Goede psych,
Ik dus de romanticus, jij de wetenschapper, het is bijna een karikatuur waar we maar niet genoeg van kunnen krijgen.
Was vroeger de wetenschap de weg om te ontsnappen uit de onredelijkheid van geloof en zeden, nu zijn we blijkbaar al een halve eeuw terug bij af: niets is immers zo kortstondig als een wetenschappelijke stelling, en met een grote boog gaan we langs het grote taboe: het onbewuste, de droom, het gevoel.
Dat is blijkbaar voor de zwakkeren, de romantici, de poëtische zielen.
Je kunt nu ook nog met Kant komen aandraven die een aantal “a-priori’s” in onze ziel legde, zoals ruimte en tijd, ervaringen die we ingebakken zouden hebben, maar tenslotte spreekt zijn werk van dezelfde frustratie als degene waarmee jij je van mij probeert af te maken: de verdeling in de twee kampen, de kunst (vrouwelijk) en…de masculine wetenschap.
Grote geesten zoals Carl Jung en zijn geestelijke pa en later zijn schopstoel (wat je als vader blijkbaar moet worden?) Sigmund Freud hebben geprobeerd de deur toch op een kier te zetten en voorzichtig te verwijzen naar onze diepere vrijwel onbekende lagen zoals aandriften en dromen, zoals verborgen werelden die rondom gevoelens draaien, die niet de ziel aanbelangen maar net zo chemisch zullen kunnen geduid worden als de opbouw van de bloedsomloop maar die een totaal andere kijk werpen op die vreselijke tweedelige wereld waarin wij na de Franse revolutie zijn terecht gekomen.
Ik verwerp de wetenschap niet, integendeel, maar ik verhef haar ook niet tot nieuwe religie, tot enige uitweg, tot enige verklaring van oorsprong en finaliteit, maar ik zou de volgende stap willen zetten al tast ik nog net zo in het duister als de eminente geesten die ons zijn voor gegaan.
Noem mij dus niet meer een poëtische ziel en verhef jezelf niet tot wetenschappelijke vorser, want noch de ene noch de andere bestaat op zichzelf, we zullen een versmelting moeten zoeken voor de 21ste eeuw, en het is de pijn van dit nieuwe mensbeeld dat ons zo bang maakt, vooral dan voor onze vrouwelijke kanten, omdat zij en de magie en de bron van het leven verenigen waar het mannelijke toch maar alleen de instandhouding en de verovering in zijn blazoen mag schrijven.
Mijn pogingen tot onzichtbaarheid hebben wellicht te maken met die vereniging van gevoel en wetenschap, en net zoals het ooit bijna onmogelijk was bijbel en wetenschap te verenigen zo staan we nu voor hetzelfde probleem de wetenschap terug bij het gevoel, bij de stromingen van ons onderbewustzijn te laten aansluiten.
Een beetje analyse, ZELF-analyse, van uw kant zou niet misplaats zijn, dokkie.
Uw hoofdschuddende Theodore Silverstein, antiquair