De werken van de Engelse kunstschilder Mark Leach brengen de kleur en de compositie tot essentiële onderdelen terug.
Ook in de penseelvoering is stilte ingetreden en het zal je niet verwonderen dat pastel als medium een geliefkoosd expressiemiddel werd.
Dit is de winterdag zoals jullie -met dat middellandse zeeklimaat van tegenwoordig- nog niet gekend hebben.
Maar ‘speak memory’.
Herinner je met Jan de Wilde de eerste sneeuw en jouw blauwe uren van het voorbije jaar.
De sneeuw heeft een blauw geheugen, hoe wit hij het landschap ook maakt, de weerkaatsing van het licht, vooral het late licht zorgt voor die blauwe ziel.
De kale bomen en hun lange schaduwen doorstrepen het landschap.
Terecht zijn hun schaduwen blauw.
Ze maken het beeld dicht door hun veelheid, en op een bank zit een rood vlekje.
De stilte.
Ook onder het afdakje rechts is er een menselijke aanwezigheid, vermoed ik.
De illusies zijn weg.
Geen tijd om te picknicken, geen vogelgekweel of geruis van de wind in de kruinen.
Je zult hoogstens de takken tegen elkaar horen kraken terwijl poedersneeuw neerdwarrelt.
De essentie van de essentie.
Je wordt door geen details afgeleid.
Deze doorsnede van een winterdag ergens rond Sussex waar de schilder woont en werkt kan net zo goed hier in de States of bij jullie in de Lage Landen gelokaliseerd worden.
Jung zou van een archetypische sneeuw spreken, sneeuw zoals wij die in onze gemeenschappelijke geheugens ervaren en wiens landschap wij pas daarna naar ons persoonlijk verhaal detailleren.
Er is stilstand, verstilling, geen groeikracht.
We zijn in onszelf gekeerd, net zoals de natuur.
Nog een stapje verder in het volgende schilderij.
Laguna.
We zijn in Venetië.
Water dus.
Daarop de stad, een aanduiding van een toren, de stad.
Belangrijker dan de vormen zijn de vlakken.
De dimensionale kant van het tafereel is herleid tot een soort landkaart van ons collectief geheugen.
Venetië is niet alleen Venetië, maar alles waar de stad historisch en toeristisch, literair en politiek voor stond, staat en zal staan.
Je vervaagt de werkelijkheid, het detail, om te zoeken naar de essentie van de sfeer, naar de tijdloosheid.
Alsof je terugkeert naar de zwarte schimmenknipsels van de 18de eeuw waarmee vooral portretten in profiel op witte achtergrond werden gekleefd.
Niet om de essentie te bereiken, maar bij gebrek aan het duurdere geschilderde portret of door afwezigheid van de fotografie.
We zijn ver van het detail, voor mij net zo dierbaar als deze sfeerstudies, ver van het uiterst persoonlijke waarmee de 19de eeuw zou afronden en waarin de 20ste zou schitteren en ten onder gaan.
En daarmee ligt ook de gewoontevorming op de loer.
Je kunt picturaal de wereld tot deze grootste gemene deler blijven herleiden, je kunt je eindeloos herhalen.
De nacht en dag in Toscane hiernaast zijn opnieuw pogingen om met enkele details een sfeer te vangen.
Begrijp je mijn dubbele gevoelens?
Ik weet dat Bach en Mozart ten allen tijde opdrachtenwerk vervulden, om den brode en met evenveel plezier zal ik naar Schuberts liederen blijven luisteren ook al weet ik dat ze uit noodzaak voor het dagelijkse bestaan zijn geschreven.
En Bach moest een kroostrijk gezin onderhouden en weklijks kerkwerk afleveren en de jongetjes van zijn koor temmen, en…
Toch ligt daar de herhaling, de gewoontevorming niet zo voor hand.
Al herken je na enkele maten de liederen van Schubert, al weet je dadelijk Bach te herkennen, de uitwerking van hun thema’ s, van hun muzikaal verhaal is telkens weer verrassend, voor welke broodheer (of dame) ze ook geschreven zijn.
Zeshonderd Engelse ponden voor een prentje van hiernaast zijn nog te doen, maar je moet ook van ophouden weten en toch weer proberen je eigen onrustige ziel te laten doorbreken, tenzij je natuurlijk die rust hebt gevonden waarnaar wij met zijn allen nog voor het graf naar op zoek zijn.
Maar laat de schoonheid van enkelen onder hen daarom niet minder zijn.
Tussen boterham met beleg en zielenroerselen hoeft de afstand niet eens zo groot te zijn.