
In het museum van het woordeloze zijn herinneringen in glasdraad geweven rond klankgaten waaruit het geluid van nevel over oude moerassen fragmenten schemergetallen uitstrijkt over de grens tussen verlies en onmerkbare versmelting. Nooit ben je weggegaan, dat moet je weten, ingesneeuwd maar met heldere grilligheid van springend poollicht, blijven je ogen in elke ontdooide lente door dove dingen heen kijken, lichtjaren ver verwijderd maar intens nabij. Elke lege schelp verbergt het spreken van de zee, en wie wil luisteren kan in de diepste kerker haar glimlach in zijn ontstopte oren binnenlaten, hoort de hersenspinsels en de bomen groeien op het eiland dat wij even waren. Wie de verten zoekt, kent de landkaart van het kijken, de meanders van het verstilde water waarin wij, vissen in de spiegeling van trage stapelwolken, ontdaan van woorden nooit meer bang zijn te vergeten.
(*schemergetal: getal dat het scheidend vermogen van kijkers aangeeft in relatie tot de lichtsterkte)

kunstwerken van Tony Hernandez en Eugenio Cuttica