‘Un paysage est un état de l’âme.’ Notities bij de landschapsschilder Theodoor Verstraete (1850-1907)

Theodoor Verstraete ‘Zonnige namiddag in het park’

Er zijn kunstenaars van wie je gewoon het werk laat spreken, terwijl -door allerlei omstandigheden- het werk van Theodoor Verstraete een stevige aanvulling van biografische gegevens voor de nodige diepte in het landschap van een levensloop zorgt. Niet alleen het ontbreken van degelijk illustratiemateriaal maar meer nog de schaduwzijde van een mensenleven kan met woorden de weinige beelden kaderen. In een artikel uit Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 5 van het jaar 1895 geeft auteur Pol de Mont een uitvoerige beschrijving van persoon en werk. Hij heeft de schilder persoonlijk ontmoet en portretteert hem in de taal van die tijd:

‘Een kloeke, ofschoon niet indrukwekkende verschijning.
Van middelbare gestalte, met stevig ontwikkelden thorax en opvallend breede schouders; ietwat zwaarlijvig en met een onmiskenbaren aanleg tot - zooals 't men 't heet - ‘dik-worden;’ met iets vermoeids, iets zwaars in de fermgekuite beenen, en - ondanks het zenuwachtige van handgebaar en gelaatstrekken - met iets in den gang als lood, - een gang van opvallende eigenaardigheid, een die onweerstaanbaar herinnert aan den gang onzer boeren, gewoon met groote, breede stappen heen te schrijden over den weeken kleigrond, bij elke schrede begevend onder den voet; overigens met niets-niemendal in kleedij of uiterlijk dat den kunstenaar verraadt of den idealist - ziedaar wel den eersten indruk, dunkt mij, welken, na een vluchtig ontmoeten, zeker wel de meesten van Theodoor Verstraete zullen meedragen.’
Het portret naar een oorspronkelijke koolteekening van Edgar Farazyn, te Antwerpen.

De beschrijving van zijn jonge jaren kan ik ook beter aan Pol de Mont overlaten:

Geboren te Gent in 1851, werd hij, nog geen jaar oud, burger van de Scheldestad, waar zijn vader de betrekking van tweeden orkestmeester bij het te dien tijde in den Schouwburg van Verscheidenheden gevestigd Nationaal Tooneel had aangenomen, terwijl zijn moeder, de thans nog terecht gevierde Mevr. Verstraete-Laquet, in hetzelfde gezelschap de jonge rollen speelde.
Ook was de ‘eerste’ roeping van Theodoor een muzikale: de jongen was een onverbeterlijk en overigens hartstochtelijk trommelslager, en toen de populaire Victor Driessens in de jaren 60-65 in Noord- en Zuid-Nederland rondreisde met meesterstukken als Generaal Boem en de Grande Duchesse, ‘mocht’ de kleine Door, als triangel-, pauken- en trommelvirtuoos drievoudig verdienstelijk, van de expeditie deel maken. (ibidem)
Huis van de Boswachter, het huis tussen de bomen in St Job in’t Goor.

Vanaf 1867 volgde hij schilderlessen aan de Antwerpse Academie onder leiding van Jacob Jacobs . Tot Verstraete’s klasgenoten behoorden Emile Claus , Jef Lambeaux , Edgard Farasyn en Henri Houben. Van 1873 tot 1878 bezocht Verstraete het vrije atelier van Jacobs dat verbonden was aan de Academie. In dat jaar trouwde hij. Hij was voor zijn financiën afhankelijk van de hulp van zijn moeder en van zijn werk als drummer en decoratieschilder in het theater.

In 1878 verliet Verstraete de Academie en ging het jaar daarop werken in een pittoresk huis in Brasschaat, bij Antwerpen. Zijn huis is gebouwd midden in de natuur in de Belgische Kempen. Van daaruit reisde hij met zijn caravan om de omringende landschappen te schilderen. Hij bezocht zijn familie, vermoedelijk nog in Brussel, alleen in het weekend. Verstraete werd de “Brasschaatschilder” genoemd en andere schilders die met hem samenwerkten of van hem les kregen, werden beschouwd als leden van de zogenaamde “Brasschaatschool” van de landschapsschilderkunst. Jan Frans Simons, Frans Van Ballaer en Jules Guiette werden tot deze school gerekend. Evert Pietersen Rosa Leigh worden ook beschouwd als leerlingen van Theodoor Verstraete.

Accordeonspeler in een lentetuin

Theodoor was een van de twintig stichtende leden van de kunstenaarsgroep ‘Les XX’, gesticht in Brussel in 1883, die verenigde ‘des artistes-avant garde, refusés dans les Salons officiels.’ Maar dat duurde niet lang. Ik laat hem zelf aan het woord:

«Vous n'êtes pas sans être au courant de l'attaque contre moi qu'avait organisée le cercle des XX, m'en étant déjà aperçu lors de l'emplacement pour la présente exposition j'avais donné ce jour-là même, en présence de tous les membres, ma démission.»

In 1883 was Verstraete daarna medeoprichter van de Antwerpse kunstenaarsgroep ‘Wees U Zelf’. Het manifest van de groep, geschreven door Piet Verhaert, pleitte voor het behoud van de traditie. Andere leden waren Frans Van Kuyck , Eugène Joors , Edgard Farasyn en Emile Claus . In 1891 werd Verstraete medeoprichter van de kunstenaarsvereniging ‘De XIII’ in Antwerpen, die de kunst wilde bevrijden van het heersende academisme. Hij was van plan jaarlijkse tentoonstellingen (salons) in Antwerpen en groepstentoonstellingen te organiseren. Tijdens haar bestaan organiseerde de vereniging, die in 1899 werd opgeheven, drie salons.

Schemering in april
De Voerman Vergroot door hier te klikken

Nadat Verstraete in de periode van 1886 tot 1890 in Zeeland en aan de kust ging werken, verloor zijn werk zijn vroegere somberheid. In plaats van avond- of wintertaferelen of verarmde figuren, schilderde hij zijn landschappen en figuren in een licht palet, in het volle zonlicht. De totaal verschillende sfeer weerspiegelt tot op zekere hoogte de verschillen tussen het Kempische en het Zeeuwse landschap.

De Garnaalvissers

Verstraete liet in zijn latere werk zijn sentimentele toets varen en gaf objectievere en neutralere voorstellingen van sommige onderwerpen die hij eerder had behandeld. Dit blijkt uit werken als ‘Bij de wake’ (1889-1890, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen). De compositie toont boeren en boerinnen die naar een boerderij lopen om te bidden voor iemand die daar is overleden. De afmetingen van dit schilderij zijn bijzonder groot: 172 cm hoog en 294 cm breed. (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen)

Naar de wake Vergroot door hier te klikken

Theodoor Verstraete verbleef ook in Blankenberge aan de Belgische kust, waar mecenas Henri Van Cutsem een villa had. Kunstenaars waren er steeds welkom. Verstraete was gefascineerd door het bewegende schouwspel van water en lucht bij de zee. Uit een brief van zijn mecenas:

 « Ton œuvre est vraie comme observation de nature et le sentiment qui se dégage est intense et juste. Tu nous montres la bruyère avec sa végétation maigre et son horizon étendu ; tu as été impressionné par sa grandeur, son calme aux heures du crépuscule et tu nous fais partager ton sentiment. Quand en imagination, je me place devant ton tableau : que je me mets devant les yeux l’ensemble et le détail, j’en éprouve une satisfaction réelle. » (Correspondance d’Henri Van Cutsem à Théodore Verstraete, Blankenberghe, le 27 août 1883) 
De heide
De stronken Vergroot door hier te klikken

En er was en is de eeuwige beweging van de zee

Hoog tij

In 1893 wordt hij door een beroerte getroffen. Hij kan een lange tijd niet meer praten. Bepaalde bronnen vermelden dat hij later zou blind geworden zijn. Zijn mecenas, Henri van Cutsem zorgt ervoor dat hij een maandelijkse rente krijgt tot aan zijn dood in 1907. Hij schrijft hem in 1894:

« Quand vous recommencerez à peindre, soyez prudent et ne pensez d’abord au travail qu’à petites doses. Vous verrez, mon brave Door, la convalescence marchera vite et le rétablissement là, vous produirez de nouveau toute une série de chefs-d’œuvre. »

Hij zal later in het Antwerps stadspark een monument voor hem oprichten. Zijn motief als afsluiting: “Schilder niets wat gij niet gezien, wat gij niet gevoeld, wat gij niet beleefd hebt.”

Lente in Schoore Vergroot door hier te klikken

Het artikel uit Elsevier’s geïllustreerd Maandschrfit. Jaargang 5 (1895) kun je hier raadplegen:

https://www.dbnl.org/tekst/_els001189501_01/_els001189501_01_0043.php

English lifetime in wikipedia:

https://en.wikipedia.org/wiki/Theodoor_Verstraete