De jurieleden van beide wedstrijden waren niet alleen een collectie merkwaardige levens, maar enkelen speelden al een even merkwaardige rol in het leven van opa de Lunden of zouden die rol gaan vervullen in de toekomstige gebeurtenissen.
Voor Engeland werd in het verslag van de schietpartijen ene lord Savile genoemd. Het gaat hier om John Savile-Lumly, de tweede baron Savile of Rufford die in september 1853 het levenslicht zag dat in april 1931 werd gedoofd. In die tijdspanne licht volgde hij, vier jaar voor de spelen, zijn oom met dezelfde voornaam op.
Oom John was attaché bij de Britse ambassade in Berlijn, in Sint-Petersburg en als secretaris van de delegatie verbleef hij in Washington, Madrid en Constantinopel. Ambassadeur werd hij daarna in Saxen, Zwitserland en van 1868 tot 1883 in België. Hij besloot zijn diplomatieke missies in Italië en leidde waardevolle opgravingen in Civita Lavinia (Lanuvium). Verschillende ‘vondsten’ in marmer, terracotta, brons en glas kwamen of in the British Museum terecht of in zijn eigen Savile Gallery in het Nottingham Castle museum.
Hij volgde zijn broer August op als hoofd van de Rufford Abbey en bracht er zijn kostbare collectie schilderijen onder. Hij was een ware kunstkenner, erelid overigens van de Koninklijke Academie van Antwerpen, en ‘a trustee’ van de national Gallery die hij verrijkte met ‘Christ at the Column’ van Velasquez.
Opa de Lunden zag datzelfde levenslicht in het jaar 1873. Verbaas je dus niet oom John terug te vinden bij het doopfeest van deze latere gouden medaille-drager. De verbindingen tussen de verarmde de Lundens en de schatrijke diplomaat Saville die in 1888 baron zou worden bleken vooral via de Antwerpse koninklijke Academie te lopen want beide families hadden naast hun belangstelling voor wapens, ganzen en de jacht ook meer dan gewone rijkeluis’ aandacht voor de kunst. Of neefje John, jaargang 1853, toekomstig jurielid, twintig jaar ouder dan de toekomstige Olympiër, ook wel eens in Belgïe en op het landgoed van de de Lunds verbleef, is meer dan waarschijnlijk.
Voor Rusland trad Alexander Andréiévitch (Sacha voor de vrienden) Catoire de Bioncourt aan, afgekort tot De Bioncourt. De Catoires kwamen oorspronkelijk uit Noord Frankrijk, bekend met de namen van Boulonnais en de Ponthieu, de streek rond de abdij van Dommartin, Abbéville, St-Riquier en St-Valery. In de 18de eeuw vestigen ze zich vanuit Lotharingen in Moscou. Ze maken fortuin met de handel in buitenlandse wijnen, indigo, thee, olie, drogerijprodukten en zijde. In ’t groot en in ’t klein, maar liefst in ’t zeer groot.
(Société Commerciale Veuve A.I. Catoire et Fils, 8, boulevard Pétrovsky Moscou)
Jurielid Alexander Sacha Catoire de Bioncourt, had van zijn vader Henry Auguste een fortuin van zo’n 1,2 miljoen roebels geërfd waarmee hij zich uit het commercieel gedoe kon terugtrekken. Een gepassioneerd jager was hij. Zijn collectie van 300 geweren en 200 pistolen is nog steeds in het Nationaal Historisch Museum in Moskou (Rode Plein) te bewonderen. Hij is het die opa de Lunden in kontakt zal brengen met bankier Georges Nagelmackers die met de ‘wagons-lits’ en super de luxe hotels grootse plannen heeft. Op de wereldtentoonstelling heeft Nagelmackers een spektakel van 45 minuten opgebouwd waar met vier verschillende snelheden in zijn ‘panorama Transsibérien’ de toeschouwer de meest verbazende étappes te zien krijgt vanuit een denkbeeldige coupé in de genoemde trein op weg van Moskou naar Peking.
Mannen met geld en geweren, op de rand van de twintigste eeuw. Driehonderd dode duiven. Zelfs een doorwinterde profeet zou koude rillingen krijgen, maar voor de miljoenen bezoekers is Parijs 1900 één groot feest.
‘Grote fortuinen hebben een groot land nodig,’ zegt Sacha.
Georges Nagelmackers heeft dat goed begrepen. ‘
Léon kocht alvast een ‘Manuel de Conservation’, uitgegeven door Albin Michel, indispensables aux Touristes volgens de samensteller N. Slotnikoff. Française & Russe.
‘Mais pour ceci il faut payer!’
‘No za éto noujno platite scolco” verbaast hij Sacha die niet beseft dat er een uitspraak-model is opgenomen naast elke Cyrillisch geschreven uitdrukking.
‘Saison v ossobennostie nebla-gopriatnie.’
‘La saison est particulièrement défavorable.’
(vervolgt)
(Zijn de gebeurtenissen en personages meestal historisch terug te vinden, hun relaties tot het verhaal zijn meestal fictief denken wij. De auteur is de geschiedenis echter dankbaar. De werkelijkheid is het mooiste en meest fantastische uitgangspunt. Mocht iemand persoonlijke informatie omtrent Léon de Lunden hebben, dan houden we ons graag aanbevolen: timelesscollection@skynet.be)