
After: Raphael, Italian, 1483–1520
God Separating Light and Dark, from the Loggia Paintings
1615
Hij heeft er moeite mee. Licht en donker van elkaar te scheiden. Uit zijn kleine-kindertijd herinnert hij zich de zwaarte van de nachtelijke duisternis. Nog niet weg van de wereld, maar de wereld was ver weg van hem.
Was het camouflage zijnentwege? Of bedoeld als geschenk voor de verbeelders? De mengeling waarin de zwaarte van het donker het heimwee naar licht duidelijk maakte. Laat je dus niet misleiden door Eros’ vredige rust want ietsje verder kruipen twee slangen langs zijn goddelijk lijfje.

1500 Gianna Pinotti?

Of het de boze dromen zijn, de vreselijke angsten voor dat alles overweldigende duister? Neurologen zullen het over de langzame vorming van het brein hebben, maar de verhalen over zijn nachtelijke huilpartijen heeft hij uit de ouderlijke verhalen meermaals mogen horen. Angsten die verdwenen toen de bezorgde omgeving een korf met eieren naar de nabije zusters Clarissen had gebracht, met de bede voor het slecht dromend dutske een gebed te plengen. En naar diezelfde verhalen bleek het een effectief middel. Het kind sliep voortaan als een klassieke roos.

Het is niet zo moeilijk de diepe kinderangsten te begrijpen vanuit het jaartal 1943-1945 waarin vrucht en de baby constant waren blootgesteld aan de angst voor bombardementen. De kist voor school-prijsboeken werd zijn wieg die bij de eerste huiltonen van de sirenes kon opgetild worden en mee naar kelder of schuilplaats verhuisde. Ontstaan in 1943 en begin 1944 het spreekwoordelijke licht zien, was niet dadelijk een waarborg voor een zorgenvrije kleine-kindertijd. De voortdurende stress voor zijn moeder -al was het maar bij de voedselbedeling waar zij met doktersattest vooraan mocht staan, en allerlei beledigingen naar haar hoofd kreeg geslingerd-, de vrees voor bombardementen en betrokken te worden bij het dagelijks oorlogsgebeuren, creëerden een atmosfeer waardoor zijn latere kinderangsten in ruime mate konden verklaard worden.

Nu slaapt een kind omgeven door rustgevende lichtjes, speeltjes, camera’s en microfoons, maar voor de op-de-rand-van-de-oorlog geboren jochie’s was het donker, en niets anders dan het donker de enige atmosfeer. De vraag of het licht mocht blijven branden kwam over niemands lippen. Licht was gevaarlijk gebleken. Overvliegende bommenwerpers wisten dan dadelijk waar ze hun vrachtje moesten droppen. En al kon hij wel eens de ‘knijpkat’ van zijn grootvader meesmokkelen, het ding maakte zo’n vreselijk lawaai bij het knijpende aandrijven van het lampje dat het hele gezin klaarwakker was en wegmoffelen onder de dekens onmogelijk werd gemaakt.
O, het zalige licht van de morgend. Niemand heeft ooit zo vreugdevol de overgordijnen open gezwaaid als dat bange kind.

Zijn belangstelling voor ‘het licht’ is dus niet heel ver te zoeken. Zijn herinneringen aan gebeurtenissen, landschappen en seizoenen zijn door die liefde voor het licht gekleurd. Hij was een kind dat op zoek ging naar de natuur van het licht, al was zijn zoektocht eerder door verbeelding dan door wetenschappelijke nieuwsgierigheid gestuwd. En de vraag of licht een ‘gewicht’ had, wilde hij proefondervindelijk met weegschaal en zaklamp vaststellen. (verfijnd met de brievenweger waarbij het vermoeden dat de snelheid van dat licht niet erg veel gewicht kon verdragen. Om rond de driehonderduizend (299.337km) kilometer per seconde te halen was enige slankheid geboden.)

Maar…het onzegbare. De samenhang van water, een heuvel in de verte, mist en vooraan weerkaatsing. Het samenbrengen van een ervaring die je niet met woorden kunt benaderen. Net zoals je eigen ervaringen nauw samenhangen met die verhoudingen tussen de onderdelen. Het wegen van het licht en donker, niet meer het absoluut willen scheiden van de gevaarlijke duisternis en het hemelse licht, maar ze vermengen zoals wij deze mix smaken waardoor ze deel van onze herinneringen gaat uitmaken.

Om zijn herinneringen aan al dat licht-gewicht te kunnen duiden heeft hij een soort winkeltje ingericht waar licht-producten de oneindige variatie ervan beklemtonen. Het gaat dus niet om de kleurtonaliteiten maar de intensiteit en de bewegingen van het licht in een brede waaier rond zijn herinneringen gerangschikt. Ook wilde hij na elke serie geen illustratie maar slechts enkele sfeerbeelden om daarmee je eigen herinneringen niet in de weg te staan. Ook woorden hebben hun kleuren en muzikaliteit. Niet dat je bijvoorbeeld 12 gram zacht-lampjeslicht of een kilo goed-gelig-kermislicht zou kunnen aanschaffen, maar dat het woord ‘lampjeslicht’ of ‘kermislicht’ ook bij de lezer een bepaald soort licht uit zijn eigen ervaring ophaalt. Het licht uit onze herinneringen gewogen. Elk zinnetje hieronder staat voor een herinnering die best mogelijk later met woorden kan benaderd worden.

-Kwakkellicht, beetje aan, beetje uit. -Bliksem in diverse sterktes: van weerlicht tot dolksteek. -Hemelpuntjes: suikeren sterrenglinstering. -Romig licht in vroege lentedagen. -Dansend kaarslicht, denk aan het uitvallen van de electriciteit. -Heel vroeg klaslicht rond de kersttijd: meester, mag het licht aan? -Tussen-de-bomen-licht. -Lief licht op het lichaam geschreven.

-bij het traag aangeraakt worden in de vooravond, late herfst. -wollig licht in een wolkenvolle hemel. -het eerste strijklicht na de winter. -triestig lampjeslicht in eerder kale kamer. -hard neonlicht uit vroege dagen. -bleekblauw, soms met regen. -volle-maan-licht, in open hemel, daarna schuiven wolken voorbij.

-eerste morgenlicht-sprietjes, over horizon gegoten. -dreigend onweer-licht (in feite donker...) -licht in het hoofd bij intens contact, zacht. -eerst bedlicht, waarna je de lamp uitknipt en je tussen de lakens, onder het dekbed kruipt en nog even in het plotse donker rondkijkt. -blote-billenlicht via gordijnloze ramen, bijna lege kamer. -licht in geliefde ogen. -over het water schaatsend licht, diverse bewegingen.

-onder-het-laken-licht. -vlekken door brandglas geprojecteerd op vloer of muren. -licht op het eind van de tunnel -achter de ramen-met-gesloten-gordijnen-licht. -verlichte ramen vanuit de trein in het voorbijrijden. -het donker in de auto die door de nacht langs onverlichte straten rijdt. -licht dat je ziet achter je gesloten ogen eens je het kamerlicht hebt uitgeknipt. (nabeelden) -beregende grote oppervlakten van bv. huisgevels, net na de bui.

Het kan een mooie tocht worden, je herinneringen aan het wegen van het licht te koppelen. Je kunt die herinneringen aanvullen met beelden of woorden, de nabijheid telt. Het gewicht van het licht kan je weer heel dichtbij het verleden brengen of je verlangens naar wat nog moet komen omringen.
We leven niet zo ver van elkaar, ook niet in de voorbije tijd. Bij elke tocht merk je dat onze eigen herinneringen en verwachtingen vaak heel nauw bij bij bestaande beelden, woorden of klanken aansluiten. Een mooie manier om uit de isolatie van deze moeilijke dagen te komen want het virus tast nooit onze innerlijke ruimtes aan. Onze tochten naar gisteren en morgen kunnen zelfs best zonder maskers bewandeld worden. We horen bij elkaar. Zoals wij zijn, of terwijl wij worden.
