de onzichtbare boog (50)

606_66dd2c357fd233076a6038c853e6bb75

Beste Psych,

Vervalst of niet, soms is de tijd niet om te dragen. Er worden pijlen op je afgeschoten waarvan je de boog niet kent, er wordt met modder en afval naar je gegooid omdat de jaloezie het haalt op de deemoedigheid. De vijand moet afschrikwekkend zijn, want we zijn bang dat hij natuurlijk te veel op ons gelijkt. Maak een monster van iemand anders dan ben je zelf vrijgesproken van elke aandrang. Schiet de pijlen om zelf niet beschoten te worden.

Hier stuur ik je dit prachtige beeldje van amor. Zijn boog is verdwenen maar zijn pijlen voel je, ook zonder het commercieel Valentijnsgedoe, ze zijn er, en het moeten niet alleen de beeldschonen zijn die ze afschieten of ontvangen, met dezelfde warmhartigheid vuurt amor zijn pijlen zonder onderscheid van jaren of afkomst.

Is hij een goede schutter, of bedriegt hij ons zoals de Tijd dat doet? Vuurt hij de waan op ons af of de werkelijke verbondenheid? Gaan de pijlpunten etteren in onze ziel of maken ze de mooiste dingen los?
Ik denk dat we niet de schuld op zijn schattig nekje moeten schuiven maar dat we de wondes tot etterbuilen of glorierijke openingen voor het schone kunnen cultiveren.
Hijzelf staat er lachend bij, met zijn onzichtbare boog. Hij heeft de tijd.

Je telkens weer rechtkruipende patiënt, Theodore Silverstein.


onder het klaprozenveld (49)

6f642512036aea2e2d2dc94332309474

Waarde Theodore,

Deze momenten van fixatie -alsof de tijd stilstaat- zijn gelukkig onderhevig aan dezelfde wetten van de leukere gebeurtenissen: de tijd gaat voorbij. Ons ervaren van tijd bepaalt inderdaad de subjectieve snelheid, want een seconde blijft een seconde, maar ik kan me voorstellen dat de armen van de geliefde de tijd anders laten verlopen dan de boeien in een tochtige gevangenis.

Zo zijn er naast geldvervalsers, ook tijdsvervalsers: de herinnering is een slechte moeder van het arme kindje dat waarheid heet.
Waarschijnlijk heeft de schilder dit veld zelf waargenomen, is hij met zijn schildersezel ter plekke gaan werken, maar het moment van lichtinval en het trage drogen van de verf, maken het onmogelijk om een werkelijkheid te vatten. We zouden het kunnen met een 1/500ste sluiting van een fototoestel, maar we missen dan de 499 andere duizendsten, of we konden zelfs dit vijfhonderdste nog in kleinere onderdelen indelen.

Wij vervalsen de tijd. Als we ons verhaal vaak genoeg vertellen, leggen we het vast in onze zelfwaan: zo was het, terwijl de werkelijkheid heel anders plaats vond. We vergelijken onze ervaring met de ervaring van anderen en passen onze werkelijkheid vaak aan hun gegevens aan, want dat komt ons beter uit, daarmee scoren we terwijl ons verhaaltje misschien niet meer dan een anekdote was.

De ongrijpbaarheid van de tijd zorgt voor de meest grove leugens bij gebrek aan zelf-analyse. In een onbewaakt ogenblik zullen we moeten toegeven dat het gebeuren toch anders plaats vond, dat we de tijd handig hebben aangepast, en dan is er nog slechts één stapje: het durven toegeven en op zoek gaan naar de waarheid ook al is die dan niet zo fraai of succesvol.

Wij, de tijdsvervalsers, hebben de waarheid in pacht, en de zon gaat nooit onder boven het papaverveld.

Uw dienstwillige Psychiater, G. Dumortier