het onzichtbare jongetje (8)

Mijn beste Theodore Silverstein,

Als ik de tedere foto van het jongetje op het paard bekijk, heb ik al het idee dat deze foto het enige overblijfsel is van het inmiddels voorbije kind.
Waarschijnlijk is er een man uit gegroeid die vervolgens een oude man werd en daarna zoals dat gaat gestorven is en ofwel begraven werd of gecremeerd is.

Je zou dus terecht van een verdwenen kind kunnen spreken, of met uw eigen woorden: een onzichtbaar geworden kind want als we de foto scheuren of uitwissen, verdwijnt ook nog die getuigenis.

Redelijkerwijze kun je natuurlijk aanhouden dat in elke man nog het jongetje schuilt zoals elke vrouw het meisje herbergt, maar dat is eerder een boutade dan een werklijkheid want -en nu kom ik tot mijn punt-, want de tijd maakt ons allen onzichtbaar, waarde Silverstein.
Onze tijdelijkheid is een waarborg voor de grote onzichtbaarheid en omdat sommigen daar moeilijk mee kunnen leven willen ze zo lang mogelijk herinnerd worden, voeren ze dus oorlogen, schrijven ze boeken of herdopen ze een stad met hun naam.
Maakt u zich dus geen zorgen.
De grote onzichtbaarheid treft ons allen, de ene al wat vlugger dan de andere, maar gezien in interstellaire verhoudingen stelt dat tijdsverschil niets voor.
Ik wens u dus een kalme nacht en een zoete slaap,

Uw dienstwillige psychiater


kind op paard(7)

2336695928

Beste Heer Dumortier,

Wie draagt er geen verdriet mee in zijn leven?
Wie heeft er geen onvervulde liefdes of trauma’ s van allerlei afmetingen?
De oververwende mens van deze tijd kan voor de eerste beste wind die hij niet kan laten een noodnummer bellen, zijn buurman aanklagen en een witte beweging op gang brengen.
Een volwassen mens bestuurt zo goed en zo kwaad mogelijk zijn eigen leven, past zich aan, verwerkt, en vooral…relativeert.

Om u dichter bij mijn bedoeling te brengen stuur ik hierbij een foto uit mijn kindertijd.
Ik ben niet dat jongetje op het paard, maar ik vond de foto tussen een collectie memorabilia van verre ooms en tantes.
De Silversteins hebben een zwervend bestaan geleid zoals mijn naam dat doet vermoeden.
Maar als kind vond ik deze foto werkelijk intrigerend omdat ik niet wist of het paard ECHT was terwijl ik naarmate ik ouder werd heel goed het canvas, het doek van het landschap kon onderscheiden en dus zeker niet met een heus vergezicht te doen had.
Maar hoe was dat paard in de studio gekomen, of was het paard een opgevuld wezen, en tenslotte: was het jongetje wel echt?

Ik kon urenlang naar de foto kijken en mij verdiepen in deze vragen.
Wie is er echt?
En zou je vanuit dat zogenaamde “echte” onecht worden, met andere woorden: zou het jongetje op een dag ook gewoon een geschilderd jongetje op een doek kunnen zijn?
Zou je dus kunnen transformeren naar wat wij levenloos noemen, maar wat waarschijnlijk een heel ander leven leidt?
Zo zou ik kunnen verdwijnen in een schilderij, niet door erin te springen zoals een aantal kinderverhalen al hebben geprobeerd, maar door een deel van haar te worden, door het leven van dat schilderij tot het mijne te maken.
Ik hoop dat ik u hiermee een stap dichter bij mijn werkelijk doel heb gebracht.

Uw genegen Theodore Silverstein


een niet zo zeldzaam verschijnsel (6)

1358987695

Beste Theodore Silverstein,

Wie verlangt er niet van deze dwaze wereld af te stappen, zich uit de overtolligheid van activiteiten terug te trekken en op te lossen in het luchtledige?
Het is een oud verlangen.
De eremieten in de woestijn, de kloosters, de eenzame wijze in zijn ivoren toren, ze getuigen allen om de dwaze wereld de rug toe te keren.
Het is vaak een vlucht, of een poging om tot diepere bestaansredenen door te dringen.
Misschien is er een onvervulde liefde in uw bestaan, een diep verdriet, een trauma?
En wie weet of de ware zuster- of broederziel zich zelfs vandaag in uw leven zal vertonen?

Uw genegen Dumortier G., psychiater.