![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/b9a97c8ff8cade2318302ac4d743fc19.jpg?w=730)
Er is vooreerst de stad. Mechelen. Hendrik Wouters is er geboren. Op 21 augustus 1882.
Rik gaat op twaalfjarige leeftijd in de leer bij zijn vader, die meubelmaker is. Enkele jaren later trekt hij naar de academie van Mechelen. Van 1900 tot 1905 volgt hij de hogere artistieke opleiding aan de academie in Brussel. Hélène of Nel Duerinckx vertelt zelf, in haar “Memoires”, hoe zij op zestienjarige leeftijd de jonge academiestudent verleidt. Rik en Nel trouwen en gedurende meer dan 5 jaar leven zij in moeilijke omstandigheden in Bosvoorde aan de rand van het Brusselse Zoniënwoud. (erfgoedinzicht.be)
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/a93nsamz_k9wkw4_c7g.jpg?w=1000)
Er is zijn andere draden dan de naam van een stad: de innerlijkheid waarmee hij je aankijkt. Niet verwonderd, noch boos, eerder nieuwsgierig. Sinds 1911 heeft hij honderdduizenden aangekeken vanuit dat jaar dat in de nabijheid van de Grote Oorlog in 1914 zijn mobilisatie nodig maakte. Zijn wanhopige brieven aan Nel. Schilderen of beeldhouwen had op dat moment nog weinig betekenis. En de hoofdpijn, de steeds terugkerende hoofdpijn. Hij wordt uiteindelijk in Nederland geïnterneerd.
In het najaar van 1915 werd de oorzaak van zijn fatale ziekte duidelijk geworden: kanker in het bovenkaakbeen. Hij kreeg een - naar hij dacht - 'gratis operatie' aangeboden (betaald door kunstverzamelaar Eppe Roelfs Harkema), op 4 oktober uitgevoerd door de toen beroemde chirurg Prof. Rotgans; een maand later schilderde hij met slechts één oog zijn bekende Zelfportret met de zwarte ooglap, waarin de focus lag op de niet-verminkte kant van zijn gezicht (Wikipedia)
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/schermc2adafbeelding-2024-05-28-om-17.51.15-2.jpeg?w=707)
Neen, het wordt geen aflevering rond leven en werk van Rik Wouters al kan ik je lectuur en exploratie rond zijn persoon, liefde voor Nel en werk ten zeerste aanraden. Ik wilde graag op zoek gaan naar mogelijke verbindingen met de vraag: welke onzichtbare draden verbinden de kunstenaar met de kijker-lezer-luisteraar? Wat veroorzaakt die verbinding? Waar en waarom kan hij/zij ons beroeren, vervoeren en ontroeren? En laat ons spaarzaam zijn met moeilijke woorden, we hebben onze lesjes intussen wel geleerd (zie vorige aflevering, de tekst van Verschaffel) Er is dus niet één juist antwoord, maar elke aandachtige kijker zal op zijn (haar) manier die mogelijke verbinding, of de afwezigheid ervan, al dan niet kunnen aanvoelen, zonder woorden. En of het nu om schilderkunst, muziek, of literatuur gaat, bekijk-beluister ze onder dezelfde noemer. Daarom geen wegwijzer maar een verzameling mogelijkheden. Een (voorlopige) verkenning.
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/vlaamsekunstcollectie.be-volumes-general-rikwouters-zittendevrouw.f1630053245-1.jpeg?w=801)
‘Ontroering heeft iets buitengewoon intrigerends. Wat is het toch dat een grap, een vondst, een gebaar, een foto, een schilderij, een paar regels, dat die iets teweeg kunnen brengen, iets onverhoeds kunnen laten gebeuren dat lijkt op het losspringen van een slot. Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op een slot waarvan je niet wist dat je dat in je omdroeg. Ik ben al lang nieuwsgierig naar die sleutels en die sloten, dat mechaniek van de klik.’
Rutger Kopland ‘Het mechaniek van de ontroering’
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/32-wouters-chrysanten.jpg?w=1024)
IK BEN JE VRIEND
Mors nog wat wijn op tafel, veeg de kruimels samen,
steek de tandenstoker in het kaarsvet van de kaars
die flakkert tussen ons. We zijn nog eens bijeen,
je bent nog steeds een vriend en ik verraad je niet.
Je hebt gelijk, elk jaar is minder licht en moeizamer
ontwaken, we drinken minder dan voorheen,
we praten zachter als de nacht ons insluit
in het heden. Maar je bent nog steeds
een vriend voor heel het leven en
vergeet je niet - ik niet.
Luister naar het kraken van de klimboom
in de tuin, grijp het rafeltouw
tussen de takken met beide handen vast
en zwaai over de vijver naar de overkant.
Ik ben je vriend. Ik zal je vangen.
Marc Reugebrink uit 'Om honing gaat het niet' (2023)
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/0cc63eed-0f0a-4cab-a271-d637ad3bf8bd-kopie.jpeg?w=637)
De literatuur is niet bij machte ons te verlossen uit ons lijden. Ze is niet bij machte van ons iemand anders te maken, om de wereld te veranderen, om datgene te doen wat schrijvers in het verleden allemaal hebben beweerd dat literatuur zou kunnen doen. Maar literatuur is wél bij machte ons te laten zien wie we zijn, zelfs als we dat niet willen zijn. Ze laat ons de paradox ervaren waarbij we ieder voor zich bestaan. Ze geeft vorm aan het menselijk tekort en stelt zo scherp wat we in onze alledaagse beslommeringen gewoonlijk vergeten.
Uit: Marc Reugebrink, Het geluk van de kunst (2012)
Bezoek:
Poëzie & tranen
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/pexels-photo-277590.jpeg)
Sprekend over de directheid, de ‘onmiddellijkheid’ van sommige schilderijen zegt Francis Bacon:
‘One of the things I’ve always tried to analyze is why it is that, if the formation of the image that you want is done irrationally, it seems to come onto the nervous system much more strongly than if you know how you could do it. Why it is possible to make the reality of an appearance more violently in this way than by doing it rationally? Perhaps it’s that, if the making is more instinctive, the image is more immediate.’
Nieuwsgierig om het artikel te lezen?
https://www.dbnl.org/tekst/_tir001199001_01/_tir001199001_01_0047.php
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/image6-17.webp?w=800)
WAT ZIJ BEDOELEN
Schilders schilderen wanneer zij
't kunnen 't engelgezicht van wie zij beminnen
maar ik die niet schilder
wat moet ik beginnen
In lied in muziek klinken tonen van liefde
die 't luisterend oor van beminden bekoren
maar ik die niet speel
kan mij niet laten horen
Anderen zijn er die fijn kunnen spreken
en schalks en levendig wat zij bedoelen
kunnen vertellen
ik kan 't alleen voelen
Want mij werd tot nu toe het lot slechts beschoren
om ver van je weg en in somber verlangen
met onzichtbare draden
aan je beeltenis te hangen
Jan Hanlo (1912-1969)
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/pexels-photo-2828014.jpeg)
Ook dichter en auteur J. Bernlef schreef in Tirade, jaargang 34 1990, over ‘Ontroeringen’. Je kunt het artikel zelf lezen via de wegwijzer hieronder. Het eindigt zoals het begon, helemaal in stijl:
“Zowel aan de kant van de ontvanger als van de zender van ‘ontroeringen’ zijn de processen dus in neurologische nevelen gehuld.
Ik ben daar niet eens zo rouwig om. Want is ontroering wel het hoogste goed in de kunst? Zijn kunstwerken die in hun geheel een grote, gelijkmatig verdeelde gevoeligheid bij de ontvanger veroorzaken, zonder dat hij precies weet waar het hem nu in zit, niet eigenlijk te prefereren?
Ik weet niet goed waar het ontroerende in Vermeers of Saenredams schilderijen nu precies in schuilt. Als ik aan die schilderijen denk, denk ik aan hen als aan een geheel, nooit als aan een deel dat meer spreekt dan een ander deel. Het is juist deze geheimzinnige som der delen die meer is dan die delen afzonderlijk die het hem doet.
Ja, ik weet eigenlijk wel zeker dat die gelijkmatig verdeelde sensibiliteit het kenmerk van het ware, het misschien wel absolute is.
Ik sta op en zet Bach’s Wohltemperierte Klavier, gespeeld door Sjaroslav Richter, op en vergeet alles.”
https://www.dbnl.org/tekst/_tir001199001_01/_tir001199001_01_0047.php
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/saenredam_-_interior_of_st._bavo_in_haarlem_1636.jpg?w=535)
Studie (Stefan Hertmans)
Haar horen spelen in het
afnemend licht, bedenkend
dat deze rijen en rijen
dansende noten op het blad
de meesters van haar vingers zijn,
en opgehouden.
Ik hield op - herhaling
is een opmaat voor verdwijnen.
Alleen het luisteren biedt meer.
Ze speelt. Een zich door muren
heen voortplantend hardop denken,
uitbreidende vlek welluidendheid.
Haar jeugd gebogen boven
zwart en wit,
Mendelssohn en Ravel, en dan
steeds weer dat onbekende
dat mij kwelt.
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/218f1d44191932f6aa52c0180f2b3633-kopie.jpg?w=372)
Voor de fijnproevers: Herman Parret, filosoof, emeritus gewoon hoogleraar aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van Universiteit Leuven,, schreef in 2004 een mooie verhandeling: ‘Beroering en ontroering. Over de zinnelijkheid van het gemoed.’ Een fragment:
“Het gewone, alledaagse leven wordt gekenmerkt door redundantie, herhaling en eentonigheid. Tegen die achtergrond wordt de guizzo ervaren als een fractuur. De alledaagse tijdelijkheid wordt beleefd als een ongeritmeerde lijn waarop het nu-moment ononderbroken en als vanzelf naar een toekomst van verwachtingen toegaat. De guizzo onderbreekt deze tijdslijn en voert spanning en onverwachtheid in. De guizzo is breuk, fractuur: het sostenuto van de banale tijd wordt opgeheven, onrust en spanning kleuren het gemoed, een cataclysme dreigt. Het woord guizzo duidt op plotsheid (denk aan het spartelen van het visje dat uit het water wordt gehaald), op een schoksgewijze ritmering van het tijdsverloop, op een fractuur dus waarvan het momentane het hele zielenleven opslorpt. Het plotse van de guizzo schort de lineaire tijd op en doet de ruimte verstijven. Bij deze culminatie van aisthèsis wordt de blik verblind. Inderdaad, bij een intense esthetische ervaring sluit je de ogen. En die esthetische verblinding (éblouissement) activeert onze andere zintuigen: de geurende jasmijn, de vallende regendruppel, de fluwelen wang zijn niet langer figuren van de zichtbare wereld, maar sensibilia die zich richten op onze intieme zintuiglijkheid die ruikt, luistert, voelt.”
Zestien pagina’s voor fijnproevers vind je als pdf:
…met het mooie slot:
“De sleutel tot het geluk ligt in de ontroering en beroering van het zinnelijke gemoed, in het gegrepen worden door de schoonheid van de aisthèta, binnen de affectieve gemeenschap die ons aller deel is.”
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/4f3f9400fa444275be1b87daa8557a4f.jpg?w=500)
“Een filosofie van het zinnelijke gevoel doet twee dingen: zij onttroont het oog om in dezelfde beweging de hand op te waarderen; zij relativeert de machten van het zien, die in de geschiedenis van de Westerse metafysica steeds bovenaan in het vaandel stonden, en herwaardeert het tactiele, het haptische met zijn rijke variëteit aan synesthesieën. ‘We moeten ons eraan gewennen’, zo schrijft Merleau-Ponty, ‘dat al het zichtbare gesneden is in het tastbare (tout visible est taillé dans le tangible)’. In dit perspectief heeft de hand meer verbeelding dan het oog. Aanwezigheid is dan in de eerste plaats tastbare aanwezigheid.” (Herman Paret, Beroering en ontroering. Over de zinnelijkheid van het gemoed.)
![](https://indestilte.blog/wp-content/uploads/2024/05/aaec516c4e17fbe3f64b517b73050607.jpg?w=500)