TWEEËNTWINTIGSTE SCÈNE
HET IS AVOND.
EMMERICH EN ALISON ZITTEN IEDER OP HUN LADDER, TOUW OM DE NEK.
ALISON
Zie jij iemand, Emmerich?
EMMERICH KIJKT, SCHUDT HET HOOFD.
ALISON
We hebben deze namiddag ons de blauwe striemen in de nek gehangen, dus moeten we nu zeker zijn of er inderdaad iemand komt.
Zo te zien maken ze zich weinig zorgen om ons.
Het wordt donker.
In onze slaap zullen ze niet geïnteresseerd zijn.
EMMERICH MAAKT PLOTSELING TEKENS DAT HIJ IEMAND ZIET AANKOMEN
ALISON
Zie jij iemand?
Ben je zeker dat het geen slome karavaan is die net voor deze heuvel links of rechts afslaat zoals deze middag gebeurde?
Is het een karavaan, Emmerich?
EMMERICH SCHUDT HEVIG HET HOOFD.
ALISON
Zijn het dan mannen te paard?
Of zijn ‘onschuldige’ kinderen die ons met stenen komen bekogelen?
EMMERICH DUIDT AAN DAT HET STEVIGE KERELS ZIJN DIE HUN KANT OPKOMEN.
ALISON
Mannen met snorren en lange baarden?
Voor de heilige man is het niet de juiste tijd noch de juiste plaats.
Blijven ze deze kant uitkomen?
KNIKKEN VAN EMMERICH.
ALISON
Of is het de begrafenisondernemer die onze maten komt nemen?
Wat zeg je?
Sluipen ze?
Bedoel je, plat op de buik?
Bon.
Spionnen dus.
Ze maken van het aanrollend donker gebruik om ons te controleren.
Beste vriend, ik denk dat we moeten gaan hangen.
heb je nog chocolade genoeg onder je kont, want ik kreeg daarstraks een gezin woestijnratten op bezoek.
Jaja, Emmerich.
Als ze sluipen hebben we nog even tijd.
Sterven in de ondergaande woestijnzon, je zou er een vers bij bedenken.
Ik weet het, Emmerich, ze zijn dichtbij, ik weet het.
Ik kan hun vieze adem nu al ruiken.
Ze doen waar ze goed in zijn.
Kruiperigheid tot in de ongeknipte nagels van hun werkeloze voeten.
Bon, daar hangen we dan.
ZE LATEN ZICH HANGEN ONDER HUN LADDER.
ALISON
Tong uit de mond, Alison, en laat een wind nu het nog kan.
De wind zal ons bederf hun kant opsturen.
ZE HANGEN EEN TIJDJE STIL.
ER GEBEURT NIETS.
ALISON
Emmerich!
Zijn ze onderweg in slaap gevallen?
EMMERICH SIST IETS DUS HANGEN BEIDEN WEER EVEN STIL ZONDER DAT ER IETS VOORVALT.
ALISON
…of heeft jouw stevige wind hen voor uren verdoofd?
ZE HANGEN.
ALISON
Enfin, het is bijna donker!
Te vroeg voor een dutje en te laat voor een zonneslag.
Kom, Emmerich.
Vals alarm.
Je hebt waarschijnlijk een woestijnvos met zijn kroost gezien.
Emmerich?
HIJ KIJKT NAAR EMMERICH DIE NOG STEEDS ROERLOOS AAN ZIJN TOUW HANGT.
ALISON
Emmerich!
Hou op met dat gehang.
Er is niemand en er zal niemand meer komen vandaag.
EMMERICH GEEFT GEEN TEKEN VAN LEVEN
ALISON
Emmerich, hang niet de flauwe plezante uit, al is het woord uit-hangen hier wel erg toepasselijk.
Zie je, dat is talent.
Noch voor je vaste voet op de bodem zet, ben ik er al met een dubbele bodem.
Enfin.
Emmerich, het heeft nu echt lang genoeg geduurd.
Laten we nog een flesje kraken om goed te kunnen slapen.
EMMERICH NOG STEEDS GEEN REACTIE.
ALISON LOOPT NAAR HEM TOE EN TREKT HEM ZIJN KANT OP.
HET LICHAAM BENGELT ZONDER LEVENSTEKEN.
ALISON
Mijn god, Emmerich.
Je had toch die dubbele knoop, die veiligheidsknoop achter je lus gelegd, ds.
HIJ TREKT HET LICHAAM NU WEER ZIJN KANT OP EN INSPECTEERT DE KNOOP.
Zeg dat het niet waar is.!
Ja, die extra-knoop drukte en schaafde je huid open, dat was zo.
Maar..
Driedubbele dwaze Alison!
Ik heb je daarstraks nog gezegd eerst je veiligheidsknoop na te kijken.
En dat ‘ssstt’ van jouw was dus gewoon je laatste adem en niet een aanmaning om..
Emmerich.
Wat moet ik zonder jou?
BLACK-OUT