Nog even blijf ik bij de beelden van gisteren, of beter: vertrek ik bij de beelden van gisteren want dit Franse dorpje en de regenboog boven de Schotse eilanden, werd geschilderd door de Schotse schilder Muriël Barclay, net zoals de andere werken bij dit geschrift.
Tot daar toe niets aan de hand: je merkt de stapjes van de vorige wandeling en we zijn duidelijk in dezelfde richting op zoek naar begrippen van essentie en herkenning.
Ook deze prenten, de zomerzeilen en ‘smell nice’ kun je bij onze wandeling rangschikken.
We verlaten nog steeds de directe herkenbaarheid van het naturalisme, we zien en ervaren de innerlijke beweging, maar dan gebeurt er iets wonderlijk.
Kijk maar naar deze prent:
Drie kinderen en hun hond, ‘de Waddels’.
Hoor je de ‘kenners’ roepen: maar dat is nu eenmaal wel heel commercieel, en konden we het al niet vermoeden toen we de kleuren van de bovenste werken zagen, die liefde voor de pasteltinten, het wazige?
Waar loopt dan wel die lijn tussen de Mondschein-sonate en de strijkkwartetten?
En waarom zouden hedendaagse portretten minder bij de grote Kunst behoren (als die al bestaat) dan de duizenden portretten uit de 16de-19de eeuw?
Of is het feit dat haar werk ook bij posters wordt teruggevonden een aanduiding dat het hier om ‘minder’ waardevol werk zou gaan dan de moeilijk toegankelijken waarbij een studie van een ‘dr’ of ‘prof’ hoort?
De Waddels willen duidelijk een geschilderd of getekend portret van hun kinderen.
Net zoals alle ouders en grootouders kennen zij de vergankelijkheid van hun eigen kinderjaren, en wie zou niet graag zo’n portret van zijn/haar kindertijd als herinnering willen meenemen?
Kijken twee kinderen tijdens het poseren naar de televisie? (samen met de hond) en waarom kijkt het ene kind naar de schilder, oftewel naar ons?
Hun houdingen zijn erg natuurlijk, hun wezen getuigt van stilgevallen activiteit, maar je weet dat ze weldra zullen recht springen en weer de tuin zullen in hollen.
Want het is zomer.
Je ziet dat aan het licht, aan hun kledij.
Ze dragen geen schoenen.
Je herinnert je vast zo’n dag uit je eigen leven, of is dat nu juist het pijnlijke dat je toen geen tijd had om hem op te slaan, dat je vermoedt dat je toen gelukkig was zonder nog te weten wat je al die uren, dagen, weken en maanden hebt gedaan?
Al ken ik de Waddels niet, ik weet waar hun portret voor staat.
Het maakt je hoe dan ook gelukkig, en je verlangt om in je ziel weer terug te keren naar zo’n dag.
Een dag die Murïel Barclay voor hen en ons allen vereeuwigd heeft.
Een niet kleine verdienste is dat.