Goede Theodore,
Je laatste briefje maakt het nog maar eens duidelijk dat je een poëtische natuur bent.
Het klinkt allemaal heel mooi: kijken zonder bezitterige ogen, ik kan me daar etisch wel een paar dingen bij voorstellen en ook mooie mannen, vrouwen,meisjes of jongens zullen wel iets over die ogen te zeggen hebben, maar laten we, zoals je dat zelf al eerder schreef, “HELDER” blijven.
Je brengt een aantal tamelijke ZEN-achtige stellingen naar voren, maar zoals steeds, het blijft bij zweven, bij mooie woorden, poëtische ideeën die nergens een consequentie hebben. Ze staan daar, bekoren onze ogen even en verder vergeten we ze eens we pijn of verrukking voelen.
Zweefvluchten van die aard zijn gedoemd om tamelijk “Ikarisch” te eindigen om een zelf gemaakt bijvoegelijk naamwoord te gebruiken: de vleugels smelten nogal vlug door de warmte van de alledaagse banaliteit met een gekende val als gevolg.
Wie wil zweven heeft sterke vleugels nodig, en dus vraag ik je je stellingen toch iets beter te onderbouwen zodat we niet in het ijle gaan praten.
De bijgevoegde foto doet duidelijk beroep op onze beeldvorming en laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
Uw geheel tot uw dienst zijnde
G. Dumortier, psychiater