Miss Anna Alma-Tadema (Lawrence Alma-Tadema, 1883)

Het is de achtste februari 1883 als het portret helemaal af is.
Anna Alma-Tadema, de jongste dochter van de schilder Alma-Tadema (dat streepje is niet toevallig, maar dat zorgde ervoor dat bij een alfabetische collectie zijn naam bovenaan kwam te staan, zegt men.)
Anna is hier vijftien jaar.
Ze heeft model gestaan in het interieur van Towhsend house waar het gezin tot 1885 woonde.
Het schilderij diende niet alleen als persoonlijke documentatie maar werd tussen 1883 en 1912, het jaar van zijn dood, geregeld mee tentoongesteld, waarschijnlijk als staalkaart van een bekwaam portrettist.

“Het subtiel kleurgebruik van zilver- en grijsachtige groene nuances was in deze periode onder opdrachtgevers met een “esthetische” smaak bijzonder in trek.”, lees ik als commentaar in de mooie catalogus bij gelegenheid van de overzichtstentoonstelling in het Van Gogh Museum in Amsterdam. (uitgegeven door Waanders uitgevers, Zwolle, en voor een prik ooit bij Fnac gekocht)

Ze is een tienermeisje dus geen dure juwelen maar wel een ketting van schelpen om haar hals, ketting die nog een koperachtige tint toevoegt aan het palet.
Ze heeft een vaasje met bloemen vast dat ze misschien naar een andere kamer ging dragen, en net voor ze kamer verlaat, zei de kunstenaar: wacht eens even, kijk eens naar de camera.

Toch is het geen momentopname, dat is het raadsel van dit beeld.
Al heeft ze haar mond lichtjes geopend, de ogen op de schilder of de kijker gericht, ze zal niet dadelijk giechelend weggaan.
Ze staat er voor lange tijd, in die tijd strekt zich naar het verleden als naar de toekomst uit.
In onze reclameconventies is zo’n beeldbehandeling statisch, onproductief, niet ter zake, weinig emotioneel, laat staat erotisch of uitdagend.
Omdat het ook geen snapshot is komt de poging tot behoud sterk naar boven, ik bedoel: een beeld dat je bijblijft ook lange tijd nadat je ‘t gezien hebt, een goede functie voor een familie-album.

Maar tegelijkertijd gebruikt de kunstenaar het om zijn kunnen te tonen: kijk naar het informele kleed met de zijden sjaal, de gerimpelde plooien en zachte ruches bij de kraag en manchetten, de decoratie op de deur (zelfportret van zichzelf en zijn vrouw), de koelte van de achterliggende ruimte.

Onze bedoelingen zijn altijd meervoudig gelaagd, zeker als ontwikkeld en opgevoed wezen.
Onze interpretaties echter missen vaak die meervoudigheid.
We verschralen ze nogal vlug in functie van de eigen behoeften, en gaan aan de meerlagigheid van het onderwerp voorbij.

De achtste februari 1883 ligt al een tijdje achter ons. Bloemen vergaan tot stof, kleed misschien als kostbare herinnering bijgehouden, het huis weer omgebouwd of afgebroken, de jonge vrouw uitgegroeid tot volwassen wezen, ouder mens en weer opgenomen in de aarde.

Toch hoorde ik de schelpjes zachtjes rinkelen toen ze het vaasje eindelijk mocht neerzetten, en haar glimlach zag ik toen ze achter de schildersezel kwam staan.

“Ik sta er wel een beetje onnozel op, hè pa.” hoor ik haar zeggen, zoals alle meisjes van vijftien zich op geen enkele afbeelding herkennen.

Later schilderde ze zelf ook. Kijk naar het mooie droevige meisje ‘in a bonnet’ (1902) en ‘The Closing door’ toont haar als jonge vrouw. (1899)