Woordenwisseling
Een oord als slaperig stadje.
Met een -'w'- vooraan:
een woord,
en draai om die -'w'-:
een -moord.-
Driebenig lettertje
zorgt voor opschudding, maar
lus met strikje onderaan,
-'k'-
herstelt de rust, ja
ongehoord: moordenaar
hing aan een -koord-.
Staafje met bovenaan een lusje
-'p'-
rij vlug daar onderdoor:
-de poort-
Gooi uit het anker
-'w'-
en het stadje
verdwijnt
weer
als -woord-,
haal anker op
en laat dat -oord-
ver achter jou.
Wrik los die -'d'-
en luister
met het goede -oor-:
lus met strikje onderaan: -'k'-
nu ongevaarlijk
weer ervoor en
beman de kar met kinderen,
zing met hen in koor:
'Verba volant, scripta manent'.*
(*woorden vergaan, het geschrevene blijft bestaan)