dyn009_original_364_485_jpeg_20344_733bd0ab52da1f3ef409ef4b6f0f12d1

Na het bezoek aan de open-deur van de vakschool wist hij het zeker.
Hij wilde drukker worden.

Niet dadelijk om mooi drukwerk te maken of pamfletten te verspreiden.
Hij wilde drukker worden om ‘ruitjespapier’ te drukken.
Met kinderlijke verbazing had hij het witte papier in de machine zien verwijnen om er als prachtig ruitjespapier uit te komen.
Ruitjespapier zou zijn toekomst zijn.

dyn009_original_422_315_jpeg_20344_685746607b03ac969d7115f6c01f9c0f

De liefde voor het drukken nam nog toe toen hij een drukkersdoos van Sinterklaas kreeg, een doos waarin rubberen lettertjes van elkaar moesten worden geknipt en met een tangetje in een houdertje werden gestoken om vervolgens langs het inktkussentje op het papier hun boodschap achter te laten.

In zijn buurt huisde de aloude graveerderswinkel ‘Van Gelder’ (huis van vertrouwen sinds 1933) en in hun zij-etalage stond jarenlang een grote drukkersdoos te pronk, een professional.

Als hij van school kwam liep hij langs van Gelder om en keek vol bewondering naar de grote drukkersdoos die ver buiten zijn bereik lag en juist daardoor haar aantrekkingskracht verdubbelde.
Dit prachtige vermenigvuldigen van een boodschap zou een levenslange liefde blijven.

Letters hadden hun eigen gestalten, een menselijk karakter.
Van de droge alledaagse schoolboekenletter tot de sierlijke menu-letter om maar te zwijgen van de aristocraten voor oorkonden of diploma’ s.
Hun namen, Helvetica, Arial Black, Baskerville, Courier, Geneva en Lucia Grande, om er maar enkele te noemen, nu staan ze in lange lijsten bij de lettertypes van je computer vermeld, terwijl je ze vroeger uit de houten vakjes moest samenrapen en in hun metalen corset duwen, ze borstelen en inkten, ze proefdrukken en daarna op de Gutenberg loslaten waar ze prachtige ivoorkleurige naamkaartjes vulden of het huwelijk aankondigden van jongeheer X met juffrouw Y en beide families in 10 punts Geneva hun fierheid om deze verbintenis uitdrukten.

dyn008_original_364_517_jpeg__af50f8ba535ba315046f60dad18e0046

Papier had zijn geur, zoals de lijmen waarmee boeken werden gebonden, maar vooral de drukinkt van letters en prenten gaf elk boek zijn heel eigen neuscachet.

Ook nu nog ziet hij zijn kleindochter van bijna negen de boeken ruiken en ze dan pas bekijken.
De geïllustreerde Larousse rook heel anders dan Pirennes driedelige geschiedenis van België, om enkele boeken te noemen die hij in zijn jonge jaren bij regenweer doorbladerde.

dyn008_original_364_471_jpeg__090de5a951df0b7647fd16a243526ccc

Het dunne missaalpapier geurde naar hostiebrood terwijl de historia-prenten en soubry-schilderijen een meer werelds palet aanspraken.
Kwam je in de papierwinkel binnen dan mengde de geuren van schriften zich met de geuren van cederhout van de potloden.

Je rook de gezangen in het Cantuarium, je proefde de Gallische luchten in Caesars geschriften en de pogingen tot het uitgeven van een kunstgeschiedenis waren pas geslaagd als de verhalen over verven en houtskool zich met de drukinkten van de reproducties vermengden.

Ook tijdschriften hebben hun eigen geuren en het zou me niet verbazen als slimme uitgevers de publicaties omtrent lekker eten van de nodige koffie- en wijn-odeuren voorzien.

Onze arme onderontwikkelde neus zou dus in de opvoeding tot de schone letteren best mee mogen spelen.
Liefde gaat immers niet op de eerste plaag langs de maag zoals dit volk denkt, maar via de neus.

We zijn goed in iemand een neus te zetten, maar ze zelf gebruiken om te genieten van de diverse drukwerken is aan weinigen voorbehouden.

Besnuffel vandaag het papier van diverse drukwerken en schriften, en je zult versteld staan van de diversiteit.

Liefde voor de letters is best een lijfelijke bezigheid.