In de stilte van de zondag: 8 Impromptus van Franz Schubert

space-calendar-leonids-superJumbo

A meteor from the Leonids streaking through the sky, seen between the arms of a cactus in Tucson, Ariz., in 2001.Credit…James S. Wood/Arizona Daily Star, via Associated Press

Je kunt terwijl je leest hieronder het notenbeeld volgen en/of de 4 eerste impromptus (opus 90) beluisteren.

 

 Met het begrip ‘schoonheid’ kun je inderdaad alle kanten op, ook nu, op ditzelfde moment –ik wil eerst het allegro molto moderato van een impromptu in C minor Opus 90 nr 1 van Franz Schubert opleggen-en luisteren:

Na een indringende noot lopen de klanken zachtjes op blote voeten, daarna met antwoorden die er niet om liegen, jammerend maar weer opgevangen ook al is het molto moderato.
En meteen zit ik in de sterrenregen van de Leoniden die vooral deze nacht (17-18/11) zichtbaar overtrekken naar jaarlijkse gewoonte terwijl de oplichtende snippers van hun ijsklonters al jaren of misschien een eeuw geleden los gelaten hebben en nu eindelijk (en voor de laatste keer) zichtbaar worden in hun lichtend verdwijnen in onze dampkring.
In die kringloop van het kleine korte kunstenaarsleven en de loop van de planeten rond de ster die we zon noemen is elke verhouding zo overbodig dat ze in aanmerking komt om in haar gedachten-omvang een plaats te krijgen bij het begrip ‘schoonheid’. Het moelijk noembare, aanleunend bij wetenschap en mystiek, het numineuze.

abstract-nature-peggy-bowie-davis

Na negen minuten en zevenentwintig seconden een vloeiend Allegro.
Je moet nog niet zoveel associërend vermogen hebben om waterstromen in allerlei vormen doorheen je verbeelding te voelen lopen. Wie water zegt, herkent ook dadelijk het licht dat erin weerkaatst, net zoals in de muziek van Schubert de weerkaatsing telt.
En het mag een herkenning zijn, o ja, dat fragment, als je daarna het prachtige andante en allegretto in dezelfde onderstroom door je heen laat gaan. Met berusting zou ik erbij schrijven, maar ik ben al oud en wellicht zou mijn kleindochter van negentien het hebben over ‘afwachtend’ wat meteen duidelijk maakt dat schoonheid niet te vangen is met woorden of zelfs niet met interpretaties of verwachtingen.
Wellicht moeten we in dat onderwijs veel meer plaats maken voor het associërend denken, want daarmee open je niet alleen de verwondering die het smaken ervan vergemakkelijkt maar zonder die associërende sterkte hadden grote wetenschappers nooit hun ontdekkingen waar gemaakt.
Tijd om verder te luisteren. Aan jou de innerlijke beelden.

maan schilderen

Nu de vier impromptus opus 142. Impromptu in F minor opus 142, het allegro moderato.

Hier is het vloeiende, het impregnerende, weer aan de beurt. De behoorlijke vlotheid van de rechterhand-vingers moet naast het aanvoelen gewoon technisch langdurig ontwikkeld worden. Ook de verbeelding kan enige opleiding of aanmoediging gebruiken.
En net als je denkt dat het thema een andere deur gaat openduwen herneemt de heer Schubert zijn druppelende klanken en mag je er hoogtes of laagtes zelf bijdenken want het water is weer licht geworden, tussen de herfstbladeren, om het melancholische sterven nog onbegrijpelijker te maken.
In het tweede gedeelte is de dynamiek ondergrondser maar je moet niet te lang op vleugels wachten om over het kalende landschap van het voorbije te trekken en je herinneringen bij de wintervoorraad te proeven zoals ze bedoeld waren: een palet van tegengestelde smaken, bitterzoet maar ook nog steeds romig-verwonderd of met een kruidige afdronk.
Ook het momentele, het ogen-blik, heeft zijn innerlijke warmte in de herinnering: net zoals je ooit heel vroeg buitenkeek en het eerste licht uit de donkerte zag kruipen, zo is de herinnering aan de kleinste schoonheid (de welving van je arm, een elkaar aankijken, een tot ziens wuiven) voorzien van een grote innerlijke uitstraling die nooit uitdooft maar in haar ver-innerlijking de essentie laat gloeien.
Ik verzamel graag deze ogen-blikken. Al luisterend zul je er zeker ook herinneren.

03.RedCurtains

foto Cig Harvey

In het Allegretto vind je dadelijk een eenvoudige optelsom, een fraai A dat met een logisch B beantwoord wordt, maar heb geduld voor de brug tussen beide werelden: wat je dacht en hoe het echt verliep. De uitkomst verschuift wel eens, dus niet te voorzien en daar zit de toonaard A flat major voor iets tussen: de verraderlijke vraag met het onverwachte antwoord.
Zet de deuren maar open of de vervreemding komt door de kieren van je goed gebouwde verdediging: ook Franz moest meermaals aan den lijve de smaak van teleurstelling en radeloosheid wegspoelen met deze ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid.
(Dat is de zin van de herhalingen, je leert het verloop beter begrijpen!)

P3020265

En dan is het natuurlijk tijd voor Rosamunde (Andante mit Variationen) de toneelmuziek die het gebeuren van het verhaal overleefde.
Ze is ook heel mooi georkestreerd maar in de piano-versie eerlijker, ontdaan van het toneelmatige. Het was één van de eerste stukken van mijn muzikale collectie. (met Bruno Walter als dirigent)
Er gaat een geruststellende atmosfeer van uit: het variëren op het thema. Dat herkennen we. Dacht je vaak aan een geheel nieuwe ervaring dan bleek ze bij enige introspectie een variatie op het (al te bekende) thema. Elke variatie maakt andere werkelijkheden zichtbaar. Heb je nu tijd om buiten te kijken, al mag je ook je ogen sluiten en binnen-kijken uiteraard.
Het wordt ook wel feestelijk, zeker nu het uitgeleefde jaar zijn lichtende dagen als uitgang in petto heeft. Ook dit is een functie van schoonheid: je hebt te veel op dezelfde manier gekeken, gevoeld, geluisterd, gesmaakt, dus leer je vanuit het thema de eerst onzichtbare binnenkanten van het thema ontdekken, en die zijn er zowel in de diepte, in de accentuering als in de ogenschijnlijk speelse variaties waarin bijna kinderlijke uitroepjes verborgen zijn.
Maar al vlug druppelt het regenboogjes, of bedoel je bellen blazen? Uiteenspatten inbegrepen.
En dan die seconde stilte om weer bij het begin van Rosamunde uit te komen.
Ook dat onverwachte dat je langs de cliché’s toch bij een essentie kunt uitkomen hoort bij de mysterieuze schoonheid.

920x920

In het allegro vivace van opus 142 mag je met de slede door het wijdse sneeuwlanschap. Bellen rinkelen. Durf je nog sneller. jawel. En net voor je denkt thuis aan te komen blijkt elke weerkaatsing net zo lang als de aanslag van een toets te duren.
Het worden cirkels die naar de hoogste tonen uitrollen en weer terug. Alleen nog de linkerhand en stiltes worden ingebouwd als leesteken. Vragen en antwoorden in overvloed.
Tot het ritme je eerst aarzelend maar dan zelfzeker meeneemt naar het gooien van feestelijke pijlen in de roos van elke verwachting. (een soort aanloop voor de sprongen in de verte)
En zo donder je de stilte in.

Laat best even naklinken zei de klanken-apotheker. Een volle minuut of twee stilte voor de nasmaak mogen oren best hebben in deze tijd van het jaar.
(mijn pianist: Martijn van den Hoek, in de vroege zomer van het jaar 2000 opgenomen)

telling

https://en.wikipedia.org/wiki/Impromptus_(Schubert)

Wenn András Schiff seinen Studenten in einem Meisterkurs Schuberts Impromptus erklärt, dann spricht er von nahen und fernen Klängen, von wechselnden Perspektiven, von Wolken und Landschaften. Wer diese Musik technisch bewältigt hat, was auch schon keine kleine Sache ist, kann sie deshalb noch lange nicht spielen. Entscheidend ist die poetische Ebene, die Bilder und Assoziationen im Kopf des Hörers auslöst, so András Schiff: “Die Poesie, die Literatur, die Geschichte, die Philosophie, die Bildenden Künste – wer nicht neugierig ist auf diese Erkenntnisse, der kommt nicht weiter. Und das hat mit Üben nichts zu tun.”

Die Vier Impromptus Deutschverzeichnis 899 (opus 90) schrieb Schubert im Sommer 1827, ein Jahr vor seinem Tod. In ihrer Abfolge erinnern die Stücke durchaus an eine Sonate: Zu Beginn ein balladenhaftes Allegro, dann ein tänzerisches Scherzo, das Chopins “Minutenwalzer” vorwegzunehmen scheint. Als dritter Satz folgt ein Andante, das wie Schubert’sches Lied klingt – ein Lied ohne Worte. Und als Finale ein bewegliches Allegretto, dessen Sechzehntel-Kaskaden an einen Wasserfall erinnern, bei dem die Tropfen in der Sonne funkeln. “Da sieht man wirklich die Natur”, erklärt András Schiff. “Es ist sehr bildhaft komponiert. Man weiß, dass Schubert ein sehr naturliebender Mensch war, der sehr gern wanderte. Diese Musik findet draußen statt, nicht im Zimmer.” (Bernard Neuhoff)

http://art-klimt.com