In het boek ‘Van de schoonheid en de troost’, een boek dat verscheen naar aanleiding van de VPRO-televisieserie met die naam, vertelt de filosoof George Steiner deze anekdote:

We zijn in de Sovjetunie, op het schrijverscongres in 1934.
Dit was het gruwelijkste jaar.
Mensen verdwenen elke dag als vliegen.

Pasternak moest spreken.
Zijn vrienden zeiden tegen hem: Als je een toespraak houdt, zullen ze je arresteren, en als je geen toespraak houdt ook, wegens ironische insubordinatie.

Er waren tweeduizend mensen aanwezig in de zaal.
Zjdanov, Stalins politiebeul, zat op het toneel.

De twee eerste dagen begonnen of eindigden de toespraken steeds met ronkende dankwoorden voor vadertje Stalin, dank aan de Lenininistische-Stalinistische waarheid.

Pasternak zweeg.
Toen hij opstond kon je de stilte tot in Wladivostok horen.
Hij zei een getal.
Al die tweeduizend mensen stonden op.
Het was het nummer van het sonnet van Shakespeare: ‘When I summon up remembrance of things past.’

Hij had het vertaald, en zijn vertaling was erg gesmaakt, het was zoals de Russen zeggen: ‘net als Poesjkin’.

Ik druk het hier af in een prachtige vertaling van P. Verstegen.
Ik probeer het van buiten te leren, want ik wil het zonder hulpmiddelen kunnen oproepen.
We moesten met duizenden vrijwilligers mooie teksten van buiten leren, ieder zijn stukje, en dan samenkomen.
Maar dat is nog een ander verhaal.

Als ik voor ’t hof van tedere gedachten
Herinneringen aan vroeger tijd ontbied,
Smart mij ’t gemis van veel waar ik naar smachtte,
Voel ik de pijn van tijd verdaan om niet.

Dan smelt mijn oog dat lang droogstond weer
Om lieve vrienden in Doods eeuwge nacht,
Ik treur om liefdespijnen van weleer
En ween om smart die wat teloorging bracht.

Dan lijd ik weer om leed van vroeger dagen,
Met zwaar hart tel ik pijn en pijn tezaam
Tot droeve som van al mijn vroeger klagen

Die ‘k moet voldoen als was zij nooit voldaan.
Maar, lieve vriend, zie ‘k dan jouw beeld voor mij,
Is het verlies hersteld, het leed voorbij.

 


Een prentje hoeft vandaag niet.
De tekst is beeldrijk genoeg.