Friedslide6

Het veel gebruikte begrip ‘natuur’ is altijd als een soort maatstaf voor de kunst geweest, alsof er in dat begrip een natuurlijke rijkdom lag waarin zuiverheid en echtheid het uitstekend met elkaar konden vinden.

De roep ‘terug naar de natuur’ was voor mij eerder een wanhopige kreet van een drenkeling, een formule waarin de klank van het woord en het vertrouwen dat het zou opwekken, het haalt op de werkelijke betekenis, want zo’n terugkeer lijkt mij eerder wreedaardig en tamelijk primitief als ik zie hoe het er in die natuur aan toegaat.

dyn009_original_400_618_jpeg_20344_347b5198bd4dfc4978ef6cd5d2f111e8

En zoals de geest ook in de machine en de menselijke creaties huist, van gebruiksvoorwerpen tot huizen, is er altijd een zoeken geweest hoe je met die natuur waaruit wij als vleselijke en denkende wezens voortkomen, kan geleefd worden, of hoe de natuurlijke groeiprocessen een wezenlijk onderdeel van de artistieke schepping vormen.

Nu zou je van een Amerikaanse fotograaf als LEE FRIEDLANDER (1934) van wie aan de rechterkant een ‘zelfportret’ ziet, niet dadelijk ‘natuurfoto’s’ verwachten, en toch kun je vanaf 22 januari in de Metropolitan een tentoonstelling bezoeken waarin foto’s uit de vroege jaren 1980 tot 1995 van deze Friedlander het werk van de Amerikaanse landschapsarchitect Frederick Law Olmsted tonen.

dyn009_original_496_500_jpeg_20344_5113073242e007be81db8389a41d868a

Deze Frederick Law Olmsted leefde van 1822 tot 1903 en ontdekte pas op zijn 35ste zijn roeping als landschapsarchitect.
Voor die tijd was hij journalist, sociaal bewogen dat wel, maar na zijn 35ste ontwierp hij parklandschappen, en zo is Central Parc in NY een creatie van hem en de uit Engeland komende Calvert Vaux, beiden immers waren zij winnaars van een uitgeschreven wedstrijd voor de aanleg van dit ‘buiten-monument’.

Zo was hij landschapsarcitect nog voor het woord was uitgevonden, en hij ontwierp daarna nog heel wat parken en buitenomgevingen in de USA:

* United States Capitol Grounds
* Many College Campuses
* Central Park in New York City
* Riverside community in Illinois

Uit de NY-Times van gisteren:

Frederick Law Olmsted, with his Victorian whiskers, grandiloquent diction and vaguely utopian transcendentalism, might have been alarmed to learn that many decades after his death in 1903 he would become a hero of postmodern art.

But at least since Robert Smithson, the earthwork pioneer, declared that he found Olmsted more interesting than Duchamp, Olmsted’s creations — particularly his most famous, Central Park — have been revered as a kind of early conceptualism, carefully constructed visions of the pastoral woven into the urbanizing heart of America. Olmsted championed natural simplicity and the curative powers of communing with it, railing against parks so prettified that “the face of nature shall everywhere have become as natty as a silk hat.”

De vroegere curator John Szarkowski gebruikte een mooie uitdrukking bij de bespreking van Friedlanders werk.
‘Een jungle die van beschaving droomt.’

En Friedlander zelf, wars van publiciteit schrijft in een voorwoord van een boek bij deze tentoonstelling:

‘“I would learn some small thing in one place and apply it in a way to the other, like putting my hand into a new but well-fitting glove.”

dyn009_original_600_249_jpeg_20344_f0a606731435da8c4ac08d740a7010b2

“The subject itself is simply perfect, and no matter how well you manage as a photographer, you will only ever give a hint as to how good the real thing is. We photographers don’t really make anything: we peck at the world and try to find something curious or wild or beautiful that might fit into what the medium of photography can hold.”

“The photographs of these places are a hint, just a blink at a piece of the real world. At most, an aphrodisiac.”

Waarmee ik de lezer overlaat aan het beschouwen van de winter buiten zijn warme kamer.

Het oog in de hand kan ook, foto’s vanuit Friedlanders visie.