Billard opent zijn hoofdstuk ‘L’ENFANT D’ ELISABETH’ met dit gezegde van Gide:
‘Je crois bien que je n’étais pas appelé à avoir un enfant; ce n’est pas dans ma ligne.’
Natuurlijk is een dergelijke uitspraak nog geënt op de wortels van de twintigste eeuw, net na het morele vacuum dat de verwoestende grote oorlog heeft achtergelaten.
‘Elargir le champ de liberté des initiatives individuelles, pour accroître le plaisir ou, mieux, les chances de bonheur, par un plus grand accomplissement de soi-même: l’ambition est belle et défie l’ironie.’
Die ironie is er zeker, ook in de benadering van alle partijen die bij dit ‘spontane’ scenario betrokken zijn, of zich in de kring rondom het gebeuren bevinden.
Want de wens van mama Petite Dame dat het verhaal zich sui generis zou voltrekken wordt wel door Gide gerespecteerd maar hij doet dat op zijn eigen manier waarop hij telkens weer de omgeving tracht te regisseren.
De 14de juli 1919, eerste nationale feestdag na de wapenstilstand, is er een groot défilé van de overwinnaars. (voor de belangstellenden: dit is ook de geboortedag van Lino Ventura!)
Pa Allegret is terug uit Kameroen en ze hebben een balkon gehuurd op de avenue de la Grande-Armée waar ze om vier ’s morgens van deze heugelijke dag verzamelen.
Marc vindt het maar niets.
Zijn twee ooms, de echte oom Paul Allegret, en de ‘valse’ André Gide nemen hem mee ‘pour aller se vautrer dans la foule’.
Op het ronde punt van de Champs Elysées komt Marc Beth tegen. Ze is de hele nacht op gebleven.
Gepland?
Toevallig?
‘Qui avait planifié ce rendez-vous: Marc, Gide ou Beth? L’histoire ne le dit pas’, aldus Billard.
Begin juli neemt Marc het initiatief.
Hij heeft zijn eerste baccalauréat gehaald en hij wil het vieren in de ‘Lorrain’ samen met Gide en de van Rysselberghe.
Uiteraard is Beth daar ook.
Tot laat in de nacht worden er in het atelier van de schilder Italiaanse romantische liederen gekweeld.
Het jaarlijk rendez-vous in Luxemburg komt er ook aan.
Ze zullen elkaar weer treffen in Dudelange, het jaar daarop in Colpach.
Gide en La petite dame zijn er, samen met Beth en Whity.
Marc is uitgenodigd maar nu de vader terug is moet het verplichte familieverblijf in La Sapinière doorgaan.
Marc kan dus pas de 22ste augustus aankomen en tien dagen blijven.
Bij zijn aankomst voegt hij dit enigmatisch zinnetje toe aan zijn begroeting:
‘Beth-et moi- et l’angoisse des espoirs.’
En Gide die anders altijd de sleutel voor het raadsel bezit, heeft nu in een nabij woud een herdershutje ontdekt waar de jonge geitenhoeders (zeven tot zestien jaar) samenkomen, en waar hij naar Billards zeggen ‘in vivo’ les charmes de la poésie virgilienne opzoekt.
Het paradijs, et in Arcadia ego.
Maar zoals alle aardse paradijzen is ook dit niet eeuwig.
Eens de vakantie voorbij en Marc weer onder vaderlijke hoede wordt genomen moet hij verder vooruit plannen dan de kerstvakantie.
Wel, Italië wenkt.
Schnouky zal naar wens van haar moeder Aline (Loup) Mayerisch een lang cultureel verblijf in dat gezegende land doorbrengen.
Beth zal haar vergezellen.
Gide zal het gezelschap vervoegen en in de Paasvakantie ervoor zorgen dat Marc mee kan
Een educatieve reis, heet dat.