Dat alles of niets standpunt van de tegenstanders van mededogen is vreemd: je hebt altijd mededogen of je hebt helemaal geen mededogen.
Niets weerhoudt de promededogentraditie echter van het oordeel dat sommige aanleidingen tot mededogen onterecht zijn en op verkeerde waardeoordelen stoelen.
Mededogen neemt niet het gezichtpunt in van de getroffen persoon maar dat van een toeschouwer die de ernst van een gebeurtenis inschat.
Ik kan makkelijk begrijpen dat een Romeins aristocraat die zijn pauwentongen mist voor een galadiner dat erg vindt maar op mijn mededogen moet hij niet rekenen.
‘De promededogentraditie is voornamelijk bezig met het opstellen van een goede waardetheorie en met kritiek op mensen die onevenredig veel belang hechten aan geld, status of genot.
(Aristoteles en Rousseau maken beiden deze kritiek tot kern van hun denken)
Deze traditie is het met Nietzsche eens dat mensen niet overal waar ze kijken zwakheid moeten zien en niet over elk mogelijk verlies moeten klagen, dat ze tot op grote hoogte het beste moeten maken van wat het leven op hun pad brengt en moeten vertrouwen op hun innerlijke kracht.
Aan de andere kant heeft het geen zin om te ontkennen dat sommige verliezen verdriet waard zijn- en dat zijn soms verliezen die de getroffen persoon niet opmerkt.
Terug naar de foto hiernaast, een foto die de foto van gisteren voorafgaat.
Ik kan er niet lang naar kijken.<br<Alsof ikzelf mijn eigen dood kind in de armen zal houden, mijn kind dat niets met de politieke situatie in Irak of Gaza heeft te maken, maar als kind buitenspeelde, of nog wakker moest worden.
Je kunt deze foto ook politiek misbruiken.
Je kunt er wraakgevoelens mee oproepen, je kunt er de wreedheid van de tegenstander mee belichten terwijl je zelf jongens de dood injaagt door het martelaarschap als hoogste goed voor te stellen, enz.
Maar ik als verre toeschouwer wordt in één ruk met mijn westerse neus op de afschuwelijke gevolgen van een conflict gedrukt waarin alleen nog de band tussen een moeder of vader en hun kind telt en al de rest er niet toe doet.
Mijn mededogen met al deze mensen zet mij aan om me te verdiepen in de oorzaken van dit leed, in de rol van de verschillende ‘actoren’ zoals dat zo mooi heet, want dit leed voel ik als mijn eigen leed, mijn onmacht probeer ik te vertalen in het verlenen van mijn povere bijstand, eerst en vooral door studie, en daarna ook door mogelijke materiële hulp aan fondsen die zich voor deze mensen inzetten.
Terecht voel ik me betrokken bij de momentele gebeurtenissen in Gaza wanneer weldra hier de lucht zal gevuld zijn met knallen en vuurwerk, terwijl de gruwelijke knallen en het dodelijke vuurwerk op een halve dag vliegtuigreis hier vandaan alles behalve feestelijke gevolgen hebben.
Ik erger mij in onze houding van ik stond erbij en keek ernaar, en probeer me voor mijn eigen kinderen en kleinkinderen zoveel mogelijk in te zetten om hen tot mededogende mensen op te voeden.
Je zou kunnen zeggen dat de stoïcijnse tegenwerpingen iemand die toevallig hulp nodig heeft, afschilderen als een pathologische narcist: niet in staat om anderen te respecteren omdat ze grenzeloos behoeftig is en slaaf van haar eigen eisen.
We kunnen de kritiek in wezen omdraaien: eigenlijk lijken juist de stoïcijnen op een pathologische narcist, met hun overmogen tot verdriet, hun snakken naar macht en hun onwil om te accepteren dat andere mensen eisen stellen die hun gelijkmoedigheid aantasten.
Mededogen als lang lopend cadeau voor een nieuw jaar.
Ik wens het ons allen toe, vooral ook de machthebbers die van goede wille zijn.