Opgelegde krieken of druiven (boerenjongens) op jenever, waarschijnlijk had de pot daarvoor gediend.Late Biedermeier, het einde van de 19de eeuw, begin van de twintigste?
Maar mooi is hij, ongetwijfeld.
Zij, niet naar school wegens virusinfectie, vond dat ook.
Zou er zo maar ééntje van gemaakt zijn, opi?
Opi dacht van niet, zo kostbaar was hij nu ook weer niet deze late Biedermeier.
Tien dan?
Ze was terwijl druk bezig met speelgoed en andere mooie dingen uit blaadjes te knippen om in haar ‘verlang-schrift’ te plakken, kwestie van haar talrijke grootouders, ouders, vrienden en vriendinnen bij te staan bij de keuze van een cadeautje.
Ze zat op een stoel naast mij, dat werkte beter, zei ze.Ik probeerde de foto’s op de werkelijke bowl te laten lijken, een korte maar krachtige tekst te verzinnen en een prijs te bepalen.
We waren samen even in wonderland.
Zij in haar verlang-schrift, ik in de laatste dagen van mijn antiekshop.
Als je hem niet verkoopt, mag ik dan een foto van die mooie pot in mijn schrift zetten, opi?
Ik vroeg haar wat meisjes van bijna acht met zo’n pot zouden doen.
Ernaar kijken of er koekjes in bewaren, was het antwoord waarin utiliteit en esthetica samenkwamen.
We zagen hoe het tafellicht de pot kon vullen.En ik hoorde meine gross-grossmutti aan mijn grootvader vragen of hij een koekje wilde, je weet wel die jongen die daarna mijn eigen grootvader op de Place Lambert zou ontdekken tussen de lijken van Belgische soldaten die moesten geloven dat hun fort oninneembaar was.
Of hebben ze er met de buren en familie krieken op jenever uitgeschonken toen al die jongens juichend naar de oorlog stapten?
Kijk opi, ik heb Winnie de Poeh getekend, mooi hé?