Letterlichtjes voor de kerstboom in het hoofd (11)

Neujahrskarte

Nog voor ‘de Druivelaar’ onze huiskamers binnendrong was er in onze jeugd ‘de (kleine) huisvriend’ als enige scheurkalender, al dan niet vastgekleefd op een stuk (publicitair getint) karton.

kalenderblok_2018_dagblokken_de_kleine_huisvriend
Je herkent hem ook nu nog door de afbeelding van een harpje op het schutblad. De Franse versie verkoos ‘ Petit farceur’ als naam, een duidelijke verwijzing naar de ‘moppen’ op de achterkant. Van de Westvlaamse ‘druivelaar’ was pas veel later sprake.
Heden ten dage worden we overspoeld door scheurkalenders van ‘Make That The Cat Wise’, ‘Positieve spreuken’, Wetenschap-scheurkalender, Peter’s Zeurkalender (aan te raden), en dan noem ik er slechts enkele van de talloze mogelijkheden om de dagen van 2020 door te komen.
‘De kleine huisvriend’ echter was een stevig dichtgelijmd blokje. Geen mogelijkheid om even te doorbladeren en stiekem alle grapjes ‘en avant’ te lezen.
Bij avondstond moest je dus eerst heel voorzichtig die ene dag die bijna tot het verleden behoorde, lospeuteren om niet terzelfdertijd een hele week los te maken. Je scheurde het blaadje van de dag werkelijk van het blokje los terwijl de toekomst zich beperkte tot de komende dag. Bedrog werd onmiddellijk ontmaskerd.
De voorbij dagen bewaarde ik een een lege pralinedoosje van Cote d’ Or.

image-934570-860_poster_16x9-yibp-934570

Dat ging goed in januari maar in februari moest ik al wel eens een dag of twee inhalen terwijl de maanden april-mei soms wel een week achterliepen. De grote vakantie werd helemaal een ramp voor de kleine huisvriend, al was het lospulken van drie weken ook een soort oefening in het leren herinneren van wat voor altijd achter jou lag: de geboorte van het historisch besef!
Eens de school begon probeerde ik weer bij de tijd te blijven en sinterklaas en kerstmis werden met ongeduld afgewacht, het laatste feest bijgestaan door een (zelf gemaakte) adventskalender.

Nürnberger-Christkindlesmarkt-Paul-Pittius-Berlin-um-19301

Het blokje was dan zo magertjes geworden dat je de steunende zijkanten kon afscheuren zonder de laatste weken uit elkaar te laten vallen.
De meestal flauwe grapjes kenden we meestal al van enkele jaren voordien, de heilige-namen en zonsopgangen en maanstanden lieten we voor wat ze waren. In de hemel.
Maar vandaag, 31 december, lag het nieuwe blokje klaar. Overtuigd dat het een wonderjaar zou worden zou je ’s morgens vroeg voorzichtig het eerste blaadje losmaken met de eerbied van het ongekende dat in dat dikke blokje lag te sluimeren.
Maakten we eerst nog vliegertjes van het voorbije jaar, later kleefde ik de blaadjes wel eens in mijn dagboek dat bij de paasvakantie ophield omdat ik ’s avonds te moe was om filosofische bedenkingen te formuleren. Een kinderleven en een kalenderleven spoorden niet zo goed samen.

Neujahrskarte

Stel dat je toen elk jaar dubbel had aangeschaft: eentje om te gebruiken en een kleine huisvriend voor later. Dan had je nu je kinderjaren in blokjes kunnen vasthouden denkend dat het wondere zich zou blijven tonen als je maar genoeg geduld en geloof had. Het geloof in het wonder is er nog steeds maar het geduld is altijd al een moeilijke zaak geweest.

AG_TW_Vintage_NY_1900

Ook dat nieuwe jaar wilde wel eens tegenvallen. Het begon al met de op school geschreven nieuwjaarsbrieven. Kreeg mijn broertje nog iets leuk van zijn peter en meter, mijn peter was duidelijk het huis uit en leefde nu in vrouwelijk gezelschap op enige afstand van de familie. Mijn nieuwjaarsbrief ging met de post naar die totaal onbekende man die ook nog mijn grootvader zou zijn. Antwoord kwam er nooit. Hij had het te druk, zei mijn vader. Mijn arme meter had al vroeg Parkinson op bezoek maar bleef glimlachen en ik herinner me nog steeds haar bevende handen die mij een ‘centje’ toestaken. Ik wilde dat onmiddellijk teruggeven en haar handen vasthouden en een liedje voor haar zingen. Ik wilde haar iets geven, dat had ze meer dan ik nodig vond ik.

kollerautographenmanuskripte-180304191607-thumbnail-4

En met dat nieuwe van het nieuwjaar had ik ook moeite. Ik herinner me dat ik als tienjarige de eerste januari de straat opliep benieuwd wat er allemaal nieuw zou zijn. Straat in, straat uit in dat kleine grensstadje. Bij elke draai of elk pleintje zou er wel iets nieuws te zien zijn. Neen. Alles was hetzelfde gebleven.
Gelukkig kwamen er familieleden met hun kinderen op bezoek omdat moeders’ ouders naast ons woonden.
Terwijl zij honderduit babbelden en een borreltje dronken liepen wij de tuin in en speelden wij zoals alleen kinderen dat kunnen, met overgave en plezier. Daarna nam ik ze mee naar de grote parochiekerk om er, na de rondgang, gezellig rond de grote kachel verhalen te vertellen, atmosfeer in overvloed. Daar vlogen we buiten nadat de kwezel van dienst ons meedeelde dat Gods huis diende om te bidden.
Het kon niet spannender. We liepen lachend weer naar huis waar de pistolé’s en sandwiches voortreffelijk smaakten. Het nieuwe jaar! Het kon de pot op!

2006AV4036-Cole-card-REPLACE-2560

Greetings card, John Callcott Horsley, 1843, England. Museum no. MSL.3293-1987. © Victoria and Albert Museum, London.

Henry Cole (1808 – 1882) was a prominent civil-servant, educator, inventor and the first director of the V&A. In the 1840s, he was instrumental in reforming the British postal system, helping to set up the Uniform Penny Post which encouraged the sending of seasonal greetings on decorated letterheads and visiting cards. Christmas was a busy time in the Cole household and with unanswered mail piling up, a timesaving solution was needed. Henry turned to his friend, artist John Callcott Horsley to illustrate his idea. (En zo werd de kaart hierboven de allereerste kerstkaart!)

072af45a2b270395b439eebec52da467