
Net vandaag beschrijft Geert van der Speeten in de Standaard dit fraaie schilderij van Pieter P. Rubens waarop de verkilde liefde te zien is , Venus Frigida, weldra te bekijken in het vernieuwde KMSKA. Het zou een mooi uithangbord zijn bij een artistieke reactie op de huidige waanzinnige tarieven voor gas en elektriciteit. Vertrekpunt immers voor dit beeld waarin de koukleumende Venus en kleine Amor, pijlen doelloos op grond, zichtbaar zijn, is een vers van de Romeinse comedian Terentius (195-185) dat later een spreekwoord werd in de moderne tijd: ‘Sine Cerere et Libero friget Venus.’ Of in duidelijk Duits: ‘Ohne Wein und Brot ist Venus Tod.’ Zonder wijn en brood is Venus niet in goede doen. Je vindt de uitdrukking terug tot in de Adagia van Erasmus. Hoe het dan wel kan (of zou kunnen) zien we op een ‘pen-painting’ van Hendrick Goltzius uit 1600-1603. Uitleg lees je in ons blog van 1 juli 2005: het tekort aan menselijk.

... some good lessons Are also learnt from Ceres and from Bacchus Without whom Venus will not long attack us. While Venus fills the heart (without heart really Love, though good always, is not quite so good), Ceres presents a plate of vermicelli, – For love must be sustain'd like flesh and blood, – While Bacchus pours out wine, or hands a jelly. Lord Byron— Don Juan Canto II, sections 169–170
Het kan dus net zo goed een bord vermicelli zijn of een lekkere gelei.
Helemaal gerust moet Pieter Pauwel niet geweest zijn want in datzelfde jaar 1613 of een jaartje eerder schilderde hij twee andere versies, nu te zien in Staatliche Museen Kassel. en een versie nu in de Gemäldegalerie der Akademie der Bildende Kunst Wien.
Rubens employed the motif repeatedly in different ways, including the visibly freezing Venus Frigida, a version with Amor who desperately attempts to start a fire, and one with Venus at the Moment maßvollen Erwärmens und ruhigen Erwachens ('Moment of modestly warming and quietly waking') in which she hesitantly accepts a wine cup from Bacchus. (Wikipedia Article)


Dat het bij Paul Cézanne in de winter van 1865 niet warmer was mag dit schilderijtje duidelijk maken.

En die kachel speelt dan weer een rol in het mooie liedje van Don Quishocking: De oude school. Tekst van Willem Wilmink.
Ach zou die school er nog wel zijn, kastanjebomen op het plein; de zware deur. Platen van ridders met een kruis en van Goejanverwellesluis; Geheel in kleur Die mooie school daar stond je met een pas gejatte sigaret in 't fietsenrek. Daar nam je bibberig en scheel en van ellende groen en geel, opnieuw een trek. En als de meester jarig was werd het rumoerig in de klas; en zat je daar. En je verwachte zo direct een uiterst boeiend knaleffect: de klapsigaar Je speelde in het schooltoernooi en het begin was wondermooi; fijn voetbalweer. Je kreeg met 10-1 op je smoel de kleine keeper in zijn doel: hij weende zeer De najaarsblaren op de grond daar stapte je zo fijn in 't rond; de school voorbij. En 's winters was de kachel heet en als je daar dan sneeuw in smeet, dan siste hij. Het moet er allemaal nog zijn: de deur, de bomen en het plein; de grote heg. Alleen die mooie lichte plaat, waarop een kleine desa staat, is misschien weg. Bali, Lombok, Soemba, Soembawa, Flores, Timor enzovoort Bron: https://muzikum.eu/nl/don-quishocking/de-oude-school-songtekst
Weet je wel, oudje? Later meer hartverwarmende vondsten van ver en dichtbij.