Het diepe kleine-kinderdonker.
Herinner je.
Nergens is er een deur en ramen zijn onbestaande.
Boven en onder zijn nog niet uitgevonden.
Uit dat donker
een stem die een liedje zingt.
De poes stoot de deur open,
vriendelijk licht dooft de zwarte hel,
vlekt wolken op de zoldering, lamplicht
van voorbijrijdende auto’ s.
De wereld bestaat echt.
Alles blijft.
Of…
Laurent Millet 2007
Wolken
Er is wellicht geen ding dat niet
een wolk is. Wolken zijn kathedralen
van lijvig steen en Bijbelse ramen
die de tijden slechten zal. Wolk is de Odyssee,
die telkens als we haar openslaan verandert
als de zee. De weerglans van je gezicht
is al anders in de spiegel en de dag
is een twijfelachtig labyrint.
Wij zijn die gaan. De welgevormde
wolk die oplost in het avondrood
is ons beeld. Onophoudelijk gaat
de roos over in een andere roos.
Je bent wolk, zee, vergetelheid.
Je bent ook wat je hebt verloren.
Jorge Luis Borges (1899-1986)
Alle gedichten. Vert. Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer. Tweetalige uitgave. De Bezige Bij
Mijn tweedehandse beseft dat het verlies van vleugels verkeerdelijk als het ontkennen van een engel wordt beschouwd.
Hij dringt erop aan dat het geleidelijk aan leren zweven, dichterlijk aan wolken toegekend, vooral in het loslaten van ideeën die de zwaartekracht bevorderen, moet gebeuren.
Oplossen in het avondrood lijkt heel poëtisch maar wil gewoon zeggen: doodgaan.
Hier liggen oudere tot vrij oude kinderen ook wel eens wakker van.
Maar de heer Borges besluit erg fraai:
Je bent ook wat je hebt verloren.
Je verlies zijn.
Daarom dat wolken soms de oorzaak van een verkoelende bui zijn.
De wolk is niet verloren.
Tarwe, appelaars en aardappelen om er maar enkele te noemen zouden van vreugde zingend kunnen afgebeeld worden bij het resultaat van zo’n regenbui.
En een wolk van een kind roept:
de regen schrijft op het raam, papa.