Nu volgen er drie fragmenten waarin iedere zeventienjarige hoofdpersoon zijn begin van het nieuwe schooljaar weergeeft.
Eerst komt Michiel aan de beurt. Het laatste jaar humaniora is voor hem niets om bang voor te zijn. Integendeel. Het is de optelsom van al de vorige jaren ‚schoolstrijd’.
Maar het jongetje van dertien dat hem tegen Hannah en Bram aansmeet ontneemt hem de rol van regisseur van zijn eigen leven.. Het kind ontmaskerde in het jachtspelletje zijn poging tot chantage. Hij heeft de donkere Michiel zichtbaar gemaakt, de jongen met de trukendoos.
14. Rede en romantiek
Natuurlijk kon ik die avond niet slapen.
Ja, er was het nieuwe schooljaar. Maar als kersverse laatstejaars moest ik me daar geen zorgen over maken. Dit was het jaar van de triomf. De optelsom van al de vorige jaren. Al de inspanningen om gezien te worden, je plaats te verwerven, je brede rug tegen roddel en jaloezie eindelijk genoeg gehard om er de laatste aanvallen op te laten stuklopen. (Schooltijd en schoolstrijd als synoniemen!) Mijn optredens voor de schare trouwe vrienden en vriendinnen. De toetsenman op het podium van elk schoolfeest. De beste opsteller. De vertrouwensman van leraars en leraressen. De organisator, ideeënman en voorzitter van de cultuurcommissie.
Geloof me, ik snakte naar het nieuwe schooljaar. Het was mijn publiek. Mijn ware biotoop.
Maar toen was er die dag in augustus waarop een kereltje van dertien mij tegen Hannah aansmijt, mij Bram leert kennen en mij ook nog zijn eigen mythologische wereld aansmeert.
Was ik tot vorige maand de regisseur van mijn eigen leven, en dat van enkele anderen in mijn omgeving, zonder veel woorden probeerde deze nep – engel het roer over te nemen. Verbazing alom. Het schattige snuitje, de veel te wijze woorden, de spelletjes in zijn schuilplaats boven de kerk. Met gemak rolde hij voor zichzelf de rode loper uit.
Koos hij mij vandaag bewust uit voor zijn jachtspelletje? Zag hij de kans schoon om te scoren, of ben ik gewoon boos om Hannah’s reactie en schuif ik mijn wrevel ten onrechte op zijn vreemde verbeelding?
Mijn poging tot chantage zonder al te veel poespas ontmaskerd door degene die dag en nacht in de liefelijkste gestalten door mijn hoofd spookt!
Hoe meer ik er over nadenk, hoe beter ik haar redenering begin te begrijpen. Spelregels zijn er om te ontlopen. Ze zijn er voor de massa, niet voor mij. Ik sta daarboven. Ik heb mijn kunst. Als je mij dan kwetst dan blijf ik voor dood liggen. O, o, o, ik ben goed in zelfmedelijden! Zo goed dat ik het omzet in zielenpijn. Wie mij niet ter wille is, zal mijn lijden moeten torsen, zal weten dat hij of zij er mede de oorzaak van is. Een ontstellende gedachte.
Voor de spiegel wordt de donkere Michiel zichtbaar. De jongen met de trukendoos. Wie niet voor hem is, is tegen hem. De keizer schrijft zijn gedichten op. In zijn dronkenschap zal hij de maan kussen en…verdrinken!
Zoveel kilte in mezelf deed me dus wakker liggen onder het te warme dekbed
kunstwerken zijn van Ken Buhler gallerie Lesley Heller workspace NY