
Très Riches Heures du Duc de Berry or Très Riches Heures is probably the most important illuminated manuscript of the 15th century, "le roi des manuscrits enluminés" ("the king of illuminated manuscripts"). It is a very richly decorated Book of Hours containing over 200 folios, of which about half are full page illustrations. It was painted sometime between 1412 and 1416 by the Limbourg brothers for their patron Jean, Duc de Berry . They left it unfinished at their (and the Duke's) death in 1416. Charles I, Duke I of Savoy commissioned Jean Colombe to finish the paintings between 1485-1489.
Als pagina uit het hand geschilderde en beletterde gebedenboek voor de hertog van Berry kan dit tellen. Het vagevuur. De uitgebeelde eeuwige zaligheid, vooral toebedeeld aan personages van vrouwelijke kunne, kwam pas tot stand eens je een tijdje geroosterd was in het vagevuur waaruit een engel des heren je kwam bevrijden, vingertje in de lucht waar de gelukzaligheid op je wachtte.
De versie van Zuster Anna, docente in de ‘bewaarschool van een Kempisch stadje’, enkele jaren na de waar gebeurde hel van de tweede wereldoorlog, liet er geen twijfel over bestaan: ‘Hoe braaf je ook was geweest, voor het gros van de nieuwe lichting bleek de weg naar de hemel slechts via het vagevuur te bereiken tenzij een uiterst heilig leven waarin zelfs denken aan het wegmoffelen van snoepjes, al een ernstig vergrijp bleek te zijn. Zij schilderde beter dan Dante Alighieri deze zacht sputterende vlammenzee waarboven de zondaar zonder enige bescherming een licht kreeften-stadium zou bereiken vooraleer, meisjes eerst, door een wenk van een engel je mocht opstijgen naar de koelte van het uitspansel toen nog als ‘hemel’ bekend.

Met oprechte bewondering voor haar meevoelend taalgebruik vroeg hij eerbiedig, nog ontdaan door de levendige schildering: ‘Zuster, wat kunt u dat mooi vertellen. Is u daar al zelf geweest?’ De pedagogische glimlach verdween onmiddellijk en ze wilde wel eens zijn ouders spreken.

The concept of Purgatory was relatively new when Dante was born; it came into currency in the twelfth century, perhaps among French theologians. This invention of a liminal space for sinners who had repented but still had work to do on their souls was a great consolation to the faithful. It was also a boon for the Church. By the late Middle Ages, you could shorten your detention by years, centuries, or even millennia by paying a hefty sum to a “pardoner,” like Chaucer’s pilgrim. A popular ditty captured the cynicism this practice inspired: “As soon as a coin in the coffer rings / The soul from Purgatory springs.” (Judith Turman) Before Dante, though, the notion of Purgatory was an empty lot waiting for a visionary developer. His blueprint is an invention of exquisite specificity. A ziggurat-like mountain ringed with seven terraces, one for each of the cardinal sins, rises from the sea in the Southern Hemisphere, opposite the globe from Jerusalem, with the Earthly Paradise at its summit. According to Dante, this mountain was formed by the impact of Satan’s fall to Earth. His descent brought grief to the children of Eve—those “seductions of sin and evil” that every godparent must renounce. But it also created a stairway to Heaven.(ibidem)

Dante’s concept van het Vagevuur lijkt opmerkelijk veel op een trainingskamp in de wildernis. Het terrein is afschrikwekkend – meer als een alp dan als een Toscaanse heuvel. Elk van de ruige terrassen is een setting voor groepstherapie, waar bovennatuurlijke begeleiders harde liefde uitdelen. Hun leerlingen zijn zondaars, maar niet onverbeterlijk: ze hebben allemaal Jezus omarmd als hun verlosser. Maar voor hun dood hebben ze anderen en zichzelf kwaad gedaan, dus hun geesten hebben een heropvoeding nodig. Ze zullen promoveren naar het aardse paradijs, en uiteindelijk naar de hemel, na hoeveel tijd ze nodig hebben om hun sterfelijke tekortkomingen te overstijgen door ze te aanvaarden. ( Judith Turman Reading Dante’s Purgatory While the World Hangs in the Balance The New Yorker 2021)

Het vagevuur was in feite al bij leven beïnvloedbaar. Met een flinke aflaat kon je een ziel strafvermindering geven, ja zelfs verlossing met ‘een volle aflaat’. Het verwonderde mij steeds dat protestanten die toch mee aan de basis van het kapitalisme liggen daar nooit toekomst in hebben gezien. Zij vonden die handel ten zeerste verwerpelijk. Je lot lag al voor je geboorte vast, en dat was dat. Kop in kas en hopen dat je bij de uitverkorenen bent. En als er dan toch wat te verdienen was dan liefst met gouden en zilveren munten.
Een specifiek voorbeeld van een aflaatpraktijk die op de overledenen in het vagevuur is gericht is het zogenaamde ‘pesjoenkelen’. Dit is een aflaatpraktijk waarbij men op de dag van Allerzielen de kerk binnengaat en vijf Weesgegroetjes, vijf Onze Vaders en vijf Eer aan de Vaders bidt (ter intentie van de paus). Hiermee verdient men dan een volledige aflaat ten gunste van een overledene, die dan ‘bevrijd’ wordt uit het vagevuur. Na het bidden kon men de kerk verlaten, haar weer binnentreden, en vervolgens de hele serie gebeden herhalen om zodoende nog iemand te bevrijden uit het vagevuur. De term pesjoenkelen duidt nu op de praktijk van het herhaaldelijk binnen- en buitengaan van de kerk, met als doel zoveel mogelijk overledenen te bevrijden uit het vagevuur. (Lucepedia Digitale Theologische Encyclopedie)

Het is dus duidelijk een apocrief verhaal maar het blijft mij ontroeren: Christus die na zijn kruisdood en voor zijn verrijzenis zou afgedaald zijn naar de hel en daar zou hij de zielen van de rechtvaardigen vanaf Adam hebben bevrijd. De opstanding van Jezus die voorafgegaan wordt door een afdaling is in de Oosterse kerk het centrale motief van deze fresco in de Chorakerk in Istanboel (ca 1320).

Hoorde het jongetje zijn opa vertellen over wat hij had meegemaakt in de Grote Oorlog, hoorde hij de verhalen als oudere jongen waarin mensen in goederentreinen naar de kampen werden gevoerd, dan wist hij dat de hel al sinds mensenheugenis zich niet ondergronds maar in volle dag en diepe nacht zich onder onze ogen afspeelt. Nog steeds.
Hoorde hij nog in zijn geheugen dat de hel de anderen zouden zijn dan wist hij dat we met zijn allen best vaak de ik-vorm kunnen gebruiken, net zoals dat met de hemel mogelijk is. Maar zonder die duivels had hij best even in dat vagevuur willen blijven rondhangen. In goed gezelschap. En daarna aan het handje van die lieve zuster Anna een tiental keer rond de kerk zodat ze met zijn allen nog voor het donker thuis zouden komen. Alvast goed voorverwarmd.
