En om af te ronden, de cirkel is weer eens rond, nog een foto van Gursky. (Montparnasse)
Toch is hij een logisch vervolg op de prent van Malevitsch hieronder.
Hoe onpersoonlijk de collectiviteit ook lijkt, wie een eenling wreekt of uitschakelt, treft daarmee het hele sociale weefsel waarin hij/zij aanwezig is.
De niet-bestaanden, de niet-geborenen zijn massaal aanwezig in de 20ste eeuw.
Wie één hokje uit Gursky’s foto wegbrandt, zet een negatieve spiraal in beweging waarvan de gevolgen niet te overzien zijn.
Ik denk dat onze primitieve drang naar vergelding nog altijd op dat “stamverband” berust waarin wij niet alleen de gebrandmerkte maar tevens zijn hele omgeving ten onder laten gaan.
Zijn we al zo ver dat we geloven dat de natuur onlosmakelijk verbonden is, dat elk onderdeeltje zijn consequenties draagt voor de totaliteit, bij onze eigen soort is dat bewustzijn minder aanwezig terwijl het juist door de specifieke eigenheid van elk mens niet te berekenen gevolgen kan hebben.
Het zou een mensenrecht mogen zijn dat we filosofische scholing tot de basisbehoeften van ons levenspakket kunnen rekenen.
De gevolgen van religieuze of atheïstische scholing tijdens de kinderjaren is een ander aspect van onoverzienbare consequenties.
Zijn we in andere gevallen blijkbaar ten zeerste bewust van de kwetsbaarheid van de kinderziel, wanneer het over moraal en religie gaat verliezen we elk perspectief en gieten we de hoofdjes vol met magie en mystiek, of dwingen ze juist de andere kant uit te kijken, hoe modern en hedendaags ook verpakt.
De wereldbeelden die we hebben gecreëerd ontkennen de vrijheid om eigen keuzes te mogen maken.
De politieke families zijn een duidelijke afspiegeling van die wereldbeelden al hanteren ze de consequenties van hun geloof of ongeloof op het ogenblik dat het hen goed uitkomt.
Natuurlijk laten deze “inhouden” de meeste jongeren koud.
Natuurlijk hanteren langs gelovige en ongelovige zijde de kopstukken graag termen als verkilde samenleving, egoïstische maatschappij, en U kunt er zelf nog zo’n vijftigtal vinden in de diverse kranten en tijdschriften.
En het verwondert me dan ook niet dat verhalen met meer aantrekkingskracht zoals allerlei extremistische denkbeelden gretig aftrek vinden in dit woestijnlandschap.
Het feit dat wij in de westerse samenleving universiteiten hebben die nog steeds vanuit religieuze of areligieuze bronnen hun wereldbeeld doorgeven doet toch even nadenken over de verwarring tussen de verschillende discoursen, hoe je bijvoorbeeld wetenschap met religie of anti-religie moet rijmen, hoe je filosofie als wetenschappelijke discipline kunt doceren zonder dat je studenten daardoor meer filosofisch zouden worden.
Ik zou me een kindertijd kunnen voorstellen waarin je vanuit allerlei verhalen en denkoefeningen een brede filosofische scholing meekrijgt zonder dat je op dat moment moet kiezen tot welke gezindheid je wilt behoren.
De geschiedenis van de grote filosofische en religieuze stromingen zouden daar een belangrijk onderdeel van zijn.
Met die bagage zou je dan als volwassene zelf kunnen kiezen welke religieus- filosofische kant je uit wil en het zou de diepe waarden van deze stelsels ten goede komen een gemeenschap van kritische onderzoekers samen te brengen die zowel de waarde van de traditie als de polsslag van de tijd in hun tolerante overtuiging beleven.
En niemand moet nog op zijn strepen staan, of kunnen we niet zonder bozerik?