chambre_d_or_ii

En als je de deur naar de gouden kamer ietsje verder openduwt, dan kwam je bij dit filmpje uit: Een scène van de prijswinnende film ‘You are not alone’ (Du er ikke alene) 1978, Denemarken in een regie van Lasse Nielsen.
Het was toen een soort proef om te zien of er meer filmen met het ‘coming out’ thema zouden kunnen gemaakt worden.
Niet dus.
Hij is nu weer op DVD verschenen en het feit dat dit stripje al zo’n 17.829 keer is bekeken zegt ook al iets. Onderaan een reeks stilstaande beelden in overvloei met bekende muziek! Wel werd het stripje hier telkens weer weggehaald, we proberen dus nog een keertje met de trailer, origineel Deens.

LastSupper

Ik gebruik het in mijn Gide-betoog (beter nog Monique Nemer’s Corydon Citoyen) om een aantal vragen te stellen of de snelle verandering van ‘zeden’ te duiden.

De rationaliteit van deze verandering staat schril tegenover de emotionaliteit die haar bronnen juist in het irrationele vindt.

Om tendenzen (al dan niet oude of nieuwe) te duiden hanteerden ook de 19de eeuwers graag een soort veelheid aan naar wetenschap-ruikende begrippen.

Terecht citeert Monique Nemer de onlangs overleden Gaston Bachelard die in zijn Psychanalyse du feu zegt: ‘Moins on connaît, plus on nomme.’

Tot de jaren 1930 gaat dit alvast zeker op voor de benadering van het begrip ‘homoseksualiteit’.

En dan zijn termen als Traté, Histoire de, Notes et Observations sur niet van de lucht zeker niet als het om een maladie de la personnalité gaat en moeten er begrippen als pscho-physiologie, sociologie, tératologie, aliénation mentale, psychologie morbide, anthropologie, médicine judicaire er zeker in voorkomen.

dyn007_original_448_333_jpeg_20344_bc6cdb4087960b8527c03fd4a220919e.2

En we laten Bachélard weer aan het woord: “Plus un esprit est inculte, plus grand est le problème qu’ il choisit.’

Zo heb je van dat ‘grote probleem’ een klein boekje van ene Dr. Caufeynon ‘L’ Amour lesbien: histoire, variétés, causes et origines, désordres, préservation par l’ hygiène’

Alleen al in Frankrijk zijn er zo’n dertigduizend pagina’s analyses, beschrijvingen, classificaties, aanbevelingen ter voorkoming, enz. verschenen.

De term ‘docteur’ voor de naam helpt uiteraard om de geloofwaardigheid te waarborgen.
En omdat er verschillende namen op de geschriften zouden voorkomen, nemen sommigen ‘savants’ met graagte verschillende namen aan.
Zo is de eerder geciteerde Dr. Caufeynon even later terug te vinden onder de naam Dr. Jaf waaronder hij in 1905 zijn ‘Messes Noires’ publiceert naar aanleiding van een zgn. seksschandaal door de pers opgeklopt waar het in feite ging om:

…”des tableuax vivants” réunissant dans des postures mythologiques de jeunes éphèbes

…wat de baron Jacques Adelsward-Fersen zes maanden gevangenis kostte, 5 jaar zijn burgerrechten kwijt en een boete van 50 franken, met als toetje de bijnaam “petit Néron du faubourg Saint-Honoré’.

En pas maar op voor die lectuur, want er kunnen vreemde verdubbelingen van de persoonlijkheid uit voortkomen, zoals dr. Georges Saint-Paul (!) waarschuwt bij deze ‘littérature homosexuelle scientifique’:

Pour les gens à sexualité souple, l’ étude de l’inversion peut conduire à l’ inversion plus facilement qu’ on l’ imagine.

dyn007_original_261_409_jpeg_20344_15b542d7bc6eaceb634ab73b519a97fc.2

Comme facteur de diffusion, je mets en première ligne la littérature homosexuelle scientifique, puis les comptes rendus des journeaux, et les conversations impartiales sur le sujet, enfin en dernier lieu, le œuvres homosexuelles littéraires: ces dernières choquent vivement le goût public, et parfois même le goût des homosexuels.”

We zijn dan in het jaar 1910.

Deze dokter Georges Saint Paul schijnt na enig onderzoek dezelfde te zijn als Dr. Laupts, de man van de grote “enquête medicale sur l’ inversion” gepubliceerd in de collectie “Tares et poisons”.
En hij heeft nog een derde naam, G. Espé de Metz en onder die naam verschijnt ‘Plus fort que le mal, essai sur le mal innommable”.

dyn007_original_261_379_jpeg_20344_91e7e1319cc793a30d454706337cbb53.2

Nog leuker wordt de verzameling termen die in zwang worden gebracht:

-Voor de jongens en mannen: uranistes, uraniens, adonisiens, unisexuels, insexués of demi-sexes, antiphysiques, antrophophiles.

-Voor de meiden: saphistes, tribades, gynécomastes, anandrynes, androphobes.

Nemer somt dan een serie ‘medische’ termen op waarmee men het verschijnsel tracht te lokaliseren en te specifiëren.
(p46)

Mannen worden geranschikt als féminiform, cérébral féminiphile of masculiphile, occasionel féminiphile of masculiphile, névrosée.

Met de auteur durf ik de wetenschappelijke kant van deze terminlogie betwisten, maar de indruk gaven ze wel, en wie een beetje thuis is in de hedendaagse casuïstiek herkent glimlachend die tendens om ‘wetenschappelijk’ over te komen.

Men probeert het verschijnsel te beschrijven zoals men les “appareils digestif, respiratoire, circulatoire’ hanteert.

De oorzaken zijn legio: précocité, l’ abus des relations sexuelles favorisées par la facilité des femmes et le nombre toujours croissant des prostituées de toutes classes, la lutte pour la vie.

En het zijn nog maar eens de vrouwen die het gedaan hebben!

‘Arrivées àun certain age, les femmes qui ne s’ attirent plus l’ hommage des vrais hommes, s’ entourent d’hommes unisexuels qui leur font la cour pour la galerie.
C’ est ainsi que des invertis et des pervertis qu’ on devrait enfermer dans des maisons de santé ou dans des établissements pénitentaire vont dans le monde et y sont des foyers d’ infection.”

…aldus dr. Laupts.

Maar het is een man die een man moet blijven en een vrouw een vrouw, l’ occurence la stricte homologie de leur “nature” mentale et intellectuelle et de leur physiologiee “naturelle”

L’ homme fixe sans peine son attention, sait conduire une expérience, réflichit sas effort, possède un sens critique aigu, dégage les lois des faits, conclut le plus souvent.

La femme se laisse facilement distraire, répugne à la longue besogne de l’ observation, n’ entend rien à l’ expérimentation, se fatigue par la réflexion prolongée, manque totalement d’ esprit critique, ne sait pas mettre en œuvre les matériaux dont elle dispose, conclut rarement et toujours de façon hâtive; ses facultés syllogistiques sont rudimentaires.

En un mot, l’ esprit de l’homme possède des facultés essentiellement éjectives, celui de la femme des qualités réceptives.”

Je zou voor minder het gezelschap van de vrouwen opzoeken als je deze mannetjes bezig hoort!

Aangenaam gezelschap overigens.