Het beroemde, of zeg ik beter het ‘beruchte’ jaar 1895:
Mei: Juliette Gide, moeder van André en tante van Madeleine sterft.
Juni: Verloving van André en Madeleine.
Oktober: Huwelijk in Cuverville.
Deze ‘vreemde’ combinatie heeft Gide zelf ook voor het huwelijk voorvoelt:
‘Nos actes les plus sincères sont aussi les moins calculés; l’ explication qu’ on cherche après coup serait vaine. Une fatalité me menait.’
Nemer schrijft dat we tegenwoordig een ander woord dan ‘fatalité’ zouden gebruiken, een woord uit het rijke register van de psycho-analyse.
‘Dans tes bras toujours …être ta fille’
…heeft Madeleine in haar intiem dagboek geschreven.
‘Que de fois, Madeleine étant dans la chambre voisine, je l’ ai confondue avec ma mère.’ vertrouwt Gide ons toe.
En ik laat Monique Nemer de synthese maken:
‘Frère et sœur, père, mère, fils, fille – mais pas mari et femme. Et sexualisées, les realtions dans lequelles ils se reconnaissent sont également marquées du sceau de l’ inceste.’
En daarbij is de homoseksualiteit van Gide niet dadelijk de determinerende factor, zoals Jean Delay onderlijnt:
‘Nombreux sont, surtout à cette époque, les homosexuels mariés, et père de famille -Oscar Wilde le premier.’
En het is zijn zielsgenoot Jean Schlumberger die zich irriteert over de zogezegde ‘impuissance’ van André Gide in het voorwoord op Armance van Stendahl.
Noch met de jongens, noch met de meisjes bleek die ‘impuissance’, integendeel, maar wel met Madeleine.
En een gespecialiseerde dokter had hem voor het huwelijk verzekerd dat hij zijn homoseksuele verlangens maar had ingebeeld en dat die met het huwelijk zouden verdwijnen.
Madeleine had een norm omtrent het huwelijk waarvan ‘les rapports physiques’ deel uitmaakten.
Voor haar dus was de situatie ‘anormale’ bron van onrust en van…vernederingen.
Ze praatten er nooit over.
‘Les mots ne sont pas sortis’, schrijft Jean Schlumberger, en ook uit die stilte kwamen ze niet als het over seksualiteit ging.
In haar journal intime weigerde Madeleine steeds de naam van haar moeder te schrijven, ze verving die naam telkens door enkele puntjes.
Wat, naar mijn mening, ook meetelt is de dwingende houding van moeder Juliette tegenover haar enige zoon.
Ze regisseerde zijn leven tot in de puntjes, en pas na haar dood voelde Gide zich bevrijd, verlost van die dwang, en tegelijkertijd angstig om het verlies.
Natuurlijk moet Madeleine al vlug geweten hebben waar André’s belangstelling lag, zeker als ze hem in 1899 in de trein bezig zag met een stelletje scholieren, en ik citeer haar woorden waarmee ze naar het tafereeeltje keek:
‘..avec une espece d’ horreur.’
Of zoals Gide het in 1920 tegen zijn vriend Martin de Gard zegt:
‘..plus de tristesse que de blâme’.
En in een brief schrijft Madeleine aan Ghéon, dokter en man van de literatuur en..mede-avonturier op het jongenspad:
‘Mais je ne pouvais plus ne pas vous faire savoir combien il (Gide) est fatigué {…} afin que vous reteniez vous-même André si, pussé par ce goût, cette curiosité passionnée de la vie qui est une des causes de sa valeur, mais qui contient en soi tant de péril, André en fait peut-être plus encore que vous ne l’ en priez.’
En dan is er het jaar 1917, het jaar dat Gide Marc Allegret ontdekt.
Maar ook het jaar waarin hij schrijft: ‘J’ aime Madeleine de toute mon âme. l’ amour que j’ ai pour Marc ne lui a rien volé.’
En Monique Nemer citeert door de loop der jaren verschillende zinnetjes uit zijn Journal waarin hij telkens weer zijn liefde voor Madeleine duidelijk maakt.
Het was tenslotte met ‘André Walter’, de hoofdfiguur uit zijn eerste werk waarmee ze huwde, een figuur voor wie de seksuele kant van de zaak “epouvant” was, en zeker omdat ‘la chair est un obstacle à “l’ essor de l’ ange”.’
In feite kwam het erop neer dat er een onderscheid was tussen de pleziertjes, sans amour, en dat ‘l’ amour’ aan haar was voorbehouden.
‘Aux Adolphe, Jules, Paul et autres petit Lazare les rapides et oublieuses jouissances du corps:
“L’ autre nuit, auprès de Lazare Coulon, ce matin avec Spenser, mon corps tantôt, puis tantôt mon esprit, étaient heureux autant que l’ un et l’ autre peuvent être. Et que m’ importe s’ ils ne l’ étaient pas “à la fois” puisque l’ un ne parvient à la félicité que pendant le sommeil de l’ autre.” zoals we dat in zijn journal uit 1912 kunnen lezen.
‘Que le plaisir est beau sans l’ amour; sans le désir, que l’ amour est noble.’
Maar in 1917, het jaar van Marc Allegret, is het jaar van een ware ‘aardbeving’.
André Gide is er 48, Madeleine Gide, 50, en de stilte tussen hen ontploft.
Vooral omdat deze keer Gide werkelijk verliefd is, en Madeleine moet dat wel zien, of zoals Nemer het zegt: ‘…ne peut plus ne pas voir.’
Over die (levenslange) liefde, vriendschap zullen we proberen volgende week te schrijven, bij leven en welzijn.