Grootvader Gust had een van de eerste televisietoestellen in de straat.
Het leek op een ingebouwd aquarium.
Je begon te kijken op 625 lijnen en na een tijdje werd je gevraagd om over te schakelen naar 819 lijnen of omgekeerd.
Dat was een hele aanpassing.
Als de bakkelieten radio plotseling ophield met spelen, gooide Gust zijn klak (pet) naar het toestel dat inderdaad met nieuw leven reageerde.
Hier moest je opstaan en een fraaie crèmekleurige knop induwen.
Het gesproken dagblad werd zichtbaar.
Je kon nu de radiospreker zien want de filmbijlagen die wat hij zei moesten illustreren waren schaars.
Gelukkig was er ook zoiets als de telecinema zodat je allerlei filmen en filmpjes die voor de bioscoop bestemd waren in het aquarium zag gebeuren.
Voor de kinderen paste het formaat helemaal bij dat van de poppenkast.
‘Pats’ poppenkast maar nu in de huiskamer.
Een andere televisiebezitter, doktertje Versmissen, rangschikte de stoelen in cinema-rijen en ging dan buiten roepen: ‘Ivannoée, Ivannoée’ wanneer er een aflevering van Ivanoe op het schermpje kwam.
Dan stormde de kroosten van verschillende grote huishoudens binnen en zetten zich in rijvorm terwijl de dokter en zijn vrouw niet naar het schermpje keken maar naar de kijkende kinderen waarbij uitspraken als ‘Schoon hé, Jos,’ eerder op de kijkende kopjes dan op het ridderverhaal betrekking hadden.
De verhalen dat de personages op het bolle scherm in de reusachtige kasten leefden stonden mij wel aan.
Maar met de leeftijd van onderscheid en verstand begon ik te begrijpen dat die lange hoge sprieten op de daken niet ter decoratie maar als beeldenvangers fungeerden.
Als je bedenkt dat het tijdschrift hierboven uit mei-juni 1931 stamt en de nazi’s druk bezig waren met televisie-uitzendingen vooral rondom de Spelen van 1936 dan begrijp je dat de oorlog zelfs al op het scherm kon gemanipuleerd worden mochten Hitler en zijn propagandadwerg er iets meer dan amusement in een donker kamertje in hebben gezien.
Donkere kamertjes dienden bij deze heren echter alleen om te martelen.
Europa had andere zorgen na 1945 dan de uitbouw van een televisienet.
Het waren de merkwaardige jaren 1950 waarin de beeldenstroom op ons werd losgelaten.
De ontvangers, terecht beeldbuizen genoemd, bleven zware jongens.
Maar na het verschijnen van de kleurentelevisie in de jaren 70 moesten die schermen platter en daarna volgde de drang om beeldbuizen tot vensterglas te herleiden.
Ge zult ze ooit in de kamer kunnen hangen, zoals een schilderij zei Gust.
Ongeloof en gelach.
We zagen de bakken in hun volume al hangen en begrepen zijn visionaire uitspraak niet.
Het was de tijd dat je de antenne op het dak kon laten draaien via een motor die je met een kastje op het televisietoestel bestuurde.
Toevallige bezoekers van andere planeten moeten zich een breuk hebben gelachen bij het zien van al die bewegingen, alsof de huizen als helicopters zouden opstijgen.
Dat Sinterklaas zich nooit bekloeg, verbaasde mij als kind.
Bart Peeters moest nog geboren worden of hij had er zeker een leuk item van gemaakt.
Nu is de wereld plat.
En Gust, ze hangen tegen de muur lelijk te wezen.