ENTR’ ACTE: KAN EEN IMAGO MENSELIJK ZIJN?

dyn006_original_355_570_jpeg_20344_9f5f18123dbcd553be4bcf0c1e9b33da

Toen ik als kleuter naar de ‘papschool’ bij de brave nonnetjes van de Beekstraat ging, keek ik met ontzag op naar deze gekapte wezens in lange zwarte jurken.

Eerst en vooral dacht ik dat deze opvoedsters geen voeten hadden, maar zich op wieltjes voortbewogen als ze door de gangen van de kloosterschool gleden.

Na voorzichtige exploratie maakte ik mijn eerste ontgoocheling door: ze hadden wel degelijk voeten, en wat meer was, die voeten zaten in een soort gegespte schoenen waaruit hun zwart gekouste benen als stevige pilaren oprezen.

Een tweede ontgoocheling was de ontdekking dat deze heilige wezens ook naar het toilet moesten, net zoals wij, gewone stervelingen dat verplicht waren.

Ik leerde al op erg jonge leeftijd dat een imago niet bestaat, er zit altijd een sterfelijk mens onder verborgen.

Onderzoek je het woord imago dan is het woord ‘imaginair’ niet ver weg, maar interessant zijn ook twee andere betekenissen:

1. Bij de Romeinen waren het de portretten van de voorouders (imagines maiorum).
Tenminste dat waren ze bij de voorname Romeinen, zij die het ius imaginum bezaten.
Het waren bustes in was, vervaardigd met behulp van gipsmaskers naar het gelaat van de gestorven pater familias die in de begrafenisstoet werden meegedragen en die in het atrium werden opgesteld.

2. Bij Carl Jung is het begrip ‘imago’ een onbewust geprojecteerde afbeelding van een in de kinderjaren belangrijke sleutelfiguur, zodat er een gevoelsoverdracht plaatsvindt op deze actuele andere persoon: zo kan je toekomstige vrouw als een soort moeder- of zusterimago fungeren, of een dokter kan een vader-imago zijn.

Er is nog een derde betekenis, namelijk imago als volwassen insect maar dat zou ons te ver leiden alhoewel hier ook nog mooie vergelijkingen voor het rapen liggen.

Eens je een bekend of beroemd iemand bent, bezit je een imago.
Dat is soms toevallig, en vaak ook gewild (image building) en kan ten allen tijde gebruikt of misbruikt worden.

Fans of onderdanen houden van iemands imago.
Dat kan vervelende gevolgen hebben, want mensen aanbidders gaan ervan uit dat het imago verwisselbaar is met de mens die zich daarachter al dan niet opzettelijk verschuilt.

Dergelijke ‘liefde’ tref je aan bij stalkers en bewonderaars.
Wij houden niet van de mens met die naam, maar van zijn, haar imago.

Prinsen en koningen zijn ook zo’n imago.
In feite hoort dat bij hun job.
Ze moeten een imago zijn daar worden ze rijkelijk voor betaald.
Wat er zich in hun hoofd en lijf afspeelt mogen ze vaak niet laten zien of horen: een imago immers heeft geen persoonlijke ideeën, geen eigen gevoelens en is dus ook niet onderworpen aan uitingen als boeren of scheten laten, laat staan toiletbezoek.

Eens ze thuis zijn mogen ze hun imago in het atrium achterlaten en zich als stervelingen gedragen.

dyn006_original_500_779_jpeg_20344_3b06607354d2af70e3b97d0b89255c5c

Bekwame ‘imagisten’ weten dat en storen zich er niet aan om te fungeren als lege doos, als huls of volwassen insect waarvan ten onrechte het achtergelaten dekschild voor het beestje zelf wordt genomen.

Echter, in de image building sluipen er vlug gevaarlijke trukjes binnen.
Het versterkt het imago als je aan de buitenwereld mondjesmaat kunt tonen dat je toch ook een mens bent zoals wij allemaal zouden zijn.

In mijn jongenstijd werden er foto’s van voetballende priesters afgedrukt, foto’s waarop de eerwaardes met lichtelijk opgeschorte soutanes zich aan het balspel begaven, of keken we naar prenten waar nonnetjes volleybalden, terwijl filmen met zingende en dansende eerwaardigen ook later nog het menselijk accent moesten leggen.

Natuurlijk weten wij dat er achter het imago een gewone sterveling huist, maar ondanks de Verlichting, het post modernisme en de globalisering WILLEN wij imago’ s hooghouden.

Uitgerekend een krant en een commercieel televisiestation, instellingen die van imago-building via publiciteit moeten leven, bonden gisteren de prinselijk kat de bel aan.

Mij overkwam het onzalige idee te verondersellen dat de functie van VTM-baas erfelijk zou zijn, of die van hoofdredacteur van de Morgen.
Zelfs zonder deze erfelijkheid is het land al in handen van enkele nieuwsdynastieën, dus misschien was dat idee nog niet zo ver naast de werkelijkheid.

Als je zelf al eens in deze media bent opgevoerd en je geen wederwoord kunt plaatsen, iets wat ons allen kan overkomen, weet je meteen dat de hypocriete reactie van Nieuwsland hoogst dubbelzinnig is.

Voor een niet onaardig deel leeft een commerciële omroep van de drang naar koninklijk nieuws, kijkcijfers zijn centencijfers.
Er wordt aan bochtenwringerij gedaan waarbij een circusartiest in het niets verzinkt, om aan ‘informatie’ omtrent het paleis en zijn bewoners te komen, en als we niets vinden maken we het.

De media zouden het paleis dankbaar moeten zijn voor de kopij die dergelijke incidenten opleveren.
Oeverloze gesprekken, een nooit geziene eensgezindheid in de parlementen, artikelen bij de vleet, kortom “stuff” voor de hongerige consumenten.

Want al azen wij op een koninklijke of prinselijke handdruk, op een nieuwtje dat nog niemand heeft, we zijn ook erg tevreden als we mensen achter hun imago zien uitbuitelen.
We houden van voetstuk-vallerij.
Eerst plaatsen we de principes op torenhoge voetstukken, en daarna juichen we als ze in stukken vallen, een vreemde kentrek van het menselijk gedoe.

Ik hoef de circus ook niet, maar als je het in stand houdt, mag je ook niet verbaasd zijn dat er gewone mensen aan de trapezen hangen en bij gebrek aan valnet zijn de gebroken botten op de rekening van het circus te schrijven.

In mijn naïviteit zou ik waarschijnlijk na het standje dat ik van de prins kreeg, hem terzijde nemen, koninklijke vertrekken genoeg, en hem zeggen: F. ik begrijp dat je eens goed van jetje geeft nu je al die serieuze koppen hier bijeenziet die dan achter je rug alles behalve prinselijk weer gaan spelen, maar wat je daarnet tegen mij zei is benenbrekerij in de job die jij moet doen.
Misschien verander je beter van job mocht dit jou niet liggen, misschien zoek je beter eerst vrienden en vriendinnen die je ongezouten de waarheid durven zeggen omdat ze inderdaad je vrienden zijn, maar als ik met dit gegeven naar mijn krant stap, dan is er grote herrie.

‘Errie, welke errie? Tok geen errie omdat ik zei dat kij niet van mij out?’

En dan zou ik hem geduldig uitleggen wat ik als hoofdredacteur weet, wat ik voorzie en in welke valkuilen hij loopt als hij dingen doet zoals hij net gedaan heeft.

Naïef he?

dyn006_original_394_500_jpeg_20344_bc2b823c19f1e115d3da0eca02688b21

Ik zou hem het mooie stukje van de ontmoeting met de vos voorlezen, creer des liens, banden scheppen, et l’ essentiel est invisible pour les yeux.

Of zou ik hem voorstellen zoals bij de prins en de pauper, even van rol te verwisselen, zodat hij naar mijn televisiestation kan gaan en daar tegen zichzelf van leer trekken terwijl ik vandaag de bittere pillen te slikken krijg?

Als we van een familie verwachten dat ze een job uitoefenen dan moeten we hen ook de kans geven een goede opleiding te krijgen.
School voor gestelde lichamen?
Maar ja, waar leert een hoofdredacteur zijn job, en een VTM-baas?

Dat we met zijn allen geen wonderkinderen zijn, zou ons eerder bij elkaar moeten brengen.
Notre mission, monseigneur.