Het stof der dode woorden

, Appel Orchard with Lime Tree Behind the Mensingh Inn in Zweeloo (Coevorden), 1881, Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, Netherlands.

In een lang, lang geleden gekregen klein boekje ‘Tagore: Zwervende vogels’, cadeau van een goede vriend, vond ik een mooie uitspraak van deze wijze auteur:

“Het stof der dode woorden,
Klampt zich aan U vast.
Was uw ziel met stilte.

Omgeven door zwermen woorden, bijna elke dag opnieuw afgevuurd in diverse soorten media, probeer ik met diezelfde woorden mij van hun ‘stoffigheid’ te ontdoen.

Let op, ‘stoffigheid’ is een wetenschappelijke benaming leert Wikipdia mij, –

 ‘Stoffigheid is de neiging van deeltjes om in de lucht te komen als reactie op een mechanische of aerodynamisch stimulus. Stoffigheid wordt beïnvloed door de vorm, grootte en inherente elektrostatische krachten van de deeltjes. Stoffigheid verhoogt het risico van blootstelling door inademing.’
Gustav Klimt Berkenwoud 1902 Private collectie

Het is een mooie beschrijving, de reactie op een mechanische of een aerodynamisch stimulus.
Emanuel Rutten, wetenschapper en filosoof, vertelt in zijn blog over ‘magische stoffigheid’, een ervaring in de Dom van Keulen waar de enorme ruimte met op de achtergrond een galmende vrouwenstem die een fragment uit de Matthäus-Passion zong, hem diep aangreep.

‘Het geluid van een galmende vrouwenstem drong tot diep in mijn hart door. Het was een stem, onverstaanbaar doch verstaanbaar, die mij losweekte van de grond, die mij onttrok aan de dagelijkse problemen waarop mijn aandacht normaal gesproken was gevestigd. Het deed mij iedere vorm van zorgen loslaten, omdat deze zorgen er niet meer toe deden in de stroom van gevoelens waarin ik meedeinde. Mijn ziel golfde volledig mee met de stroom van het al-bestaan waar ieder om mij heen en ikzelf deel van uitmaakt. De galmende stem leek steeds uit te doven in het niets van de verte, maar weerkaatsend in mijn ontroerde ziel bleef de stem nagalmen. Het verschil tussen de muziek en mijzelf leek te worden opgeheven; ik wilde aan het leven vasthouden door het los te laten. Ik wilde mij overgeven aan de grandeur van de kathedraal, die mij bezong met kalmte en sereniteit.’ 

Uit die gemoedsstemming komt het begrip ‘magische stoffigheid’ te voorschijn:

‘Voorts werd mijn neus gevuld met de geur van een magische stoffigheid, van een stoffigheid die niet geraakt kan worden door de tijd. Alsof de geur van een magische verbintenis met het onstoffelijke in de vormen van de stoffelijke stenen was gekropen. Ik voelde aan de massieve zuilen, waarvan ik mij amper kon voorstellen hoe onze voorouders deze überhaupt zo ver verheven boven de grond hadden gekregen. Hoe waren wij zo gebrand geweest op het bereiken van deze hoogte, zo gebrand op een toenadering tot de plaats Gods? Het steen van de zuilen voelde koud, vochtig en ruw aan, en als ik mijn ogen omhoog langs de pilaar liet gaan, kroop er langs mijn rug een gevoel van onbehagen, een gevoel van verlies van controle. Het was alsof ik de grootsheid van dit alles niet onder woorden kon brengen, alsof ik, zodra ik een gedachte aan de majestueuze vormgeving en grootte wijdde, mijn lippen het niet gezegd kregen, alsof van binnenuit mij de kracht werd ontnomen om ook maar enig geluid te evoceren over dit menselijke bolwerk als geschenk en toewijding aan God. Het was alsof alles goed was, alsof alles wat ik tot nu toe gedaan had, ontdaan werd van vertwijfeling. Gods vergevingsgezindheid deed mij inzien dat juist het loslaten van controle in zelfverlies betekende dichterbij de eeuwigheid te komen waar men dagelijks naar streeft. Ik leek oog in oog te staan met mijn gehele bestaan zonder voor mijn keuzes af te worden gerekend.’

Dat besef maakte hem bewust van de anderen om hem heen die net als hij op hun levenspad vaak een verschrikkelijke donkerte ontmoeten.
Je kunt zijn ‘bevinding’ lezen op:

https://gjerutten.blogspot.com/2018/06/een-magische-stoffigheid.html

Het is duidelijk dat de stoffigheid waarover sprake ook ‘magisch’ kan zijn vooral door haar woordeloosheid. Haar magie echter meedelen kan alleen, zoals de lezer nu ervaart, door woorden.
Maar zoals Tagore schrijft: was uw ziel met stilte.
De woorden zijn niet toereikend voor de werkelijkheid die er toe doet, maar ze kunnen ons helpen om de weg te wijzen naar woordeloze ervaringen. Die hoeven niet dadelijk op een niveau van eeuwigheid te komen, maar ze brengen ons ook naar het alledaagse door de onmacht zichtbaar te maken zoals in dit gedicht van Hans van de Waarsenburg: ’N.N.’

N.N.

Hij stond niet meer waar hij had gestaan
Hij moest onwennig lopen in het daglicht

Mocht van zijn vrouw de handen niet voor
de ogen houden.

Moest gewoon lopen, praten, dingen doen
en boodschappen.

Niet in de weg zitten, te lang in bed liggen
en af en toe eens fluiten, wanneer.

De kinderen uit school kwamen, dat stond
wat vrolijker.

Er was immers niets aan de hand zeiden
de stemmen uit de begeleiding.

Hij moest het zien als een wat langere
vakantie, hij was voorlopig vrij.

Kon gaan en staan waar hij wilde zeiden
ze, als hij maar niet de hele dag thuis.

Rond hing, zei ze. Hij moest toch begrijpen
dat dat voor haar ook niet leuk was.

Ja, zeiden ze samen, hij moest eens wat
gaan doen, binnenshuis, of er buiten.

Gewoon dus,
alsof er niets aan de hand was.
Kabian ‘Auto-Portrait ‘L’homme seul’

Het lijken twee uitersten, de ervaring in de Dom van Keulen en de man die iedereen kan zijn en die je overal kunt ontmoeten onder de noemer ‘kwetsbare medemens’. Beiden hebben te maken met machteloosheid, met het zoeken naar woorden om de essentie te vatten. En dan is het tijd voor ‘de stilte’. Noem het bedenken, mediteren, overwegen, het zijn activiteiten die stilte nodig hebben, een stilte die de ziel wast.
Ik zou de verbinding met de nabije herfst graag maken met het mooie gedicht van Rainer Maria Rilke ‘Herbsttag’ aangevuld met de vertaling van Anton Korteweg. Rilke verbindt in zijn werk het magische en het alledaagse:

Herbsttag

Herr: es ist Zeit. Der Sommer war sehr gross.
Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren lass die Winde los.
Befiehl den letzten Früchten voll zu sein;
 
gib ihnen noch zwei südlichere Tage,
dränge sie zur Vollendung hin und jage
die letzte Süsse in den schweren Wein.
Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.
 
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben
und wird in den Alleeën hin und her
unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.
 
Rainer Maria Rilke
Herfstdag

Heer: het is tijd. De zomer was zeer groots.
Leg op de zonnewijzers thans uw schaduw,
en stel de velden aan de winden bloot.
Beveel de laatste vruchten rijp te zijn;
 
verleen hun nog twee zuidelijker dagen,
stuw hen naar de voleinding, Heer, en jaag
de laatste zoetheid in de zware wijn.
Wie nu geen huis heeft, bouwt het ook niet meer.
 
Wie nu alleen is, zal het nog lang blijven,
zal waken, lezen, lange brieven schrijven,
in lanen rusteloos dwalen, telkens weer,
als op de wind de blaren zullen drijven.
 
 Anton Korteweg 
Pierre Bonnard De Fruitplukkers

Wat je ziet is niet wat je voelt: Matthias Weischer (1973)

‘Träpchen’ 2006 Matthias Weischer

Misschien is de onderstroom van de Duitse Democratische Republiek (DDR) nog steeds aanwezig: de werkelijkheid vervreemden als middel om (de toen verboden) kern zichtbaar te maken. Het werk van Matthias Weischer (1973) lid van de Leipziger Schule, een beweging die zich thuisvoelde in het opnieuw hanteren van het figuratieve in de schilderkunst. Weischer hanteert het interieur als decor van een stuk dat nog gespeeld zal worden al is de twijfel over de afloop duidelijk aanwezig.

Lounge Matthias Weischer
Matthias Weischer is a German artist, regarded as one of the most important painters of his generation. He came to international attention in the early 21st Century as a member of the Leipzig School – a movement credited with spearheading the revival of figurative painting. Born in Elte, West Germany in 1973, Weischer moved east to study at Leipzig’s Academy of Visual Arts in Saxony. He received his MA in 2003 and was a co-founder of the artist-initiated gallery LIGA in Berlin, which was closed after two years of work. Today, Weischer is one of the best young artists coming from Eastern Germany, recognized both in Germany and in the world. Weischer has been the recipient of numerous awards and scholarships including the Scholarship of the Deutsche Akademie Rom, Villa Massimo in 2007 and Laureate of the Rolex Mentor and Master student initiative with David Hockney in 2004.
Bulb 2020

Weischer schuwt het experimenteren met nieuwe technieken en media in zijn schilderkunst niet en beschouwt de handeling van het tekenen als fundamenteel voor zijn praktijk. Dit is duidelijk te zien in Weischers vroege collageachtige interieurs, rijk aan textuur en detail, en landschappen die veel te danken hebben aan de invloed van Italiaanse en Japanse tuinen. Deze schilderijen stellen vaak de perceptie van de kijker in vraag door hun leegte die tegelijkertijd vol details is. Het ontbreken van menselijke aanwezigheid is de sleutel om dit element te bereiken. Het interieur in zijn werk is goed gedecoreerd en geconserveerd, waardoor de kijker tot de conclusie komt dat er iemand zou moeten wonen. Aan de andere kant zijn de kamers te steriel en schoon, waardoor de tegengestelde indruk ontstaat van een kamer die iemand onderhoudt, maar waar hij niet woont. Zijn eerste tentoonstellingen wekten al snel de belangstelling voor het werk van deze jonge kunstenaar. (Dea K. Widewalls 2015)

Egyptian Room 2001 Matthias Weischer
Living Room 2003

In hoeverer hebben ‘interieurs’ een verband met het ‘interior’ van degene die er woont of wil wonen? Tijdschriften hanteren dezelfde leegte bij het tonen van de ingerichte binnenkant van een woning of gebouw. Het ‘bewoonbare’ element is ook niet het onderwerp van interieur-tijdschriften, eerder het decoratieve. Je vraagt je wel eens af of in dergelijke ‘affe’ woningen ook nog te leven is. Ze worden tot decors herleid. De stukken die er zich afspelen tellen zeldzaam mee bij ontwerpers en binnenhuisarchitecten. Bij Matthias Weischers’ werk vind je eenzelfde gevoel. Wat je ziet is niet wat je voelt. Wat er zich heeft afgespeeld of nog zal afspelen mag zich ontwikkelen in het hoofd van de kijker.

Matthias Weischer, Alcove, oil on canvas, 2019, 235 x 193 cm
Weischer is bedreven in het creëren van consistent geloofwaardige werelden, maar veel van zijn interieurs zouden in werkelijkheid niet kunnen werken - de schaduwen zijn verkeerd, de architectuur ambitieus tot op het punt van onhaalbaar. Deze opzettelijke ondermijning van gevestigde regels schept een beeld van een universum dat uit balans is, waar de waarneming zelf in twijfel wordt getrokken. De ruimte tussen wat wordt gezien en wat wordt gevoeld is een nieuwe en vruchtbare bodem voor Weischer, en de oppervlakken van zijn schilderijen zijn merkbaar actiever en geanimeerder, waardoor de toeschouwer wordt ondergedompeld in een paradoxaal statische, maar geladen omgeving (Widewalls 2015)
Matthias Weichser, Monstera 2019 285 x 300cm

Je zou in andere werken naar muurschilderingen kunnen verwijzen, naar de invloed van de Italiaanse natuur en geschiedenis, herinneringen aan een verblijf in Rome waaruit natuurtekeningen en landschappen ontstonden. Maar er is de zachte tonaliteit, zeldzame personages of schimmen die verbindingen leggen met verre verleden tijden, de sfeer van collages, of grote eenkleurige vlakken in een hoek gebogen.

Kleines Wasser, 2009
Camp 2 2016

Je vindt mooi werk van hem in de Grimm gallery in A’dam en New York en je kunt de website van de kunstenaar bezoeken. Hij illustreerde de gedichtenbundel ‘Monniksoog’ van Cees Nooteboom, tweetalig bij Bibliothek Suhrkamp verschenen. In het Nederlands bij Karaat A’dam. En hoe kun je beter eindigen met deze eerste ontdekkingsreis met de woorden van de dichter uit deze bundel? Gedicht 5.

Wie hij was vroeg de kraai boven de berken,
maar hij wist geen antwoord, hij luisterde
naar de wind in de struiken, keek naar zijn gezicht
in het ven, een bewegende vlek.

Achter in zijn mond spraken de woorden
maar niet een kwam er uit, hij hoorde zijn naam
zich bewegen en ging verder naar zee
alsof hij op water kon lopen.

Om hem heen het gezang van een koor
wind als een instrument dat hem zou begeleiden.
Als hij omkeek zag hij het eiland zoals je een schip
ziet, een verdwijnende vorm in een mistbank

die alles verbergt.
Ha, 2020

‘I can put a dent in it!’: Winfred Rembert (1945-2021)

Angry Inmates” (circa 2007). “Morgan was all about work and busting you down,” Rembert said.

Kunstenaar Winfred Rembert overleed op 31 maart van dit jaar, 2021. Hij werd vijfenzeventig. Geboren in 1945 groeide hij op in Cuthbert, Georgia, waar hij als kind katoen plukte. Als tiener was hij actief bij de burgerrechtenbeweging en werd hij na een demonstratie gearresteerd. Later ontsnapte hij uit de gevangenis, overleefde een bijna-lynchpartij en bracht zeven jaar door in de gevangenis, waar hij gedwongen werd ‘to labor on chaingangs’

Chain Gang—The Ditch” (2008). “You can’t make the chain gang look good in any way besides by putting it in art.”
Following his release, in 1974, he married Patsy Gammage, and they eventually settled in New Haven, Connecticut. At the age of fifty-one, with Patsy’s encouragement, he began carving and painting memories from his youth onto leather, using leather-tooling skills he had learned in prison.  (Erin I. Kelly The New Yorker)
Photo Credit Renan Ozturk
I’ve been sharing my story, as an artist, for the last twenty-five years. My pictures are carved and painted on leather, using skills I learned in prison. Some people in Cuthbert never knew what happened to me. I want people, especially the people I knew, to understand what happened and why I spent seven years on the chain gang.

The more I thought about putting the things that had happened to me on leather, the more love I felt for Mama—Lillian Rembert—and for other people in Cuthbert, Georgia who were good to me. Mama went through a lot in her life and she gave me great love—all the love she could muster. I want her to be remembered.

It was my wife Patsy’s idea for me to become an artist. She kept telling me, listen, you can do it, and she kept pushing me. There were times in my life when it seemed to me there was no future. Every day Patsy pushed me to be positive. She gave me hope. I’d be dragging my feet and then all of a sudden I come up out of it like a champ.
On Mama’s Cotton Sack, 2002
The Walk, 2002 Dye on carved and tooled leather, 36 3/8 x 25 1/4

Winfred Rembert overleefde een bijna-lynchpartij op het platteland van Georgia in 1967. Hij was pas 21 jaar oud, door een bende blanken van zijn kleren ontdaan en ondersteboven aan een boom opgehangen, met een strop om zijn enkels. Eén man kwam op hem af met een mes en castreerde hem bijna, waardoor het bloed langs zijn lichaam gutste. De enige reden waarom hij niet werd gedood was dat een andere blanke man tussenbeide kwam en zei dat er betere dingen konden worden gedaan met Mr. Rembert, zoals hem terug in de gevangenis gooien waaruit hij net was ontsnapt.

Self-Portrait, 1997
Chain Gang (All Me), 2005
Hij had altijd graag getekend. Toen hij in de gevangenis zat, had hij geleerd hoe hij leer moest bewerken met gereedschap en verfstoffen, en hij begon kleine voorwerpen te maken, zoals zakportefeuilles.

Hij gaf een klein leren plaatje aan zijn vrienden Philip en Sharon McBlain, en zij hingen het aan de muur van hun antiquariaat in de buurt van New Haven. Mr. Rembert had de afbeelding overgetrokken uit een boek omdat hij dacht dat blanken zijn eigen werk niet zouden kopen.

Maar het werk werd verkocht voor $300. McBlain gaf het geld aan Rembert, die een groter werk maakte, dat verkocht werd voor $750. De McBlains gaven hem wat leer en gereedschap, en de vrouw van Mr. Rembert zette hem aan om tekeningen uit zijn eigen leven te maken.
What’s wrong with Little Winfred, 2002
Picking Cotton/Colors, 2010 Dye on carved and tooled leather, 35 1/4 x 30 3/4
His autobiography, written with author Erin Kelly, Chasing Me To My Grave: An Artist's Memoir Of The Jim Crow South, features images of fishing in the culvert or dancing in the juke joint — but also of picking cotton, escaping a lynching and working on the chain gang.

A Tufts University professor, Kelly worked with Rembert to turn his life into a book. Winfred's wife, Patsy Rembert, also influenced him.

"So he didn't want to tell his story for a long time," Patsy Rembert tells NPR. "He would talk to me, and he said, 'no one's going to believe me.' But we got some of this stuff documented. And I feel like him telling his story — he's telling a story about a lot of — more Black people who endured these things, who didn't have a voice, who couldn't find a safe refuge to talk about it. Even today, some people won't mention what happened to them or what they saw. A lot of things went on in the South that never reached the papers. No one wants to talk about it, but they happen. These things happen." (Editor Aug 11, 2021)

Ashes to Ashes.  2019 US.A./duration 26 minutes. America has yet to heal from the trauma of its darkest era, and Winfred Rembert is living proof of that. Rembert, who lived on a plantation, joined the civil rights movement as a teen and was put to work on a chain gang, is a rare survivor of a lynching attempt. Decades later, he still carries the scars. “That lynching is on my back, and it’s dragging me down, even today,” he says. As he etches his history into leatherwork, fellow artist Dr. Shirley Jackson Whitaker organizes a different kind of ceremony to search for healing. “It’s not just black history,” she says. “This is American history.” (Produced by Dr. Whitaker. Directed by Taylor Rees.)

Bekijk deze prachtige vaak bekroonde film:

Rocking in the Church 2011
Inside Cat Odom’s Cafe 2005

Een indrukwekkende getuigenis, maar ook als zelfstandige kunstwerken bruisend van leven, tristesse, en verbondenheid getuigen Winfred Rembert’s werken van een werkelijkheid die moeilijk met woorden is te vatten. Heb je de film hierboven bekeken dan merk je hoe kunst en samenleving met elkaar zijn verweven, hoe woorden, kleuren, materialen en boodschap opgaan in elkaar. Er is geen afstandelijke boodschap mogelijk bij zoveel leed en verdrukking. Wonde en verwondering staan dicht bij elkaar. Je kunt je hoofd afwenden, maar ik had eerder de neiging om aan te sluiten, om je eigen zoeken naar aansluiting zonder schaamte te tonen. Ik ben er ook maar eentje van dezelfde verzameling, ongeacht huidskleur of cultuur. Kunst die dergelijke verlangens opwekt verdient hier dus zonder twijfel haar plaats. ‘I can put a dent in it’. Een ferme deuk in onze onwetenendheid en vooroordelen. Een deuk in ons eigen bewustzijn.

The Curvey II, 2014

Stilleven met oktoberlicht

Het blijft niet lang, dat kladje oktoberlicht in de vroege namiddag. Door het badkamerraam tot op het rekje met ‘mannengereedschap’, nog onder het stof van voorbije werken. Klad zon aan de linkerkant, streepje op de tegels, puur licht in het pillendoosje op zijn blauwe foedraal. Nu inzoemen op de strakke nagelknipper op het mandje gestoken.

Stof over het weefwerk en een verre weerkaatsing van de fotograaf in het spiegelend vlak van de knipper. Tegen de zacht belichte tegels het blauwgetinte van Davidoff’s Cool Water terwijl wattenstaafjes zich uitrekken om nog mee in beeld te komen.

Ook de nieuwe nog ingepakte tandenborstel wil bij de donker geworden Davidoff horen. Het oktoberlicht weerspiegelt het blauw van Cool Water op de tegels. Lang zal het niet duren.

Het bijna lege pillendoosje van die dag vangt alleen licht. Is er een mooier geneesmiddel? Innemen langs de ogen, of het bewaren in het digitale geheim achter het oog van de lens, deze liefelijke cycloop.

Tenslotte is er het moment van het stilleven zoals ik het wil bewaren: Licht, schaduw en reflectie in de gewone alledaagse dingen, een oktober-namiddag. Alles valt op zijn plaats.

Stilleven met oktoberlicht

In de traphal tekent het licht gordijnbloemen op de muur net voor het vertrekt. Tien minuten later verdonkeren wolken het binnenhuis. Je moet aan vroege avonden leren wennen.

Natuurlijk komen de foto’s beter tot hun recht als je ze extra kunt vergroten, maar hier zijn het gewoon onderdelen van een verhaal waarin het strijklicht van oktober even binnenkomt, hoopt dat iemand zijn toverkunsten opmerkt voor het oplost in het naderende regendonker, uitloper van kortende dagen. Stilleven.

Fausto Melotti Tre Tempi

Letha Wilson: het fotografisch beeld als beginpunt

grimm-letha-wilson-yellowstone-sunsrise-idaho-lava-2021 UV prints on steel
72.4 x 50.8 x 34.3 cm | 28 1/2 x 20 x 13 1/2 in
zijkant van hetzelfde beeld

Het fotografisch beeld in een synthese met industriële materialen zoals cortenstaal, aluminium en vinyl. Dat is het onderzoeksterrein van de Amerikaanse kunstenares Letha Wilson (b.1976), nu o.a. te zien in de Grimm-gallerie in Amsterdam, voordien ook in New York.

Letha Wilson’s practice is rooted in material experimentation. She is known for her synthesis of mediums, expanding the visual and physical dimensions of photography and sculpture. 

By combining industrial materials such as Corten steel, aluminum, and vinyl with photography, Wilson has developed unique fabrication processes. She prints images depicting the beauty of natural landscapes onto her sculptures, embeds them in the surface of her works, and manipulates them in various unexpected compostions. The sweeping expanse of a desert sunset, grooved rock formations, and verdant palm trees are among images Wilson has taken while travelling in Hawaii, the American West, and Iceland. The natural world is both the subject and content of her work; a metaphor for the role of the landscape in myths of renewal, and possibility. (Grimm Gallery)
Nevada Moonrise Metal Fold, 2018
UV prints of aluminum
96.5 x 386.1 x 25.4 cm | 38 x 152 x 10 in
detail centrum

Een synthese van media. Zat de fotografie vastgeklonken in de twee-dimensionele ruimte, hier probeert de kunstenares haar als belangrijk onderdeel te integreren, niet alleen in haar oorspronkelijke vorm maar vaak ook bewerkt, geknipt, gescheurd, of afgedrukt op ongewone materialen zodat ze helemaal in het kunstwerk kan geïntegreerd worden.

Lava and Leaves with Pipe, 2021 UV prints on steel, steel pipe
61 x 35.6 x 38.1 cm | 24 x 14 x 15 inch
Door industriële materialen zoals cortenstaal, aluminium en vinyl te combineren met fotografie, heeft Wilson unieke fabricageprocessen ontwikkeld. Ze drukt beelden van de schoonheid van natuurlijke landschappen af op haar sculpturen, verwerkt ze in het oppervlak van haar werken en manipuleert ze in verschillende onverwachte composities. De uitgestrektheid van een woestijnzonsondergang, gegroefde rotsformaties en groene palmbomen behoren tot de beelden die Wilson heeft genomen tijdens reizen in Hawaii, het Amerikaanse Westen en IJsland. De natuurlijke wereld is zowel het onderwerp als de inhoud van haar werk; een metafoor voor de rol van het landschap in mythen van vernieuwing en mogelijkheden. (Grimm)
Bryce Canyon Lava Push, 2018 UV prints on Corten steel
335.3 x 129.5 x 152.4 cm | 132 x 51 x 60 inch
Wilson snijdt, scheurt en vormt haar foto's, duwt en trekt de afdrukken op hun plaats en omhult vervolgens delen van de compositie in cement. In haar werk ze onderzoekt de magnetische aantrekkingskracht van het Amerikaanse Westen en wijst daarbij op de rol die het landschap speelt in onze eigen mythen over heruitvinding, eindeloze mogelijkheden en grote beloftes. Met architectuur en driedimensionaliteit als frame en armatuur onderzoekt Wilson de mogelijkheden en onmogelijkheden van het fotografische beeld. Zoals het onvermogen van een foto om de plek die wordt afgebeeld volledig te omvatten. 

“I believe the concern for the environment and nature comes from the heart of my experience spending time outdoors. It’s not something that I address overtly; but I allow the viewer to bring with them what they may and, perhaps, or ideally, they re-consider their own relationship or assumptions about nature.”
^ Hawaii California Steel (Figure Ground), 2017, UV prints on Corten steel, 10 x 6 x 5 feet
Comissioned by the DeCordova Sculpture Park and Museum
'I never understood why photography was sort  of sectioned out in terms of this art conversation.  What do photographers think they’re doing that    separates them from artists? There is such convention  surrounding photography, how it’s framed, how it’s  hung, how it’s presented. I amazed that people assume that once the image is captured nothing happens after that. To me, that’s just the beginning of  the conversation. The image is not the end point but  a starting point. And even going back to someone  like Anna Atkins, I find it really interesting thinking  about the first camera, the first photograph, the camera obscura. It’s all really based on science, a spirit of  experimentation and figuring out what works. I get  excited about that.' (William Jess Laird, Upstate Diary)
Death Valley of Fire Concrete Bend, 2020 concrete, C-print, UV print, aluminum frame
81.3 x 61 x 4.4 cm | 32 x 24 x 1 3/4 in
IMAGE: Letha Wison, Landmarks and Monuments Installation view, Solo exhibition at Art in General, NYC
'I was really interested  if something could be sculpture, painting, and photography simultaneously. I was making work, but I was also taking all these other classes  learning a lot of processes, so I could understand what I could create  using mold-making or layering images onto fabric. My peers were always  painters and sculptors. I never took a photography class and I feel like  an outsider as far as photography goes. But the thing is that, eventually, I  realized these pieces I was making, these extrusions using digital prints  and sculptural forms were kind of cumbersome. 

So in order to break  down my practice into something more immediate, I started printing in the dark room, which has been a huge part of my process. I’ve been  printing for 12 years, but, still, I go to the dark room and they’re like, 
“Which enlarger lens do you need?” And I’m like, “I don’t know.” I don’t know the technical lingo of photography, but I know how to do what I  need to do. My goals are just different. I shoot with this old box camera, a Yashica-Mat, so there’s a certain amount of not seeing and not knowing what I’m doing. And then, when I’m in the dark room, I just want to  see images as quickly as possible. I know that I’m going to subject these  prints to extreme duress, so I print quickly and really large — and the 
colors can shift. But it isn’t perfect color that I’m looking for.' (Ibidem)
Letha Wilson – Headlands Beach Steel Pipe Bend, 2018
UV print on vinyl, steel pipe
147.3 x 106.7 x 40.6 cm | 58 x 42 x 16 in
Installation view of Cross Country, Grimm Gallery Amsterdam, May 2019

Website:

http://www.lethaprojects.com/index.html

Steel Face Concrete Bend (Kauai Palm), 2018, Unique c-prints, concrete, emulsion transfer, steel frame, 38 x 32 x 1 1/2 in

Nature and the landscape, particularly in the Western United States, but even hiking in the woods out East gives me ideas. The sense of timelessness and the overwhelming magnitude of the spaces in the American West continually blow me away. Besides the large vistas, are so many details and moments, the rocks, geology and formations, it is a continual source of amazement.

Badlands Concrete Bend, 2015, C-prints, concrete, emulsion transfer, aluminum frame 60.5 x 45.5 x 2 inches

https://grimmgallery.com/artists/25-letha-wilson/

Tussen kunst en kunde: Miguel Mackinlay (1895-1958)

Mackinlay, Miguel; Summer; Bushey Museum and Art Gallery; http://www.artuk.org/artworks/summer-16055

Bekijk je aandachtig de naam van deze schilder dan vertelt hij alvast iets over zijn afkomst: zoon van een Spaanse moeder en een Schotse vader wordt hij in Spanje geboren maar reist hij, na de dood van zijn moeder, in 1906 als 13-jarige naar Perth in West-Australië, met zeker ook de herinnering aan een bezoek in het Prado toen hij nog een kind was. In Perth heeft hij alvast als jonge sollicitant bij een decoratie-firma getoond dat hij een goed oog had. Getuige een beschrijving van zijn sollicitatie, jaren later toe hij een bekende schilder was geworden:

'We advertised for a boy to learn decorating and amongst other applicants came this dark-eyed  lad of 14 years, with a bundle  of sketches under his arm. On  inspection I could not believe that the work was that of an untrained  youth, and told him so. He flared into a temper, waving his arms  and sketches around his head, and dared me to let him paint a portrait  then and there in our studio. 
From that day on, for the next five years he studiously and honestly went through the drudgery of apprenticeship – drudgery to him,  as he told us after years, as his aims  were far beyond the capacity of our  humble business.'
Mackinlay, Miguel; The Young Reader; Leamington Spa Art Gallery & Museum; http://www.artuk.org/artworks/the-young-reader-54383

Naast zijn werk volgt hij er een degelijke opleiding bij Britse ‘expatriate teachers’, wint talrijke prijzen, houdt er zijn eerste tentoonstelling en vertrekt dan voor goed naar Londen waar hij in de lente van van 1914 aankomt en ouders en familieleden nooit meer zal terugzien.

Mackinlay was soon  at work on a mural for the new offices of  the West Australia Government in The Strand. Once this was completed, early in 1915, he opted to continue his training and enrolled for a life class; before long he was living with Laurie Carruthers, an artists’ model. By the time he was conscripted, in November 1917, they had a child. The couple married in August 1918, during a period of convalescence for a leg injury, before Mackinlay resumed active service for the duration of the hostilities (NB. He  was declared unfit for service and stayed on  a base in UK. He did not go back to the front). 
Een van de vele frontschetsen

De jaren onmiddellijk na de oorlog waren een tijd van uitzonderlijke onzekerheid, sociaal, politiek en cultureel. Mannen als Mackinlay, wiens carrière ontspoord was juist op het moment dat zij verwachtten zichzelf te lanceren – hij was net 19 in 1912 – bevonden zich misschien wel in de slechtste positie: ondanks de drang om door te gaan waar hij was gebleven, was de wereld zo totaal veranderd dat zoiets eenvoudigweg niet mogelijk was. Hij kon niet vermijden verstrikt te raken in de sfeer van collectief cultureel geheugenverlies, waarin het nabije verleden feitelijk ontoegankelijk was, en men weer van voren af aan moest beginnen. Mackinlay’s bekwaamheid in het tekenen van figuren bezorgde hem werk als illustrator van populaire fictie in 1919, toen een nieuw maandblad in de kiosken verscheen, Hutchinson’s Story Magazine. Al snel was Mackinlay een van de vaste medewerkers en verscheen hij in vrijwel elk nummer totdat het werd afgesloten in 1929.

Children in a tub pen and wash
He and Laurie now had a daughter, as well as a son, and with no immediate family or resources to fall back on, the regular income was crucial. Not that Mackinlay had given up hope of being recognised for more than his technical skill in black and white. For a brief moment, he brushed shoulders with the two of the more forward-looking exhibiting bodies, The New English Art Club and the London Group. He contributed work to both societies in 1921 and 1922, and in 1923 to the New English Art Club alone. By this time, he had also had his first picture hung at the Royal  Academy, and in future it was to be on this bastion of the establishment that he decided to fix his aspirations. Not that he was ever a neat fit in this annual jamboree on which he pinned his hopes and reputation; almost too tame for the New English or the London Group, neither was Mackinlay ever at home in the stiflingly middle-class atmosphere of the RA. 
The Bath

Een van zijn mooiste werken, The Bath, is in feite een portret van zijn familie. De familie als zelfportret. Je voelt de sfeer van de tijd in de vormgeving, maar ook de armoede. Hij leest de krant, op zoek naar werk, zij bereddert het huishouden. De twee kinderen zijn hun eigen kinderen. ‘The Bath’ wordt op een groepstentoonstelling opgemerkt door het voornaamste en meest gezaghebbende kunsttijdschrift ‘The Studio’. (Sommigen denken dat het kunsthistoricus William Gaunt (1900-1980) was die de bijdrage schreef.

'Some of his  other drawings have an almost pre-Raphaelite care and tenderness of line.  All his work shows a reverence for nature – a carefully thought out design  and the capacity for taking pains which  a true artist must possess. It is to be  hoped Mr MacKinlay will occupy  himself less, as time goes on, with  picture, “The Bath” has an  unusual combination of qualities  – accomplished technique, artistic  conception and psychological insight – conspicuously lacking in most  exhibits which surround it.'
Convalescence

Het is inderdaad de lijn, ‘the tenderness of line’ die door ‘W.G.’ wordt opgemerkt, al zullen de roaring twenties die lijn in allerlei art deco-vormen trachten te bevriezen. Uit de verwarring van het tijdperk na de eerste wereldoorlog probeert een maatschappij opnieuw adem te halen, te leven zoals zij dat zelf willen, of in het slechtste geval ‘zouden willen’. De opdracht: weg uit de armoede van Battersee.

Battersea roofs 1923-4
Hij voelde zich hiertoe in staat omdat hij in feite ontsnapt was uit de achterbuurten van Battersea, waar hij aan het begin van het decennium woonde, naar een meer welvarend bestaan in Fitzrovia. Dit hoofdstuk lag niet helemaal in het verleden, want hij stuurde het schilderij Battersea roofs, dat vier of vijf jaar eerder moet zijn geschilderd, naar de najaarstentoonstelling in Manchester in datzelfde jaar, 1927. Het arbeidersinterieur was geen onderwerp dat de bezoekers van de Royal Academy vaak op de tentoonstelling, of zelfs in het echt, tegenkwamen. Enerzijds greep het onderwerp terug op de bloeitijd van de schilders van Camden Town tien jaar eerder, wier overlevende leden nu de ruggengraat vormden van de Londense Groep.
Tête à tête

De variëteiten van ‘le déjeuner sur l’herbe’ zijn niet meer te tellen, en ook hier waren de commentaren niet mis. Van voorzichtig met het servies, tot de vaststelling dat deze tête à tête door twee vrouwen werd verbeeld. Maar…er moest geld verdiend worden en dus nam het commerciële werk weer een belangrijke plaats in.

Er is al heel wat gepalaverd of kunst en kunde, alsof het twee verschillende entiteiten zouden zijn. De toegepaste kunsten en…? Ik laat het open. Ik denk dat kunde ook voor kunst belangrijk blijft, terwijl kunst het toegepaste werk blijft inspireren, of zouden beiden best gewoon in elkaar opgaan? Kon The Scottish National Gallery in 2017 nog 70 schilderijen samenbrengen van een generatie artiesten met als leidraad ‘True to life’: ‘British Realist painting in the 1920s and 1930s’, het blijft zoeken naar kwaliteitsvolle reproducties en teksten die deze boeiende persoonlijkheden ook op het net tot hun recht laten komen. We zullen nog enkele waardevolle sites aanduiden die zich met deze opdracht bezighouden, of zeggen we ‘hielden’? Ze verdienen toch een beschermde status, niet?

Children Painting Pen and blue wash

http://www.miguelmackinlay.org/

http://miguelmackinlay.org/project-team.html

http://miguelmackinlay.org/war-drawings.html

Dr. Dorothy Ericson, doctor of philiosophy en nog vele andere titels leidt het project en belicht ook heel boeiend de onderdelen van Miguel’s leven in afzonderlijke bijdrages in pdf format.

https://dorothyerickson.com/?page_id=4628 The great war

Mackinlay, Miguel; Laurie and Theresa, the Artist’s Daughters; Bushey Museum and Art Gallery; http://www.artuk.org/artworks/laurie-and-theresa-the-artists-daughters-16066

Mijn bewondering voor Miguel is groot. Zijn werk, maar ook zijn leven heeft mij ontroerd. Het dagelijks leven als inspiratiebron is ook de basis van dit blog: zonder al te veel lawaai, iets wat ook ‘stilte’ wordt genoemd: daarin de tijd nemen om door prent of tekst op zoek te gaan naar meer: achtergronden, tijd, pogingen, mislukkingen, tot het weer gebeurt: een tekst, een kunstwerk, een ontwerp, een verhaal, muziek: de verbinding. Want wij zijn niet tijdelijk, maar in de tijd. De tijd van herkenning en verbinding. Wat gisteren was zal morgen zijn.

Miguel Mackinlay Zelfportret