PA180005.jpg
(eigen foto)


et in Arcadia

Zephyrus’ en zijn broertje Notos’ zoele adem bliezen
tot aan oktobers’ navel hun gulle bries; de zachte ploert
kreeg het hemelruim voor zich alleen en bij ontstentenis
van Kaikias, de Noorderboef, ontvouwde zich het hemelruim
alsof het grote sterven van het najaar onbestaande was.

Ikzelf, met Westmalles paters-goud in handbereik,
de voeten op de tuintafel en naast mij neergeveld een
uitgestrekte kat,  schoof zelfs de weekend-woorden
naar de schemering  en sliep bedwelmd door zoveel goeds
weer als een boreling, onwetend van Boreas’ bestaan.

Ondenkbaar dat Zephyrus’ zuchten Apollo’s schijf tegen
het mooie hoofd van Hyacinthus sloeg; hoe schoonheid
schoonheid doodt, maar wie haar liefheeft leert verliezen
wat hij wil behouden, zoals deze dag waarin een oude ziel
zich zuivert voor de winternacht die op zijn terugweg
jouw vervlogen naam in vroege bloemen schrijft.

PA180001.jpg
(eigen foto)