
Thuiskomst Ik heb je lief, al kan ik het niet weten. Ik bedenk het als je thuiskomt van een dag in je leven. Maar het is geen gedachte. Je streelt mijn wang en wie weet, dat gebaar. Het wordt duizend keer gemaakt voor het bestaat. Hangt je jas aan de kapstok, iets van niets, maar morgen ontbreekt het misschien. Of schudt de dag uit je haar. Wat ik dan daarin zie, is het begin. Het huis ontstaat, de tafel neemt plaats, wij veroorzaken elkaar. Het is toch niet denkbaar dat iemand dit alles verzint. © 1995, Bernard Dewulf From: Waar de egel gaat Publisher: Atlas, Amsterdam, 1995 Homecoming I love you, though there’s no way I can know. I think of this when you come home from a day in your life. But it is not a thought. You stroke my cheek and who knows, that gesture. It’s made a thousand times before it exists. Hangs your coat on a peg, something from nothing, but tomorrow it might be missing. Or shakes the day from your hair. What I then see in this, is the beginning. The house comes about, the table takes its place, we cause each other. Surely it’s unimaginable that someone’s making all this up. (vertaling 2010, Willem Groenewegen)

Thuiskomen zullen ze wat zeggen en wat zullen ze zeggen als ik de deur door kom wat zie je er uit je bent ver weg geweest of zullen ze niets zeggen en alleen maar kijken of niets zeggen zelfs niet kijken maar doorgaan met doen net of er niets gebeurd is hier ben ik dan hun vriendelijke vreemdeling ik spreek de taal der mensen hoe is het weer het is weer ja het is weer nee het is weer mooi weer buiten Mischa de Vreede uit: Met huid en hand, uitgeverij Holland, (Windroosreeks) 1959

Of het ‘weer mooi weer’ was, zoals Mischa de Vreede beweert, en wat dat niet zo mooie weer teweeg bracht aan de thuis van duizenden mensen, is alvast één aspect bij het begrip ‘thuiskomen’ veelvuldig in beeld gebracht en met letters beschreven. Of het om het alledaagse thuiskomen uit Dewulf’s gedicht of het thuiskomen na een lange afwezigheid gaat, het idee van thuiskomen onderstelt duidelijk een al dan niet concrete plaats waar je thuis bent, waar de personen verblijven (of verbleven) die je lief zijn. (waren) Het is een oud idee, de weg naar huis. Broers en zussen zijn we van de eeuwige Odysseus, koning van Ithaka, of familie van Penelope, de eeuwig wachtende.

Penelope wacht geduldig. Het eerste licht. Jouw voetstappen dragen de beginnende dag. Tot je bij de deur bent en ik de terugslag van het slot verbeeld. Maar het blijft stil terwijl je verder stapt in mijn hoofd, slechts even hoorbaar bij het eerste licht. Denk ik: Zou hij de sleutel verloren zijn? En ik de ramen opende voor het geval dat je als een vlinder al jarenlang 's morgens voor het raam wacht. Met vroege treinen rij je mijn laatste dromen binnen. De stappen van de krantenman verdwijnen snel. Vlokken sneeuw tot bij het bed. Gmt 2021
Alleen wie ronddoolt, vindt een nieuwe weg.” – Noorse uitdrukking

"Een menselijk wezen vormt een deel van het geheel dat door ons het Universum wordt genoemd. De mens ervaart zichzelf, zijn gedachten en gevoelens als iets dat van de rest is afgescheiden. Dit is een soort optisch bedrog van zijn bewustzijn. Deze waan vormt een gevangenis voor ons. Het beperkt ons tot onze persoonlijke verlangens en tot affectie voor een paar mensen die ons het meest nabij zijn. Het is onze taak onszelf uit deze gevangenis te bevrijden door de kring van ons mededogen te vergroten en alle levende wezens en de gehele natuur in haar schoonheid te omhelzen." - Albert Einstein -

Beste Norman,
We hebben onze verjaardag gemeen met een verschil van net veertig jaren, en je belangstelling voor het alledaagse leven wil ik graag delen. Dat Nabokov lelijke dingen over je schreef omdat je in zijn ogen eerder een illustrator dan een artiest zou zijn mag ook op mijn hoofdschudden rekenen omdat het in beeld brengen van ’s mensen activiteiten niet steeds dezelfde teneur moet hebben als wat kranten ons inlepelen of letterkundigen opspitten maar best ook van vriendelijke aard mag zijn te meer daar nogal een groot deel van de aardbewoners meer op jou dan op een vlindervangende Russische kunstenaar lijkt, auteur die overigens uitstekend vervulde wat van hem verwacht werd: het schrijven van literiare meesterwerken, terwijl zijn afkeer voor zijn homofiele broer zachtjes tussen de kleine lettertjes van elke bio wordt weggemoffeld.
Ik bedoel maar dat we zoals Albert Einstein ons prekerig voorhoudt wij ons niet in boze emoties (ontstaan door dat optisch bedrog) moeten terugtrekken maar best ook de alledaagsheid opfleuren zoals woonwinkels dat al uitstekend doen en ‘artiesten’ wat mij betreft in hun opleiding ook eens de muren van een school of rusthuis kunnen voorzien van vrolijke kleuren en onderhoudende muurschilderingen. Ons mededogen vergroten dus, terwijl het omhelzen van alle levende wezens en de gehele natuur best figuurlijk in praktijk kan gebracht worden, te beginnen met het kennismaken en het gunnen van de tijd waarin een kunstwerk ontstond tot het verdiepen van wat ons nieuwsgierig maakt, een mooie opdracht voor de veel belaagde schoolcanons.
De wereld is een rijke voedingsbodem voor ons aller inspiratie, en de nood aan het verfijnde mag best met de nood aan het plezierige en alledaagse worden vermengd. ‘Observeer, herbegin veelvuldig, lees en luister, en je dagen zullen te kort zijn om al die prachtideeën uit te werken.’, hoor ik je zeggen.
Ik blader met plezier in je werk, Norman. Ik bewonder je technisch kunnen maar ook de manier waarop je telkens weer inspeelde op wat ons allen dagelijks bezighoudt. Graag thuiskomen in de alledaagse wereld.

Spreek ook jij Spreek ook jij, spreek als laatste, kom op met je spreuk. Spreek- Maar breek het nee niet van het ja. Geef aan je spreuk ook de zin: geef hem de schaduw. Geef hem schaduw genoeg, geef hem zoveel als je om je verdeeld weet tussen middernacht en middag en middernacht. Kijk om je heen: zie hoe alles gaat leven - Doodzeker! Gaat leven! Waar spreekt wie schaduw spreekt. Nu echter krimpt de plek waar je staat: Waarheen nu, van schaduw beroofde, waarheen? Stijg op. Voel omhoog. Dunner word je, onherkenbaarder, fijner! Fijner: een draad, waarlangs zij wil dalen, de ster: om beneden te drijven, beneden, waar zij zich schijnen ziet: in de deining van dwalende woorden. Paul Celan Gedichten. Keuze uit zijn poëzie met commentaren door Paul Sars en vertalingen door Frans Roumen, Ambo Tweetalige editie 1988 https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/98609/98609.pdf?sequence=1

Met wisselende sleutel Met wisselende sleutel ontsluit je het huis, waarin de sneeuw van 't verzwegene woedt. Naar gelang het bloed opwelt uit je oog of je mond of je oor, wisselt je sleutel. Wisselt je sleutel, wisselt het woord dat woeden mag met de vlokken. Naar gelang de wind die jou wegstoot, balt om het woord zich de sneeuw.
Paul Celan, idem.

Mar 2013
Het verhaal van een zoon die het huis verlaat. Hij vraagt zijn erfdeel, verkwist het, en moet varkens hoeden om in leven te blijven. De verloren zoon. Kan een verloren zoon nog terug naar zijn thuis? Of was dat maar een parabel? In een volgende bijdrage deze manier om (terug) thuis te komen, met beelden en teksten.
Het verhaal van Nabokov’s broer vertelde ik in twee bijdrages februari 2007. Je kunt de eerste hier vinden en gewoon onderaan klikken op de volgende bijdrage:

De sleutel van jouw huis ontsluit nog niet de deuren van je buren. Verhef jouw sleutel niet tot de koning van het wereldslot. Wat jou het huis uitjoeg, bleek thuiskomen voor een ander. Alleen de deuren van een gevangenis hebben dezelfde sleutel. Gmt 2021

Glazed ceramic
11 1/2 x 7 x 7 1/2 inches
The key to your house does not yet unlock the doors of your neighbors. Do not exalt your key to the king of the world's lock. What drove you out of the house, turned out to be homecoming for another. Only the doors of a prison have the same key.