
Als kind wilde hij al een klein museum maken. Het museum van gisteren. Het gisteren van een voorbije feestdag. Daar zette hij dan zijn nieuwe schoentjes op een verhoogje, de menukaart en een nog niet uitgepakt cadeautje. ‘Alsof het nog moet gebeuren,’ zei hij. Het museum van gisteren, het land dat voor altijd onbereikbaar was geworden. Ook al zei zijn moeder dat er morgen ook nog een dag was, ze begreep dat ‘gisteren’ bij het onbereikbare land der herinneringen behoorde. Net zeven jaar was hij.
Even as a child, he wanted to create a small museum. The museum of yesterday. The yesterday of a past holiday. There, he would put his new shoes on a small platform, the menu and a gift that had not yet been unwrapped. 'Like it's yet to happen,' he said. Yesterday's museum, the land that had become forever unreachable. Even though his mother said there was also tomorrow, she understood that 'yesterday' belonged to the unreachable land of memories. Just seven years old, he was.

When to the sessions of sweet silent thoughtI summon up remembrance of things past, I sigh the lack of many a thing I sought, And with old woes new wail my dear time’s waste … (William Shakespeare, uit Sonnet 30)







Dat dit heimwee ook wel eens een luxeprobleem kon zijn werd duidelijk door even te bladeren in het fotoboek ‘American children of the past’. Of bij een bezoek aan “The Slavery-museum’ konden deze beelden zijn kleine wereld openduwen. De Washington Post vroeg zich terecht af waarom er van de 35.000 Amerikaanse musea slechts één slavernij als onderwerp had. Dat was tien jaar geleden en is nu achterhaald, kijk bij:

Natuurlijk mag je beide ervaringen niet in een rangorde zetten, ze willen gewoon aantonen dat er toch wegen zijn om dat geheimzinnige bijna onbereikbare verleden te benaderen ook al zijn in het zo fel besproken onderwijs vakken als geschiedenis en filosofie niet bij de hoogst gewaardeerden. En laat ik niet vergeten dat de jongen toen hij tien of elf was een tentoonstelling inrichtte voor vriendjes en vriendinnen die ‘het Congolese dagelijkse leven’ als onderwerp had, al was het didactisch materiaal geleverd door de kazen “La vache qui rit’ niet helemaal in overeenstemming met de huidige normen omtrent het inlands Afrikaans bestaan. De inkom bedroeg één Belgische frank en de totale som werd door zijn vader overgeschreven op de rekening van een klein hospitaal ter plekke. (aangevuld met ouderlijke steun)
Musea, verenigd in een ‘Council of Museums’ confereerden dit jaar in Praag en stelden een beschrijving op waaraan een hedendaags museum zou moeten beantwoorden.
A museum is a not-for-profit, permanent institution in the service of society that researches, collects, conserves, interprets and exhibits tangible and intangible heritage. Open to the public, accessible and inclusive, museums foster diversity and sustainability. They operate and communicate ethically, professionally and with the participation of communities, offering varied experiences for education, enjoyment, reflection and knowledge sharing. Council of Museums conference in Prague 24 august 2022
Een museum is een permanente instelling zonder winstoogmerk ten dienste van de samenleving die materieel en immaterieel erfgoed onderzoekt, verzamelt, bewaart, interpreteert en tentoonstelt. Open voor het publiek, toegankelijk en inclusief, bevorderen musea diversiteit en duurzaamheid. Ze opereren en communiceren ethisch, professioneel en met de deelname van gemeenschappen, en bieden gevarieerde ervaringen voor onderwijs, plezier, reflectie en het delen van kennis. En in Antwerpen...
En bezoek de website:

Natuurlijk ben je blij en fier met dat grote vernieuwde museum. Je hoopt dat het niet alleen over de verhalen van de eens machtigen en vooral bemiddelden zal gaan, dat het tegenover het hedendaags Antwerpen en grote omgeving vragen durft stellen. Ten dienste van de samenleving. Met de deelname van gemeenschappen. Dat er ook nog openingen zijn voor diversiteit en het delen van kennis. Hopen wij dat het een schuilplaats mag zijn maar ook een atelier voor alle leeftijden. Een poging om bij dat geheimzinnige vrijwel onbereikbare verleden wegen te vinden waarin wat ‘ons toekomt’ de diversiteit van het menselijke boven de eenduidigheid van macht zichtbaar kan maken. Kijk naar het schilderij hierboven en je weet wat ik bedoel. De troost van het schone en sublieme zal in dat geval zeker inbegrepen zijn.
Of course you are happy and proud of that great renovated museum. You hope it won't just be about the stories of the once powerful and mostly mediocre, that it will dare to ask questions in the face of contemporary Antwerp and large surroundings. At the service of society. With the participation of communities. That there will also be openings for diversity and the sharing of knowledge. Hope that it may be a refuge but also a studio for all ages. An attempt at that mysterious almost unattainable past to find ways in which what 'belongs to us' can make visible the diversity of the human above the uniformity of power. Look at the painting above and you will know what I mean. The comfort of the beautiful and sublime will surely be included in that case. Translated with www.DeepL.com/Translator (free version)

De dichter Martinus Nijhoff voelde zich als wandelaar verschillende personages.
De wandelaar Mijn eenzaam leven wandelt in de straten, Langs een landschap of tusschen kamerwanden. Er stroomt geen bloed meer door mijn doode handen, Stil heeft mijn hart de daden sterven laten. Kloosterling uit den tijd der Carolingen, Zit ik met ernstig Vlaamsch gelaat voor 't raam; Zie menschen op een zonnig grasveld gaan, En hoor matrozen langs de kaden zingen. Kunstenaar uit den tijd der Renaissance, Teeken ik 's nachts den glimlach van een vrouw, Of buig me over een spiegel en beschouw Van de eigen oogen het ontzaglijk glanzen. Een dichter uit den tijd van Baudelaire, - Daags tusschen boeken, 's nachts in een café - Vloek ik mijn liefde en dans als Salomé. De wereld heeft haar weelde en haar misère. Toeschouwer ben ik uit een hoogen toren, Een ruimte scheidt mij van de wereld af, Die 'k kleiner zie en als van heel ver-af, En die ik niet aanraken kan en hooren. Toen zich mijn handen tot geen daad meer hieven, Zagen mijn oogen kalm de dingen aan: Een stoet van beelden zag ik langs mij gaan, Stil mozaïkspel zonder perspectieven. Martinus Nijhoff
