Nieuwjaar haalt hij nooit.
Ook dit jaar niet.
We dachten dat het nu zou lukken, kijk maar eens enkele dagen terug hoe mooi groen zijn bladeren nog waren.
Maar enkele stevige vriesnachten hebben de blauwe regen ontbladerd en zijn kanten onderlaag zichtbaar gemaakt.
Het zal tot in de maand mei duren eer zijn nieuwe blaadjes de blauwe bloementrossen zullen gezelschap houden.
Vertel me maar dat dit de werkelijkheid is, net zoals de kleine avondzon die vroeg de winterdag afsluit en een warm gat in de atlasceder brandt.
Zie je nu waar je met emoties komt, zou de heer Spinoza zeggen, en in de lijn daarvan het mededogen mee veroordelend, je wordt aan je eigen emoties onderworpen, en voor een ware stoïcijn past dat niet.
‘Het historische debat geeft geen afdoende antwoord op de stoïcijnse bezwaren, omdat de verdedigers van mededogen hun tegenstanders niet consequent aanpakken.
Eeuwenlang was de antimededogentraditie de dominante stroming in de geschiedenis van de westerse filosofie, zoals Nietzsche aannemelijk weet te maken.
De invloed van de stoïcijnse traditie was zo groot dat zelfs Adam Smith, die in sommige opzichten een welsprekende verdediger is van de maatschappelijke rol van mededogen, uiteindelijk elke emotionele zachtheid nogal hardvochtig kleineert in het uitermate stoïcijnse gedeelte van zijn werk over de deugd en zelfbeheersing.’
Aan het woord Martha Nussbaum in ‘Oplevingen van het Denken, over de menselijke emoties.’
Toen ik deze morgen in het persoverzicht de nieuwe premier hoorde aankondigen was volgens een commentator een van zijn winstpunten dat hij rede boven emoties verkiest, en daarmee opende mijn dag en wist ik dat enige aanvulling of tegenspraak niet makkelijk zou zijn.
Heeft de antimededogentraditie een grote continuïteit en eenheid in argumentatie dan is de promededogentraditie heterogener: romanschrijvers, naast politieke theoretici en psychologen naast filosofen nemen het voor haar op, en deze voorstanders, zegt Nussbaum zijn zich over het algemeen weinig bewust van elkaars argumenten.
Houden we goed dit in gedachten: tegenstanders beschouwen emotie (en in het geval van Spinoza en de stoïcijnen zelfs elke emotie) als irrationeel in normatieve zin en scheppen daarmee inderdaad een scherpe, vooringenomen tegenstelling tussen emotie en rede.
Dat werkt echter anders dan de manier waarop in sommige hedendaagse juridische en politieke discussies emotie en rede tegenover elkaar worden gezet.
De traditie ontkent strikt genomen niet dat de emoties gedachten bevatten.
Wat fout is aan mededogen (en andere emoties) is niet dat het geen onderscheid maakt of niet op waarheid is gericht.
De fout van mededogen is dat het vasthoudt aan verkeerde overtuigingen.
Het is dus niet irrationeel zoals honger irrationeel is, maar het geloof dat de wereld plat is irrationeel is: onwaar en gebaseerd op ontoereikend bewijs, cultureel vooroordeel, verkeerde uitgangspunten en slechte redenaties.
Dat wil zeggen dat het dus kan worden rechtgezet met goede uitgangspunten en goede redenaties.
Daarom kan de filosofie volgens de stoïcijnen en Spinoza de mens dan ook bevrijden van de onderworpenheid aan zijn emoties.
Dat zou niet mogelijk zijn als emotie een onontkoombare dierlijke kracht was.
Vele van de huidige tegenstanders van emotie maken echter geen duidelijk onderscheid tussen de stelling dat emoties niet-cognitief zijn en de stelling dat ze irrationeel zijn in de stoïcijnse betekenis.
Ze trekken aanzienlijk profijt van de lange filosofische traditie waarin emotie tegenover rede wordt gezet en nemen liever op gezag van deze traditie dan op gezag van argumenten aan dat deze tegenstelling terecht is.
Ze onderschrijven echter de traditionele betekenis van deze tegenstelling niet, ook al is deze niet los te zien van het omstreden morele standpunt over de waarde die aan externe zaken wordt gehecht.
Het is niet duidelijk of ze de antimededogentraditie in haar authentieke vorm kunnen onderschrijven zonder dat daardoor hun eigen standpunt veel controversiëler wordt dan het kennelijk is.
Laten we argumenten van het antimededogen deze dagen bekijken en pareren.
Neem nu de voornaamste, die van de onwaarheid: mededogen kent aan toevallige tegenslagen een belang toe dat onterecht is en doet daarmee afbreuk aan de waardigheid zowel van de gever als van de ontvanger. Het zou moeten worden vervangen door respect voor de onvervreemdbare menselijke waardigheid van de getroffen persoon.
Een mooie denkopdracht voor deze koude 29ste december, één dag na het feest van de onnozele kinderen, als daarmee iets van mededogen zou gezegd zijn.