totale aanwezigheid. (zonder ons in de psychiatrie en aanverwante werelden te storten, mijn beperktheid is groot.). Heel dichtbij kom je als je een klein kind kunt observeren in een gesprek of handeling met pop of knuffel. Het geloof in de aanwezigheid van een ziel, nodig overigens om de eigen ziel te ontdekken. Indien mogelijk: herinner je.

Eigen foto Gmt

Kijk naar de trailer van de video van Antje Van Wichelen ‘Lost and Found’



Animatie, hier de levenloze dingen een ‘animus’ (ziel) geven in zijn mooiste betekenis.

‘Dit is een heel concreet verhaaltje van handschoenen die verloren zijn en in de stad ronddwalen. Het is iets heel tactiels, dat je zo echt met die materies bezig bent, ook al doordat die handschoentjes met hun vingertopjes alle materialen beroeren. Door met die materies bezig te zijn, door het licht dat anders is, doordat  de passerende mensen en auto’s vervaagd zijn en we specifiek niet hebben gefocust op de lichtreclames, krijg je een andere blik op de stad. Terwijl het eigenlijk een heel concrete, reële blik op de stad is.’ (MO) Hieronder zie je hem helemaal: 9′. 34″



A cold winter night in Brussels. Behind a hole in a wall, a woman lies suffering from the cold. Her shivering sounds attract the attention of the lost gloves of the city. They start on an adventurous journey.
The film was entirely shot at night in the city with no extra light; each photo had an aperture time between 4 and 12 seconds, shot with a very small diaphragma.
Tamara de Lempicka (1898-1980). Girl with gloves


Anima/animus

Carl Jung merkt op dat we tijdens het sociale kneden van de persona bepaalde masculiene en feminiene eigenschappen onderdrukken of benadrukken, afhankelijk van onze identificatie als man of vrouw. De anima vertegenwoordigt het vrouwelijke deel, terwijl de animus de mannelijke kant representeert. Het valt Jung op dat we de tegenpool van het deel dat wij ontwikkelen vaak de rug toe keren. Toch blijft dit aanwezig in het onbewuste. Zowel anima als animus weerspiegelen traditionele ideeën die wij hebben geërfd van vorige generaties en die zich kunnen ontwikkelen met de tijd en cultuur, zegt Carl Jung. (Filosofie Magazine)
'Dat ik dan toch blijf wachten
hier bij het poppenspel, en zo volledig toezie,
dat, om ten slotte aan mijn toezien tegenspel
te bieden, een Engel op moet komen, die de poppen
omhoog rukt. Engel en pop: dan is er eindelijk schouwspel.
Dan pas komt samen wat wij steeds, in ons bestaan,
gescheiden houden. Dan pas ontstaat
de kringloop van het eeuwig vernieuwen
uit onze jaargetijden. Boven ons uit
speelt dan de Engel.'

Rainer Maria Rilke, uit 'de 4de Elegie', vertaling Jelema en Blok
‘Hand of Rodin with a Female Figure’ – Auguste Rodin (French, 1840 – 1917), The National Gallery of Art
‘When I feel
like waiting in front of the puppet theatre, no,
rather gazing at it, so intently, that at last,
to balance my gaze, an Angel must come
and take part, dragging the puppets on high.
Angel and Doll: then there’s a play at last.
Then what we endlessly separate,
merely by being, comes together. Then at last
from our seasons here, the orbit
of all change emerges. Over and above us,
then, the Angel plays.’

Rainer Maria Rilke. The fourth Elegy Translated by A.A. Kline
‘Memorial Relief (Hand of a Child)’ – Auguste Rodin (French, 1840 – 1917), The Los Angeles County Museum of Art

In de zomer van 1903 vertelt Rilke aan Salomé hoe hij dit afgrondelijke van de jeugd zelf heeft ervaren. ‘Ver in mijn kindertijd kwamen onbeschrijfelijk grote angsten op. Alles veranderde en ik voelde mij uit de vertrouwde zinvolle en nabije wereld geperst, in een andere, onzekere, naamloze en bange omgeving. Het leek net of ik niemand zou herkennen en ook niemand herkende.’

“De poppen waar het kind een moment daarvoor nog naar hartenlust mee speelde, werden nu kapotgemaakt of gedumpt. Volgens Salomé zijn het zelfs vaak de meest geliefde poppen die hier het slachtoffer van worden. ‘De haat is eigenlijk niet zozeer tegen de pop gericht maar komt uit de angst voor zichzelf voort: geboorteangst en angst om verlaten te worden.’ Kinderen leggen zich met andere woorden niet zomaar bij de afzondering van de wereld neer, maar proberen met geweld hun oude wereld te behouden.”

(Joke J. Hermsen, Heimwee naar de mens, De Arbeiderspers Antwerpen Amsterdam 2003. p.119-120)

Bronzino. Ritrato di ragazzo. 1540-45

En, zucht de auteur, laat hij/zij/wij het verlorene terugvinden in zijn/haar/onze creatieve mogelijkheden of…in de liefde, vult Salomé aan. Zij wist waarover zij sprak. ‘Heimwee naar de mens’ van Joke J. Hermsen, ten zeerste aangeraden. Laten we mooie dingen (s)maken.

Tintoretto Wedstrijd tussen Apollo en Marsyas. (1545)