Ja, de veelheid van betogen, de overdaad aan betogen over dit ‘soort’ liefde kan niet ontkend worden, maar dan wel betogen waarin ze nooit bij naam wordt genoemd, un déluge de mots cernant, plus encore qu’ un silence, un creux om Monique Nemer te citeren. (p17)
Ook Oscar Wilde zelf droeg bij tot die stilte.
Er is een groot verschil tussen homoseksueel zijn en zich ook zo noemen.
Ook na zijn gevangenistraf had hij het veeleer over een ‘nous’ en nooit over ‘je’.
‘Je n’ ai aucun doute que nous gagnerons, mais la route est longue et rouge d’un monstrueux martyr.’
Ofwel een opinie weergeven:
‘Avoir changé de vie aurait été admettre que l’ amour uranien est ignoble. Je le pense noble- plus noble que d’ autres formes d’ amour.’(Franse vertaling van de auteur)
Merkwaardig is een passage uit de ondervraging op het proces door Eduard Carson, de verdediger van lord Queensberry.
CARSON: Heeft U nooit praktijken uitgeoefend die indruisten tegen de goede zeden.
WILDE: Oh neen!
CARSON: Uw handen op zijn persoon gelegd?
WILDE: Nooit.
CARSON: Heeft U nooit uw persoon tussen zijn benen geplaatst?
Perplexité, roept Monique Nemer uit, en inderdaad, je moet op een noot bij de vertaling te weten komen dat ‘person’ hier staat als eufemisme voor ‘penis’.
Een vreemde omgekeerde metoniem, niet pars pro toto maar totum pro parte, het geheel dat een deel moet aanduiden.
Maar daarmee wordt ook duidelijk dat Tota mulier in utero blijkbaar niet alleen voor vrouwen was voorbehouden en dat ‘ik ben een homoseksueel’ zeggen ‘…serait dès lors, plus encore que consentir à sa propre négation, la provoquer. Un suicide, en quelque sorte.’
Sebastien Chauvin legt de vinger op de wonde in zijn opstel over “l’homophobie intériorisée’.
(Sebastien Chauvin, “Honte” in Dictionnaire de l’ homophobie, sous la direction de Louis-Georges Tin, Presse Universitaires de France, 2003, p222-226)
‘Sébastien Chauvin distingue la honte, qui concernait les actes seuls, du stigmate, qui marquerait l’ être même des individus, la définition de leur essence.
Le regard social ne confond pas “la transgression solitaire de l’individu “normal et universel” qui se contente de jouer avec la limite social ou sexuelle, et “l’ abjection” de l’individu stigmatisé par delà les actes mêmes qu’il a ou ne pas commis, et qui ne peut refuser l ‘ identité “infâme” qui lui est imposée”: pour l’ homosexuel, la honte “ne se reduit jamais à une culpabilité qui démeurait locale tout en laissant indemme la définition des personnes.
L’ acte honteux déteint toujours sur l’ essence de son auteur”.
Geconcentreerder gezegd: ‘La vision homophobe condamme les homosexuels à n’ être plus que leur sexualité’, redoublant ainsi l’ inconvenance de l’ anormalité par l’ indécence de l’ exhibitionisme.
De schaamte is het resultaat van dit idee te interioriseren en zichzelf tot een lichaam dat zich exhibitoneert te herleiden.
De reeds geciteerde prof Ambroise tardieu die de verdienste had op te komen voor de misbruikte jonge hoertjes midden 19de eeuw, kon echter in zijn geleerd werk aardig uit de hoek komen als hij het over de pédéraste, de jongensminnaar had:
‘Monstre dans la nouvelle galerie des monstres, le pédéraste a partie lieé avec l’ animal; dans ses coïts, il evoque le chien. Sa nature l’ associe à l’ excrément.’
Met dit idee in het achter- en voorhoofd kun je niets anders doen dan weglopen van het ‘je’ en begrijp je dat Wilde hevig en eerlijk No uitriep op de gestelde vragen.
Komt daarbij dat je zijn verdediging begrijpt tegen de aanvallen op Het portret van Dorian Gray dat immoreel zou zijn net zoals de auteur, tegen de veroordeling van een verhaal ‘De priester en zijn akoliet’ dat in het tijdschrift waarin hij zijn citaten voor de jeugd (!) publiceerde werd geplaatst, niet omdat het een goed verhaal was, het was afschuwelijk geschreven, maar een auteur hoeft zich niet moreel in zijn schepping te gedragen was zijn standpunt, de kunst heeft zich met de schoonheid, de intelligentie en de emotie bezig te houden.
En in 1851 schrijft Proudhon nog:
‘Tout meurtre commis par un citoyen quelconque sur le péderaste dans le cas de délit flagrant est excusable.
Het werd als een soort wettelijke zelfverdediging gezien, want niets minder dan de beschaving was in gevaar.
De heer Zola deed er nog een schepje bovenop:
‘Un inverti est un désorganisateur de la famillie, de la nation, de l’humanité. L’homme et la femme ne sont certainement pas ici-bas que pour faire des enfants mais ils tuent la vie le jour où ils ne font plus ce qu’ il faut pour en faire.
(…)” L’homme et la femme”, car l’ invertie n’ est pas moins redoutable que son homologue masculin, et comme lui passible d’une mort qui justifie pleinement sa monstruosité.
“‘C’ est l’ ogresse fatale, l’ ange du mal, l’ incarnation du péché, la parfaite damnée. (…) Elle va jusqu’ au crime pour garder sa proi. Sa fin est violente: les narcotiques l’ achèvent, quand la cellule d’ une prison, le cabanon de l’ asile, le poignard d’ un mari ou d’ un frère outragé, justiciers improvisés d’ un crime impuni par la loi, n’ en débarassant la société, ainsi qu’ une bête venimeuse.’
Dat iemand met deze geaardheid zich niet zou haasten om ‘je’ te zeggen, wordt al een beetje begrijpelijker.