liedje
Zal ik over kussen zingen,
als zij mijn mond hebben dichtgeslagen?
Zal ik over strelen zingen,
als zij mijn handen aan elkander smeedden?
Zal ik over luisteren spreken,
als zij mijn oren hebben vol geroepen?
Zal ik aan lopen denken,
als zij mijn benen gebroken hebben?
Zal ik over de schoonheid schrijven,
als zij mijn hart onder vonissen begraven?
Tussen mijn gezwollen lippen
fluit ik zacht een liedje.
Een leeg gelopen liedje van niks.