engelenpaar

Man-met-de-schaar bezocht het huis waar hij hen had losgeknipt.
Tegen hun zin. Maar levensnoodzakelijk.

Zij wist nog van dezelfde dromen, woordeloze gesprekken.

Wie geen kind gedragen heeft, gebruikt een ander alfabet. Vreemde aanwezigheid verandert in vertrouwelijk samen dromen waar hij als een kind op jaren al ‘ik bel je als ik aankom,’ roept, net voor hij in de taxi verdwijnt, en zij wakker schrikt en weet dat haar tijd gekomen is. Het einde van een bijzondere innigheid.

Draagmand, autostoel en kinderwagen. Bed en looprek.
Tiran zonder genade, dwingeland. Dag- en nachtverstoorder.
Duidelijke tweezaamheid.

Man-met-de-schaar rolde katoen en viscose open en knipte een jurk en een sjaal waarin de leegte zachtjes nagloeide, haar brutaliteit verloor.
Het is een ingewikkeld patroon, zei hij. Met bloemen uit de tuin van toen hij nog in jouw hoofd rondliep en werkelijk begon te bewegen in je buik. Het felle blauw van gentiaan en intieme roze van lotuspunten, zegt je dat iets?
Ze wilde ook nog het wit van jasmijn.

Man-met-de-schaar bezocht het huis waar hij hen had losgeknipt.

Kijk, zei de zoon, hij heeft voor jou twee vleugeltjes uitgeknipt, kun je je rolwagen wel vergeten, pa.
Terwijl het jongetje naar hem kwam gelopen wist hij dat ze een nieuw onderkomen had gevonden.

christensen-chrme4_500x413