daisy Patton_Untitled_(The_Gardener)_newwebsite_1170_922_s

Er was eens een land. In dat land was er een groot bedrijf. Een staatsbedrijf. En bij dat bedrijf was er een plaats vacant. De tweede tuinman had immers de pensioenleeftijd bereikt, en daar het tuinbeheer van het bedrijf niet alleen door de eerste tuinman en de tuiningenieur onderhouden kon worden, kwam de betrekking van tweede tuinman vrij. Een derde tuinman was er niet, wel een legertje van tweeëntwintig gewone anonieme alledaagse tuinlieden.

HamptonCourtPalaceTicket

Eerst moesten de kandidaat-tweede tuinmannen die aan het uitgeschreven examen deelnamen, tweehonderd verschillende planten kunnen herkennen en beschrijven. Bij die tweehonderd planten waren er uitheemse en zelfs uitgestorven planten, maar vermits een leidinggevende tuinman bij een groot staatsbedrijf voor alle mogelijke situaties een oplossing moest kunnen bedenken, mocht een uitheemse of onbestaande plant geen probleem zijn.
De ene plant is de andere niet, zei de tuiningenieur en dus moesten zelfs tweede tuinmannen de ene plant van de andere kunnen onderscheiden terwijl een eerste tuinman ook de latijnse naam uit het hoofd moest kennen. (Bij het legertje anonieme tuinmannen volstond hard werken en je mond houden.)
De volgende proef toetste de scherpzinnigheid van de overgebleven kandidaten. Er kwam een hoogleraar plantkunde praten over tuinen en hun sociale functies. Na zijn betoog moesten de kandidaat-tweede tuinmannen zijn causerie samenvatten en becommentariëren.
Dat is diepte-werk, zei de tuiningenieur. Weten waarmee je bezig bent. Je plaats kennen in het grote plaatje van het tuinieren.

G._Caillebotte_-_Les_jardiniers

Het lijkt een beetje op een sprookje maar ik kan je verzekeren dat ik het voor waarheid heb horen vertellen. Er waren immers nog een reeks andere proeven voor de geselecteerden. Zo moesten de overblijvenden -het groepje werd steeds kleiner- een toekomst-tuin ontwerpen, een verhandeling schrijven over plastic- en/of polyesterbloemen en dito planten en tenslotte een reeks dikke boeken lezen over de geheimen, achtergronden en theorieën van de tuin door de eeuwen heen.
Nog slechts een beperkt aantal geslaagden verscheen dan voor een jurie van plantkundigen met naam en faam en werden daar ondervraagd over hun inzichten, opgestoken bij deze lectuur. Ook hun familiale omstandigheden en toekomstplannen kwamen aan bod, gesteld dat ze het eens het ambt van tweede tuinman zouden betrekken.

a-victorian-gardener-in-the-midst-mary-evans-picture-library

Van de zeshonderd oorspronkelijke kandidaten bleven er nog een veertigtal over. Anderen waren intussen uitgeweken naar vreemde landen, enkelen hadden een rustkuur nodig in een psychiatrische instelling (waar ze hun behandeling betaalden met zorg voor de ziekenhuistuinen) en de wanhoopigsten hadden zichzelf in een stille tuin verhangen of waren uit pure ellende spontaan overleden.

Na lang wikken en wegen bleven er nog tien kandidaten tweede-tuinman over. Tien mannen, want vrouwen kwamen in dat land niet in aanmerking gezien de aard van de arbeid en de inzichten van het land waar dit verhaal zich afspeelde.
Ik moet er u op wijzen dat deze functie alleen voor een eerzame burger is weggelegd, zei de tuiningenieur. Daarom, en alleen daarom werd het verleden van de uitverkorenen uitgepluisd en vielen er dadelijk acht kandidaten door de morele mand.

Royal_Gardener_John_Rose_and_King_Charles_II_-_Hendrick_Danckerts_1675
Eén van hen had een grootvader die tijdens de jongste wereldoorlog salade aan de vijand had geleverd. Een tweede was bij het begin van zijn tuinman-studies mee opgestapt bij een betoging toen belangrijke subsidies voor land- en tuinbouw werden ingetrokken. Een derde maakte enkele reizen naar landen die ideologisch verschilden van het land waar deze selectie plaatsvond, al was zijn reisdoel slechts het bestuderen van de suikerbiet geweest. (Beta vulgaris subsp. vulgaris convar. vulgaris var. altissima)
Een vierde hield zich niet altijd bij zijn eigen bloemetjes. Hij had de naam dat hij ze wel eens buitenzette, een activiteit die met braspartijen en luid gezang gepaard ging.
Een vijfde bleek meer van tuinmannen te houden dan voor natuurlijk werd aangenomen in dat land. (Al was dit geen strafbaar feit, de faam van een staatsbedrijf mocht door niets, maar dan ook door niets besmet worden, aldus een betrouwbare bron.) Een zesde had een niet te verklaren interesse voor rode bloemsoorten, en vermits deze kleur in het land geen geliefde kleur was gezien een aloude ideologie en enkel bij het woelige voetbalspel mocht worden gebruikt om een speler uit te sluiten kwam ook deze kandidaat niet verder in aanmerking.
De zevende had tijdens zijn jonge jaren een tuintje met hasj-planten gehad en de achtste schreef gedichten die volgens de bekende instanties wel iets verder gingen dan de beschrijvingen van bloemen en seizoenen. (‘..uw borsten als vurige paeonia lactiflora ) (= –geurende pioenen, bladverliezend, winterhard, kalkminnend-)

paeonia_lactiflora_dr_alexander_fleming_roze_pioenroos_rosa_pfingstrose_pink_peony

Tenslotte bleven er nog twee kandidaten over. Twee eerzame burgers op wie niets viel aan te merken, wiens leven, hart en ziel door geen herkenbare smet bezoedeld was.Tja, zei de tuiningenieur, eerzaam is eerzaam. Ze hadden vrouw en kinderen, eerbiedigden de verkeersregels, leefden onopgemerkt en zegden steeds meneer als ze een onbekende meerdere groetten.

music_of_the_medieval_garden
De tuiningenieur ontbood de twee kandidaten. Er is helaas maar één plaats tweede-tuinman. Daar kan ik niets aan veranderen.
Zo is het, meneer de tuiningenieur, zegden de twee kandidaten.
Daarbij in aanmerking genomen dat een van u erg gelovig is terwijl de andere een vrijdenker mag genoemd worden.
Zo is het, meneer de tuiningenieur, zegden de twee kandidaten.
Spreek ik dus mijn voorkeur uit voor één van u dan zal men zeggen: kijk, het is weer een … -en dan mag u zelf de overtuiging invullen die u aankleeft.
Zo is het, meneer de tuiningenieur, zegden de twee kandidaten.
Een robbertje vechten tot er een van u het loodje legt is ook niet dadelijk humaan te noemen, niet?
Neen, meneer de tuiningenieur, zegden de twee kandidaten.
Jullie doktersverslagen hebben het niet over een oprukkend kankergezwel of een te hoge bloeddruk, dus wachten op natuurlijke afvloeing is ook uitgesloten.
Jaja, meneer de tuiningenieur, zegden de twee kandidaten.
Maar, en ik zeg maar. Er zijn wel twee plaatsen vakant voor de functie van tweede portier bij het ruim gesubsidieerd museum voor nationaal erfgoed. Eentje bij het beheer van de ingang en eentje bij het beheer van de uitgang. En in afwachting dat er fondsen vrijkomen om een tweede tweede tuinman te financieren kunnen we de eerste tuinlman een rang hoger betalen om het werk van tweede tuinman erbij te nemen en hebben we tevens twee tweede portiers zonder al te veel gedoe in het museum voor nationaal erfgoed. Kunnen jullie mijn redenering volgen?
Dat kunnen we, meneer de hoofdingenieur, zegden de twee kandidaten.
Daarbij komt dat onze eerste tuinman al een zekere leeftijd heeft en we dus binnen afzienbare tijd een nieuwe eerste tuinman nodig hebben. Dan halen we jullie weer terug. Eén maand ben jij eerste tuinman en de volgende maand jij. Geduld zal dus lonen! Begrijp je nu waarom ik tuiningenieur geworden ben?
Ze knikten en hielden heel professioneel de deur voor hem open.
Dat de eerse tuinman een week later in de waterput sukkelde, werd in alle media een spijtig ongeval genoemd.
Bij het erfgoedmuseum zijn ze op zoek naar twee tweede portiers, zo druk is het daar. Eerzame mensen wel te verstaan.

1280px-Abel_Grimmer_001