Natuurlijk had Cyriel als jongste uit een rij van zeven overlevende broers en zussen een goed ontwikkelde zin voor drama, zeker als hij de nodige drank binnen had en dergelijke onthullingen zijn eigen zwakheid camoufleerden, hij de rattendoder, de verdelger van elk spinnetje dat in het gladde bad geen kant meer uitkon, de pedagogische geweldenaar die met nu en dan een mep zijn kinderen weer op het rechte pad moest brengen terwijl het zijne krom stond van de doorzichtige leugens. Hij genoot van Francine’ s ontzetting, camoufleerde dat genot onder goed gespeeld medelijden, probeerde met hoofdschudden en afhoudende handen zijn uitspraken te milderen, en wist dat net daardoor het Olympisch bloedbad, de gekwetste opspringende hoopjes pluimen, de kreten van het publiek, de schoten op nauwelijks 27 meter, moeiteloos vijftig jaar overbrugden, in de schroeiwarmte van de onverwerkte gruwel van de voorbije oorlog en zijn gevolgen.
Het was zijn zielig verweer omdat iedereen wist dat hij had gezwegen toen mannen met een armband en een geweer zijn oudste broer de nieren instampten omdat zijn bekende sympathie voor de Vlaamse zaak, ook al stond ze wars op die van de Duitsers, een gemakkelijke aanleiding was zijn minzaamheid te kleineren, opgekropte jaloezie en aangeboren wreedheid te luchten.
‘Le tir aux pigeons qui est un sport très aristocratique et très brillant dont le grand succès intéressait l’ Exposition’, zo besloten de inrichters de voorstelling van deze discipline die in de Cercle du Bois de Boulogne zou doorgaan op 19, 25, 26 en 27 juni (et jours suivants, s’il y a lieu.) van het merkwaardige jaar 1900 waarin baron Coubertin een slimme combinatie dacht te maken door wereldtentoonstelling en zomerspelen onder dezelfde financiële en organisatorische hoed te laten schuilen.
Er was de Grand Prix du Centenaire op dinsdag 19 juni waarbij van vijfduizend voor de eerste tot duizend frank voor de vierde winnaar was te verdienen als épreuve populaire à 20 francs d’ entrée, met als doel minstens één duif op 25 meter afstand neer te schieten, ‘et chaque tireur non classé (twee keer missen en de schutter was uitgeschakeld!) ayant tué son premier pigeon recevait à titre commémoratif la plaquette bronze argenté des sports.’
Maar het ware festijn, de Grand Prix de l’ Exposition Universelle de 1900, op maandag 25, dinsdag 26 en woensdag 27 juni à midi et jours suivant s’ il y a lieu, stelde twintigduizend frank als prijs voor de winnaar ter beschikking, ajoutés à une poule de 200 frans par tireur, six pigeons à 27 mètres, elke dag van de competitie 2 pigeons waarbij hier ook gold dat deux pigeons manques entraîneront la mise hors concours.
Hier moesten de deelnemers minstens drie dode duiven op hun palmeres hebben om la plaquette argent te krijgen terwijl één dode duif nog een bronzen plaquette opleverde.
Le deuxième, le troisième et le quatrième partageront, dans la proportion suivante, les entrées du prix: 50p. 100 au deuxième, 30p. 100 et 20p. 100 au quatrième, sans l’ allocation du deuxième puisse dépasser 15.000 francs, du troisième 8,000 francs et du quatrième 6.000 francs.
Tot de grootste verbazing van de inrichters daagden voor de grand prix du Centenaire 163 toegelaten inschrijvingen op, ce qui ne s’ était jamais vu dans aucun concours de tir aux pigeons, en parmi les tireurs se trouvaient un grand nombre d’ étrangers terwijl de grand prix de l’ Exposition universelle het met 54 toegelaten schutters moest doen.
Het was ook deze prijs waarvan de winnaar, opa De Lunden, met 21 dode duiven,als houder van een gouden medaille zou geboekstaafd worden, terwijl de Fransman Maurice Faure (vreemd genoeg ook membre van het inrichtend comité) nauwelijks één duif minder neerknalde en de Australiër Mackintosh de grand prix du Centenaire won met 22 dode dieren en derde werd in de grand prix de l’ Exposition universelle met 18 slachtoffers. De vierde plaats was voor de Amerikaan Robinson, ook met achttien geschotenen, zonder enige vermelding waarom deze plaats dan geen ex-aequo betekende.
Het oord waar de ‘wedstrijd’ doorging, le Cercle du Bois de Boulogne, was (en is) niet zonder geschiedenis. Om de wat meer begoede Parijzenaar de kans te bieden zich te ontspannen had Napoleon III grote stukken van het bos van Vincennes en Boulogne ter beschikking gesteld van het (betere) publiek. Le cercle du bois de Boulogne kreeg als centrum, naar Engels voorbeeld, een mooi restaurant-club-gebouw en midden jaren zestig van de negentiende eeuw werden er twee vijvers met geringe diepte aangelegd, le cercle des Patineurs. (Les lacs de patinage, de très faible profondeur, sont creusés selon les plans de l’ ingénieur des Ponts et Chaussées Jean-Charles-Adolphe Alphand. Le succès est immédiat, l’ empereur et l’ imperatrice Eugenie viennent y patiner et de grandes fêtes sur glace y sont données.)
Om ook zomers bepaalde lagen van het Parijse (betere) publiek te ontspannen werd er vanaf 1886 een schietstand ingericht, stand(en) die vijf jaar voor de spelen door een sociëteit met de zachte naam ‘Les Acacias’ werd uitgebaat, in 1899 door ‘le cercle du bois de Boulogne’, en blijkbaar een internationaal publiek aantrok. Vooral ‘le tir aux pigeons’ bleek een voltreffer te zijn met leden als…baron de Coubertin. (inderdaad, sport très aristocratique!)
Maar in 1947 lag dit onderdeel van het verhaal nog ver en veilig in de archieven opgeborgen. Het vlammetje verlicht nog weinig werkelijkheid en zoals meestal de schaduwen van dit lichttekort voor ware spoken worden aangezien, zal het leven zelf zijn eigen gangen gaan, te fantastisch om te geloven en zelfs hier en daar te mooi om waar te zijn. Het is dus waarschijnlijk pure zinsbegoocheling de witte duif op het kerkhof als een opstijgende ziel te beschrijven, maar de nuchterheid waarin we denken de reductie van het fantastische tot een aantal synapsenstoringen terug te brengen zal door de banale werkelijkheid achterhaald en zonder veel gedruis voorbijgestoken worden.
(vervolgt)