WIL JE JE KUNST EVEN TOEPASSEN, ASJEBLIEF? DANKUWEL.

Beste Abraham,

Je kent ze net zo goed als ik, de klanten die eerste naar de waarde vragen en dan pas: ‘ et c ‘est quoi, monsieur?’

Ik nam de oude Italiaanse mandoline en zei:
‘C’ est un ballon monsieur.’
Ik had net zo goed kunnen zeggen dat het een oud vroedvrouwen-instrument was of een antieke harde schijf, de prijs die inderdaad door het inlegwerk erg hoog was, maakte alle beschrijvingen overbodig.

Ik ben dus erg blij als ik in mijn werk mooie dingen van alledag tegenkom zoals de hierbij afgebeelde affiches en publiciteit.
Toch even waarschuwen dat dergelijke ‘gewone’ dingen ook al prijzig kunnen zijn, want ook hier speelt vraag en aanbod, en vooral de mode, wat is in en wat is uit.

Mijn volgende documentaire bij de BBC gaat over ‘postkaarten’, niet de oude kostbare en zeldzame postkaarten, maar vooral wat er vandaag in Europa zoal voorhanden is, wat succes heeft en wat absoluut niet verkoopt.

Postkaarten als eigentijdse grafiek, en inderdaad, er mag gehuiverd worden over zoveel kitsch en onzin, maar daar zijn we weer op de markt en vermits de kinderen vooral moeten weten dat er in Zuid Afrika diamanten worden gedolven en koper in Chili, is er geen tijd meer om de basis van de esthetica aan te reiken en beperken we ons -in het beste geval- tot enkele goed bedoelde tekensessies in een of andere museum waar de pedagogische dienst tenslotte ook iets om handen moet hebben. (zeggen dan de leerkrachten).

Bijna iedereen gaat per jaar wel enkele malen met de hedendaagse grafiek om: de verjaardagen, troostkaarten, liefdesperikelen, kerst- en nieuwjaar, kortom we lopen al snel de kaartjeswinkel binnen en zoeken tussen het grote aanbod naar wat ons en de bestemmeling kan verbinden.

De vraag is: wat doen al die verdomde kunstscholen hier ten lande tenzij hun leerlingen aanzetten tot het maken van reeds eerder gemaakte constructies en reeds vroeger volvoerde experimenten (de leraar moet zijn rust hebben en heeft zijn tijd nodig om aan zijn eigen tentoonstelling te werken.)

dyn002_original_640_480_jpeg_20344_d46c680120837c82684605167030b50f

Ja meneer, wat moeten ze anders doen?
Als ik de treurige grafiek van de VRT-televisie bekijk (die video-zuurtjes), als ik de treurige boodschappen van algemeen nut over me heen krijg (varkensvlees!), als ik langs de wegen de goed bedoelde boodschappen in kreupele taal en nog kreupeler beeld moet ondergaan, de initiatieven van de ‘bestuurders’ van dit land die na hun creatieve campagnes onmiddellijk ontslag moesten nemen, dan zie ik een berg werk voor de alledaagse grafiek die je zo maar voor de zwaar gesubsidieerde kunstscholen kunt werpen met de vraag hier dringend iets aan te doen, of mag het een eis zijn?

En dan zwijgen we over de schoolgebouwen en klassen waarin de toekomst van dit land dat schitterende onderwijs krijgt, die hoog gewaardeerde training van wat dan ook, en dat in een sfeertje van afgekalkte muren, eeuwenoude prenten, en sfeertjes waarin alleen nog de ziekenbedden ontbreken. (over ziekenbedden gesproken, hier is voor ontwerpers ook nog braak terrein!)

Je zou dus denken dat in onze opleidingen de hedendaagse grafiek (postkaarten, textiel, behangpapier, meubelontwerp, publieke plaatsen, treincoupé’ s, enz. enz.) ruime aandacht zou krijgen want de nood is groot en de scholen van die strekking zijn goed gevuld.

Meneer, dat is toegepaste kunst, en wij zijn de niet toegepasten, de vrije vogels, de smakkers, de verlichte zielen, de…

Bon, zullen we eens terug naar het Bauhaus gaan?
Ik zie tot mijn grootste vreugde dat je heel mooie art deco spullen hebt aangekocht, nog door datzelfde bauhaus geïnspireerd, thermo-kannen, mooi porselein, glas.

En wat deed meneer Bing in zijn winkel die ART NOUVEAU heette?
Hij zette die dure glasmakers van Tiffany aan het werk en liet ze prachtige dingen voor het interieur creëren.
Hij huurde Deense meubelmakers in, hij nodigde schilders en graveurs uit om vooral hun kunst TOE TE PASSEN.

Of is dat te veel gevraagd misschien?
Kijk vandaag om je heen en ween.
Kijk naar je eigen porselein dat je bij het ontbijt gebruikt hebt (ontbijt???) naar de uithangborden, de tram-en treininrichting, de aankleding van je bureel of klas, kortom, begin zelf met toepassen.
Jij bent tenslotte de art nouveau, en niemand anders.


RUÏNE-ROBERT en de volwassene in het kind

dyn003_original_570_700_jpeg_20344_1e3e71ba4d6c9736aabee3d98a39075b

Beste Theodore,

De schilder van het dure bruggetje, de passerelle, Hubert ROBERT (1733-1808) werd ook ‘Ruïne-Robert’ genoemd, vanwege zijn grote voorliefde voor ruïnes en grote donkere ruimten zoals monumentale schuren, de binnenkant van het Colosseum of het duister van een grot.

dyn003_original_333_512_jpeg_20344_5f99b1b883e6647a046139a781dc037b

Dat zijn opleiding -tegen de wil van zijn ouders, dat hoort zo- door de barokke beeldhouwer Michel-Angelo Slodtz werd verzorgd was alvast één pijl in de goede richting, en dat hij deze jongeman introduceerde bij de Romeinse Paolo Panini was alvast een tweede indicatie want zijn invloed bleef levenslang voel- en zichtbaar.

Deze Robert des Ruïnes was in Rome werkzaam met Jean-Honoré Fragonard met wie zijn late-rococostijl deelde.

Dat hij meer en meer zijn verbeelding liet werken en zijn ruïnes vaak niet eens bestonden tenzij in zijn rijke verbeelding maakte hem, Panini en de visionaire architect Giovanni Battista Piranesi enorm populair in de kunstwereld van die dagen.

En toen Diderot Roberts werk zag op het salon van 1767 zegde hij:
‘De ideeën die deze ruïnes in mij wakker maken zijn groot van aard.’

Later werd de schilder de designer van Lodewijks XVI’s tuinen en de behoeder van zijn prentenkabinet.
Toen Parijs einde van de 18de eeuw zijn oude wijken en krotjes die op bruggen stonden begon af te breken was hij een trouw chroniqueur van deze afbraak.

Tijdens de Franse revolutie zat hij even in de gevangenis (wie toen niet?) en later werd hij een van de eerste curators van het Louvre, dat geschenk aan het volk.

Ik hou van zijn werk omdat hij de landschappen en taferelen vaak verbeeldt, hij is een van de eerste schilders die het onderwerp van binnenuit benadert zonder zich om de uiterlijke werkelijkheid te bekommeren.

Hij loopt de romantiek vooruit, hij beschouwt het verval als een mooi onderdeel van het kunstwerk, en dat is het ook.
Telkens ik door steden kom, overvalt mij vaak het zelfde gevoel: ik zie de ruïnes van de OLV-kathedraal, van de Craybeckx-tunnel, kortom in elke schoonheid is het verval een noodzakelijk deel.

Als Westerlingen verbloemen wij het verval. Het jaagt ons angst aan.
Ik hoorde daarstraks Boeddhistische vrienden praten over de innerlijke schoonheid waarin het sterven geen ongelukkige gevoelens oproept, maar als een wezenlijk deel van de verschijningsvorm wordt beleefd.

Kijk maar naar zijn monumentale schuur, naar zijn binnenkant van het Colosseum hierbij, en je weet dat de verbeelde binnenkant alle uitwegen biedt voor onze verschaalde fantasie.

Dat kleine kinderen van zijn werk houden, zag ik hier toen mijn zesjarig kleinkind zijn schuur wilde natekenen omdat ze zo geheimzinnig was, net zoals ze bij het zien van Egyptische oudheden de vogel Ba, de ziel, zo enig vond.

Jaja, het kind in de volwassene daar hebben we de mond vol van, maar wanneer geloven we eindelijk dat er ook een volwassene in het kind aanwezig is?

(hier zie je een fragment van de grote Parijse stadssanering, einde 18de eeuw.
De huisjes op de bruggen worden afgebroken.
Parijs wil uit-kijk, een drang die tot bij de heer Eifel bleef doorwerken terwijl Mitterand voor in-kijk zorgde.)

dyn003_original_600_346_jpeg_20344_5089edf083da1fc1019f20c24b796952