Reclameborden in de regen
De regen verft vandaag grauwe huizen met een tweede laag
van zijn grauw gedekte kleur.
Jij bent ver.
Iedereen is nu ver.
En men kan nu naar niemand gaan.
Ik leun
tegen een reclamebord, beplakt
met citroengele en oranjerode papieren.
De regen heeft vandaag hevig huisgehouden
de tinnen-overrode letters, die vertellen:
vandaag speelt er ergens in een cinema
een film over die ballerina, die rode.
De rode strepen zijn liefkozende handen
en handen die het moeilijk hebben
met huizenlijven uit gele papieren.
Onder tien grauwe huizen
is de geel en rood beplakte plakkaatwand
het enige warmkleurige lichaam.
En men kan zich met hem verenigen
zoals met een mensenlichaam
dat nu heel ver is:
onbereikbaar
(tekening uit Blümengeschäfte mit Azaleen, 1933)
plakatn-vent in regn
der regn farbt haynt groe hayzer mit a tsveyter shikht
fun zayn groen gedekhtn kolir.
du bist vayt.
itlekher iz itst vayt.
un men kon nisht geyn tzu keynem.
ikh shpar mikh on
in a plakatn-vant, vos iz baklebt
mit tsitrongele un marantsroyte papirn.
der regn hot haynt oysgewashn grel
di tsinober-royte oysyes vos dertseyln:
haynt dreyt men in ergets a kino
dem film fun der balerine der royter.
di royte shtrekh zenen hent, vos tsertlen
un hent, vos falen shver arop
oyf hayzer gufim fun gele papirn.
tsvishn tsen groe hayzer
iz di gel un royt baklebte breterne vant
der eyntsiker heyser farbiker guf.
un men kon zikh baheftn mitim
vi mit a mentshlekhn guf
vos iz itst gor vayt:
nisht tsutsukumen tsu im.
Een gedicht over kleurrijke lichtreclames
Een gedicht over kleurige lichtreclames
over rode gele blauwe letters
over vlak gekante zonnen van schriftvlakken.
De bonte strepen van schoen-en pelsreclames
zijn een lied, door een tedere dichter geschreven
op het grauw karton van stadsmuren.
Het kersenrood gloeit en trekt zoals een lichaam van een ander.
Het marineblauw liefkoost zoals de nooit gekende hand.
Het citroengeel verkoelt met zijn koel metalig licht.
Rode blauwe gele streeplijven
kunnen vierentwintig uur lang bezig zijn,
Zij kunnen vijf- en tienmaal dagelijks los gaan.
Onder electrische reclamezonnen
zal men geen dag tellen.
Slechts zuigen aan het kleurig lichtvlees.
Slechts ademen met zijn gloeiende geur.
En ronddraaien.
In een rechthoek. In een cirkel. In een parabel.
Viermaal per dag. Vijf- en tienmaal per dag.
Ontelbare keren gaan en gaan
van het ene lichaam naar een ander
gevoerd door ronde bonte lampen-ogen.
a lid fun farbiker likht-reklame
a lid fun farbiker likht-reklame
fun royte gele bloe oysyes
fun flakhe kantike zunen fun shrift-shtrekh.
di kolirte shtrekh fun shikh un pelts-reklame
zenen a lid, fun a zartn dikhter geshribn
in dem groen karton fun shtot-moyern.
dos karshnroyt glit un shlept vi a tsveyter guf.
dos marinblo tsertlt, vi di keynmol nisht gekonte han‘
dos tsitrongele kilt op mit zeyn kiln metalishn likht.
royte bloe gele shtrekh-layber
konen firuntsvantsik sho lang shlepn.
konen finf un tsen mol teglekh oyfgeyn.
tsvishn elektrishe reklame-zunen
zol men keyn teg nisht tseyln.
nor zoygn fun dem farbikn likht-fleysh.
nor otemen mit zayn glievdikn reyekh.
un krayzn.
in a rekhtek. in a krayz. in a parabl.
fir mol in tog. finf un tsen mol in tog
nisht getseylte mol geyn un geyn
fun eyn guf tsu a tsveytn
ofgefirt mit di koylike kolirte lomp-oygn.
(tekening uit dezelfde bundel)
2 gedichten uit Haüser und Strassen
1926; lees ook of eerst:
https://indestilte.blog/2018/10/25/liefdesgedicht-debora-vogel/
https://indestilte.blog/2018/11/16/debora-vogel-fragments-of-memory/