Waldinneres 1933

Deze lichtgulp in het donkere woud bracht mij onmiddellijk naar mijn kindertijd. Niet alleen naar de verhalen en sprookjes die zich op deze plaats thuisvoelden, maar ook de locatie zelf: de bossen van Corsendonck, Sint-Pieters Lille, de omgeving van het landhuis in de Ardennen: hun geborgenheid, maar ook de ‘tover’, hun geheimen, de schuilplaats van ‘de Krengels’ (een samenbrengen van engelen en krengen) in de verhalen voor het intussen mooi uitgegroeide kleinkind. Licht en schaduw. Diepte. Het zichtbare en het onzichtbare. Geplooid over de negentiende en twintigste eeuw, werk van de Zwitserse schilder Hans Emmenegger. (1866-1940)

Schneeschmeize 1908-09
19.8.1866 Küssnacht (SZ), 21.9.1940 Luzern, kath., von Flühli und Emmen. Sohn des Johann, Glasfabrikanten, und der Maria geb. Zimmermann. Ledig. 1883-84 Kunstgewerbeschule Luzern, Académie Julian in Paris, dann in den Ateliers von Gustave Boulanger, Jules Lefèbre und Jean-Léon Gérome. Im Winter 1885-86 Stud. in München, Freundschaft mit Max Buri. Ab 1893 Wohnsitz in Herdschwand bei Emmen, zahlreiche Reisen. Ende der 1890er Jahre wurde Arnold Böcklin sein Vorbild. E. malte verlassene, unspektakuläre Gegenden, thematisierte Einsamkeit und Melancholie. 1914-15 zerstörte er viele seiner Bilder. Ab 1915 befasste er sich v.a. mit Bewegungsabläufen, die er in sog. kinetischen Bildern darstellte. E. war ein angesehener Kunst- und Briefmarkensammler. Er trieb Sport und pflegte Kontakte zur Künstlerkolonie auf dem Monte Verità. Ferner war er Mitbegründer der Freien Vereinigung Gleichgesinnter (1901) sowie des Schweiz. Friedensvereins (Sektion Luzern). Zahlreiche Künstlerfreundschaften, u.a. mit Cuno Amiet und Giovanni Giacometti.

In ‘La Fondation de l’Hermitage in Lausanne loopt tot einde oktober een tentoonstelling met een prachtige verzameling van zijn werken. Maar ook in een tentoonstelling in het Orsay-museum in Parijs zijn er vier werken van hem opgenomen die mee onder de noemer ‘Modernités suisses’ schuilen.

"Emmenegger épure les formes. Ses paysages sont très synthétiques, il utilise l'ombre pour faire entrer dans la composition des éléments qui s'avèrent être hors champ, des arbres par exemple. Au final, ses compositions sont "quasiment abstraites".
Sonnenschein im Walde 1906

Wil je hem begrijpen dan moet je zeker even kijken bij het werk van een tijdgenoot die hij bewonderde, ja zelfs verafgoodde: Arnold Böcklin. Een keuze:

L’ île des morts Arnold Böcklin klik op ondertitel om te vergroten Klik daar nog enkele terug voor andere voorbeelden

Je zit meteen bij de kern van kunst-expressie die vanuit het einde negentiende zich over de twintigste eeuw plooide en door hun verkenningen voorlopers waren van de moderniteit die zich zou uitdrukken in werken van: Chirico, Max Ernst, Valloton. Zwemmen in troebel water, schrijft een Franse criticus.

Mais pendant ce temps, en dépits des crises et des doutes freinant sa production, Hans Emmenegger peint. Après avoir intériorisé les avant-gardes découvertes à Paris, il se place sous l’aile d’Arnold Böcklin. Mort en 1901, le Bâlois possède alors une aura de soleil noir. Son symbolisme lourd, teinté d’un humour encore plus dérangeant, ne l’a pas empêché d’acquérir une gloire européenne. L’Alémanique se situe selon certains parmi les derniers garants de la tradition. Pour les autres, il prépare l’avenir. Chirico et Max Ernst vont effectivement beaucoup puiser chez lui. Emmenegger fait au début de même, avant de regarder les «étrangetés» de Félix Vallonton, son aîné d’un an. On pourrait ainsi déclarer qu’il est le fils de ce couple improbable de deux peintres très divers en apparence. Je dis bien «en apparence». Avec Böcklin et Vallotton, et maintenant Emmenegger, nous nageons toujours en eaux troubles.

Hij is een eenling. Hij sport graag, verzamelt kostbare postzegels, erft een landgoed dat hij echter uitdeelt of waarmee hij betalingen doet en tegen geen prijs in delen verkoopt of wegschenkt zodat hij zelf in een huis woont dat niet eens zijn eigendom is terwijl hij van zijn eigen werk niets aan de man-vrouw brengt.

Solitude 1902/04
De grote zaal op de benedenverdieping van de Hermitage biedt dus een prachtige groep landschappen, vooral Italiaanse, die zeer zuiver en gestileerd zijn. Het geeft een gevoel van melancholie en eenzaamheid, dat het gevoel van de kunstenaar, een grote eenling, weerspiegelt. Maar er is ook iets vreemds en schrijnends: de Toscaanse villa heeft gesloten luiken, er is geen menselijke aanwezigheid, de cipressen die Böcklin dierbaar waren, doen denken aan de omgeving van een graftombe. (Pierre Jeanneret)
Das haus Herdschwand 1909
Haus in der Toskana (1903)
Gedurende een korte periode aan het eind van de 19e eeuw schilderde Emmenegger motieven die werden ingegeven door de paleontologie, een onderwerp dat hem na aan het hart lag en dat in wetenschappelijk opzicht grote vooruitgang boekte. In "Période jurassique" (1895) schuwde hij het afbeelden van dinosaurussen niet. Hij werd ook geïnspireerd door het Germaanse verhaal van de Nibelungen en door Wagner, die hij bewonderde, om het moment vóór de moord op Siegfried te schilderen. Na 1903 keerde hij terug naar Midden-Zwitserland en bracht de tweede helft van zijn leven door in zijn dorp Emmen. Hoewel hij een kluizenaar was, nam hij toch actief deel aan het culturele leven van Luzern. Hij wijdde zich volledig aan de Zwitserse landschappen en vernieuwde dit artistieke genre. In een zeer belangrijk schilderij, "Hochwacht", schildert hij niet vanaf de top van de heuvel, die hem in staat zou stellen een grandioos alpenlandschap te aanschouwen in de trant van Hodler, maar van onder de heuvel, bekroond door een enkele bladerloze boom. Hij dramatiseert ook de natuur met bijna fantastisch schaduwspel.(ibidem)
Hochwacht 1904
Op de eerste verdieping van de villa kan men een reeks prachtige schilderijen bewonderen met als thema smeltende sneeuw.(zie tweede schilderij bovenaan dit blog) Het werk van Emmenegger doet denken aan het divisionisme van Segantini en Giovanni Giacometti, maar op een minder realistische manier. De schaduwen nodigen ook uit tot reflectie over het verstrijken van de tijd (in beide betekenissen van het woord). De kunstenaar begeleidde zijn hele oeuvre met meteorologische notities. Hij was ook zeer geïnteresseerd in fotografie. Dit komt tot uiting in twee kleine schilderijen op de tweede verdieping, waar het uitzicht van boven op huizen in Luzern werkelijk fotografisch is.
Haus von oben gesehen II 1918
Blick auf Sternenplatz um 1917

Maar ook de eenvoudige voorwerpen en bloemen kregen zijn aandacht: de aandacht voor een gebundelde kleur, sinaasappelen, een vaas, een zeldzaam naakt. De zuivere vormen doen denken aan een schilderij van Morandi.

Weiblicher akt 1907

Hij wil voortdurend ook de beweging onderzoeken, een poging die dicht bij de Futuristen ligt. Terwijl zij vooral geïntresseerd waren in de machine, de industrie, de auto en de snelheid, wilde Hans Emmenegger beweging in de natuur laten zien. Kijk naar de prachtige reflecties in water.

Reflektion im Wasser 1908/09

Ook zijn vermogen om in landschappen ‘syntheses’ te maken is opmerkelijk. Kijk dus niet alleen naar de standpunten die hij inneemt maar ook naar de combinatie van kleuren en bewegingen.

Einsames Ufer 1902

En je ontdekt de fotograaf in het prachtige zicht op de weides terwijl de schilder zelf vanuit de hoogte, afgeschermd door de boomtakken, de diepte uitrolt.

Sonnige Weide 1904

De omgekeerde beweging, wanneer je vanuit de diepte naar de sprookjesachtige toren op de rots kijkt, gesteund door de rozig gebolde wolken, met de zee in de diepte.

Felsenburg 1900

Ook zonder sprookjesburcht is de massiviteit van rotsen bijna een abstractie van het niet inneembare.

En hier heb je de synthese. Vanuit het eindeloze water nog de trapjes op, door het verlaten en vervallen huis, en stel je voor dat je van daaruit de lang gerekte wolken kunt invliegen. Stel je voor!

Einsames Ufer 1902

En we vertrekken waar we begonnen zijn, bij de kindertijd. Het zondagse hemdje uit, de warme lucht over je huid. En geloven in de betovering die je in de landschappen rondom jou terugvindt. Het is zomer. Volg het paadje, het woud in.

Knabe 1890
Zomertijd eerste versie 1905
Emmenegger a ainsi créé des sous-bois aux ciels bouchés. Ce sont des forêts de troncs épais, comme dans les décors réalisés en 1923 pour «Les Nibelungen» cinématographiques de Fritz Lang. Il a imaginé des collines, vues en contrebas, où au contraire les cieux dominent. Il a aimé les reflets dans l’eau qui, dépourvus de leur contrepartie réaliste, finissent par rejoindre l’informel. Il a imaginé des villes la nuit, avec les fenêtres qui s’allument sans révéler pour autant les drames se cachant derrière. Le peintre a enfin restitué sur la toile des mouvements animaux, un peu comme les futuristes, mais sans leur fébrilité. Sa peinture reste silencieuse, souvent statique, volontairement plate, curieusement dépeuplée. Mais sans austérité pour autant.
Waldbild 1936
Hans Emmeneger rond de dertig