29. Drie benaderingen van de nabijheid
1. Het middenstuk
Toen hij mij en Hannah in zijn armen nam en over onze ruggen wreef.
Mijn hoofd naar rechts draaien en in het schemerige zie ik zijn profiel. (nog altijd, dus is de tegenwoordige tijd hier geen toeval!)
Ik was een camera. De film onbrandbaar in mijn geheugen.
In gedachten herhaalde ik de beweging honderd keer. Het duister van de zolder en dan kan ik in een zachte overvloeier zijn profiel in close – up zichtbaar maken. De lijn van zijn voorhoofd, de welving van zijn neus, zijn lippen, de kin.
Mijn oom Michiel terwijl Hannah mijn handen verwarmt.
De geur van zijn haar, de geur van zijn huid. Naar de buitenlucht rook hij, naar een jongetje dat te lang heeft buiten gespeeld en voor het slapengaan nog naar een verhaaltje wil luisteren. In zijn haar zit nog de voorbije dag. Weilanden en bossen.
Voilà, ik heb me lang genoeg ingehouden.
Hij moet mijn hart toch gehoord hebben!
Mijn rechterkant voelde hij toch smelten, mijn huid onder zijn hand gloeide, werd pure elektriciteit. Slagwerk.
En ik zat daar. Zoals ik op het voetbalveld zit in afwachting van de tweede helft.
Zoals ik in de tuin zit, een zomeravond terwijl mijn vader met de barbecue in de weer is.
Is er iets gaande?
Gaande?
Lopende, ijlende, stormende, de snelheid van het licht eindelijk achterhaald dus keer ik terug in de tijd, vergeet ik de leestekens de hoofdletters de afspraken de gebeurtenissen de afstanden de verwachtingen de teleurstellingen de ijdele hoop de ontroeringen
de eetmalen en het rennen naar het toilet
fietsen naar school en terug en naar duizend andere plaatsen
neen niet de schaarse nachten met Rikkie
de stapels lessen en huiswerken
de meters krantenpapier
de seizoenen de logica
de goede voornemens
mijn kinderfoto’s
de inhoud van mijn kleerkast
de volle manen en sterrenloze nachten
de vuilzakken die ik moest buitenzetten
de generaties poezen hamsters en konijnen
de desserten de liters zweet en urine
de miljoenen televisieprogramma’s de duizenden cd’s
versleten schoenen de liters frisdrank mijn verwarde dromen sperma der wanhoop in tetrapakken van 1 liter
de brieven telefoons en e – mails
de keren dat mijn moeder roept maar wees nu toch eens een beetje kalm en zet die muziek wat stiller
het verzamelde hoofdschudden van mijn vader de puberale huilbuien de niet puberale maar net zo gemeende verdrietjes en verdrieten de slappe lachen in alle mogelijke omstandigheden de euforieën met de diepe dalen die erop volgden
mijn persoonlijke records op de piste en bij nintendo
mijn schrale fantasieën ze liggen achter mij.
Ik leg me naast Hannah onder het I.H.S. – laken (Ikke en Hij, de Schone, sorry Hannah.) Op haar schouder. Ik besnuffel haar. Ik reikhals naar haar andere schouder waarop de Schone rust. Toch laat ook Hannah mij niet onberoerd zoals dat heet. Ik denk: nog even en ik schrijf bi- of trisexueel op mijn virtueel naamkaartje.
Als zij Michiel door zijn haren streelt, zegt hij mijn naam. Faket hij met opzet om haar de kans te geven te winnen of komt hier de heer Freud met verborgen aandriften op de proppen? Als ik dan als middenstuk op hun ‘touches’ (Eng.) wacht en mijn ‘aanschijn’ een hamburger wordt tussen hun lippen en ik boven mijn gezicht Romeo en Julia elkaar zie kussen maar dadelijk daarna Julia en daarna Romeo mijn kant zie uitkomen, en doen wat ze met elkaar hebben gedaan: meisjeslippen en jongenslippen net zo lang om niet het bewustzijn te verliezen of hun beider kleren van het lijf te rukken en me aan het beest in mij over te geven, neen, net zo lang om het diepste heimwee uit het Aards-Paradijs weer wakker te maken: man en vrouw schiep hij hem.(geen drukfout) Het beest loopt met de staart tussen de benen de boom in waar de slang hangt te niksen terwijl mijn lijf in alle staten van genade komt, en dat allemaal op minder dan tien of twintig seconden of stond de tijd toen stil, meneer Einstein en relativeer ik hiermee wat jij in je krachtige formule hebt uitgedrukt?
My God! (uitroep waarmee het goddelijke van dat moment wordt geëerd.)
Hier zou Queen kunnen helpen, maar zelfs mijn Mercury die bij leven en werken toch heel wat gewoon was, kijkt met open mond toe. Probeer zo maar eens te zingen! No music dus.
Ik blijf het middenstuk. Voor de eerste keer voel ik Michiels naakte huid. Panterzacht en stevig. Via Hannah’s rug komt zijn antwoord met haar hand op mijn borst en buik. Gesloten circuit. Driehoek. Triangel met eeuwige nagalm.
Zoveel zaligheid kan slechts voor enkele minuten zijn. Het diepe depressiedal of de cynische afgrond lagen onpeilbaar diep voor mijn voeten. Ik gooi een touw naar de overkant en meet mij het pak van de koorddanser aan.