Dit is een merkwaardige baby.
Hij is gemaakt tussen 1200 en 900 VOOR Christus.
Gevonden in Midden-Amerika, Mexico is hij dus een baby op leeftijd.
Hij is noch mannelijk noch vrouwelijk.Maar hij heeft een duidelijke mature uitdrukking: er moet rekening met hem gehouden worden.
Dergelijke beeldjes werden uit kaoline-klei gemaakt, sommigen gewoon met was bestreken, anderen met kaoline slijk.
De talrijke vondsten van deze figuren wijzen op een bepaalde functie.
Waren ze een soort goden, of afbeeldingen van kinderoffers, of vulden ze de plaats in van (gestorven) kinderen?
Wij weten het niet.Ze kijken ons aan.
Terwijl hun makers zijn verdwenen blijft hun uitdrukking ons verbazen.
De vluchtigheid van een baby.
De korte jaren dat wij hulpeloos en in herinnering nog bewusteloos de wereld inkeken, maken hier een sprong van drieduizend jaar.
Ik moet telkens aan de poppen van de hedendaagse kinderen denken.
Hun eerste overdracht: het koesteren zoals je zelf gekoesterd bent (of net niet)
Sommige baby’s hadden een specifieke haartooi.
Ik dacht eerder aan kleine ruimtevaarders, maar dat is eerder stuf voor Erik von Däniken, en ik wil met beide voeten op de klei-aarde blijven.
Hoe hij zijn handje in zijn mond houdt (komen er al tanden?)
Het beeldje is zo’n 34 cm lang, dus benaders duidelijk een ware gestalte, zoals de levensgrootheid van afbeeldingen de bedoeling om meer op het model te lijken duidelijk maakt.
Maar het babybuikje, de blik van waar de hulp (of bedreiging) kan komen, zijn volume, het maakt het beeld tot een duidelijk aardse uitbeelding.
De onbekende kunstenaar heeft goed naar baby’ s gekeken, hij probeert de essenties ervan samen te vatten.
Er is zijn gewicht, en er zijn de oogjes.
Ze wijzen verschillende richtingen uit: naar de aarde en naar de hoogte.
Het zijn twee krachten die hem tot volwassen mens moeten brengen.
Een volwassen mens waarin de kern van dit wezen nog altijd aanwezig is.