KREUPELE PSALMEN UIT HET WANHOOPSOFFICIE (7)

8a647067

Het vonnis
op een urinoir
van fluitglas geschreven
werd met mammoetpoten
openbaar gestampt.

Mijn liefje,
een herderlijke brief
verbrandde je mandolinelied.

Bachanten in priesterrok
openden een gedenkboek.

De rechters
braken zelfs de larven
van de vogelkersboom.

Als een oogstlied
lag je op de tafel van de metropoliet.

Nooit kon hij zelf jongen werpen,
slechts poppen
droeg hij met kerstmis rond.

Drukinkt ademt hij zwaar.