catherine prent chappe.jpg20.

In zijn jonge jaren had hij op de platte toren van de Saint Cathérine nog de hoekige armen van de Chappe-telegraaf zien zwaaien. Deze communicator van de revolutie bracht in slechts tweeëndertig minuten een bericht van Parijs naar Lille, verbond Venetië met Lyon, Brussel met Lille, Antwerpen met Amsterdam. ‘Mettre le gouvernement à même de transmettre ses ordres à une grande distance dans le moins temps possible.‘  Een beschrijving uit de tijd toen de kerk nog een graanzolder was geweest voor ze in 1797 weer als cultusplaats mocht dienstdoen, met behoud van de zeven meter hoge mast, hemelsblauw geschilderd, inclusief laddertje om de mankementen aan de zwarte régulateurs te verhelpen. Meer dan achtduizend codewoorden kon hij overbrengen met zijn achtennegentig posities. In 1846 werd het mechanisme gedemonteerd. Stroom en geen stroom in morsetekens vertaald via stroomkabels die vaak langs spoorwegen liepen en stations met elkaar verbonden.  Nog bijna tien jaar bleven de werkeloze armen naast het huisje van de torenwachter op de platte toren waaronder hij, Louis Sannier drieënveertig jaar het orgel bespeelde.

3318169365
‘Je moeder is de bron van alle muziek. Muziek drink je met de moedermelk,’ zei zijn leraar François Benoist in de orgelklas van het Parijse Conservatorium waar César Franck zijn medeleerling was geweest. Met de moedermelk.  Het heimwee van een oudere man naar de eerste pianolessen van maman, de enige vrouwelijke professeur de musique in Nantes die zich met haar meisjesnaam Madame Finetty aandiende en zich om geen waarom Madame Benoist liet noemen. Dat was een nachtelijke bekentenis, de zeldzame keer dat hij onder invloed van een uitstekende rode wijn zijn zuinige mond voorbijpraatte en zich de volgende les beschaamd afvroeg of hij geen ontoelaatbare intimiteiten had verteld, ‘ah oui, les ravages du temps.’

Er was ‘Le diable amoureux’ van zijn hand, een ballet-pantomime en 3 actes et 8 tableaux waarin de minnares de duivel zelf bleek te zijn, maar vooral zijn ‘Messe de requiem pour trois voix d’ homme et une enfant, avec accompagnement d’ orgue ad libitum.‘ die hij in de uitgave van 1842 leerde kennen.  Hoe kon je in deze combinatie de zwijgzame meester vinden, de beweegredenen van deze stille man, wiens ‘...école était une pépinière d’ habiles organistes,’ zoals Miel schreef. Niet achter maar in de muziek verdwijnen, oplossen, zonder de wereld lastig te vallen met persoonlijke botsingen noch kortstondige verukkingen in de kleine binnenzee van de ziel.

782145811
Zeven jaar ouder was zij, Marie Louise Liebaert, Parijs in de lente van 1845. Beetje moedergehalte, jongensachtig in de manier waarop zij de wereld dacht te veroveren. Brugse pracht en Duinkerkse zeeroverij, zo vatte zij hun levens samen. Zij had een afspraak met het secretariaat van de aartsbischop, haalde een belangrijke bestelling binnen en regelde zijn aanstelling tot vaste organist van de Saint Catherine. Een jaar later waren ze gehuwd, woonachtig in zijn ouderlijk huis te Lillle en kwam in 1848 Marie-Emilie ter wereld.

Het schilderij van Pierre-Joseph Witdoeck, het laatste avondmaal, was net als deel van het  Heilig Hart-altaar opgehangen, een mysterieuze combinatie van het drietal Jezus, Petrus en Johannes. Boven spreidt God de Vader zijn armen, omgeven door wriemelende engeltjes. Tussen hem en Jezus hangt de witte duif van de Heilige Geest. Het hevige licht maakt Petrus, met gevouwen handen, bijna onzichtbaar terwijl de lang gelokte Johannes zijn hoofd op de schouder van de Heiland legt, de fijne handen gelaten zichtbaar door de over elkaar gelegde armen.  Op de tafel een reusachtige tinnen schotel met het gebroken brood in Jezus’ linkerhand terwijl hij zijn rechter arm lichtjes spreidt in congruentie met de vaderlijke arm boven zijn hoofd.

Het centrum van het werk is het licht waarin de duif de verbinding maakt tussen zoon en vader.  Het Heilige Hart van Jezus nog eens beklemtoond als een soort borduursel op zijn borst. Kwam het werk er als ‘bijdrage’ van de firma Liebaert of was deze coïncidentie net zo toevallig als zijn onverklaarbare ontroering bij het zien van zoveel mannelijke tederheid in het licht van de Geest? Was hij meer door het onderwerp dan door de academische iconografie getroffen? Zou de man met het brood weldra zijn ogen naar het jongenshoofd op zijn schouder richten, het strelen met de hand die nu nog Petrus leek weg te duwen?