zachte letters bij de krimpende dagen (1) (384)

 

Het ruimen van een graf

(in memoriam matris, 1/11/1990)

Dat uw gebeente werd verzameld,
uw bekken dat mijn slaapplaats was,
het hoofd dat zong en heeft gestameld
dat ik uw allerliefste kindje was.

Uw armen waarin ik woonde,
uw schouderblad waarop ik sliep,
uw vingers die de wereld toonden,
uw stem waarop ik angstig riep.

Dat uit uw dodenwieg geschud,
gij in de aarde moet verdwalen.
Verschuil u dan in mij en stut
mijn woorden in al uw moedertalen.

abraham baumgarten